Startpagina Tuin

Tuinrubriek: welkom in de wondere wereld van de sla

Sla, zie ik je denken, wat valt er nu te vertellen over sla. Inderdaad, tot voor enkele 10-tallen jaren was sla gewoon kropsla, maar nu heb je sla in alle soorten, kleuren en smaken. Op sommige professionele kwekerijen wordt sla nu ook gekweekt op water, waardoor de teelt volledig gemechaniseerd kan worden. Om nog maar te zwijgen van het jaarrond aanbod in de supermarkt.

Leestijd : 5 min

Tegenwoordig kan je sla kopen met de wortelkluit er nog aan, verpakt in een speciale kluitzak, waardoor de sla langer vers en knapperig blijft, of gebruiksklaar, gewassen, gesneden en netjes voorverpakt. En dan hebben we het nog niet gehad over het uitgebreide aanbod aan soorten, rassen, kleuren, bladvormen en smaken. Hoog tijd voor sla in de moestuin of op het terras. Je kan het makkelijk kweken in potten of experimenteren met de nieuwe rassen of zaadmixen.

Sla: een oud gewas in een moderne jas

Sla heeft een lange geschiedenis. Via de Egyptische beschaving werd deze teelt doorgegeven aan de Grieken en bij de Romeinen werd sla reeds jaarrond geteeld en waren er verschillende soorten bekend die grote gelijkenis vertoonden met de huidige snijsla. Kropsla werd pas in de 16° eeuw voor het eerst beschreven en zou ontstaan zijn uit kompassla (Lactuca serriola), een plantje dat ook in België verspreid in het wild voorkomt en algemeen beschouwd wordt als onkruid. Alle echte slasoorten behoren tot de familie van de Asteraceaea en worden gekenmerkt door een lange penwortel en het typische bladrozet waarvan de bladeren in vele gevallen samengroeien tot een krop.

Kropsla (Lactuca sativa 'Capitata') wordt gekenmerkt door de vorming van een vaste krop. Grofweg wordt deze grote groep onderverdeeld in 3 types, waarvan kropsla of botersla de oudste en nog steeds meest geteelde is. Kropsla vormt een dikke, zachte krop en heeft binnenin lichtgele, zachte bladeren, terwijl de buitenste, losse bladeren frisgroen van kleur zijn. Er bestaan heel veel soorten van deze sla, met elk hun eigen optimale groeiseizoen en er zijn ook rode kropslarassen op de markt. Batavia is een oude slasoort die qua vorm sterk op botersla lijkt, maar waarvan de bladeren sterk gebobbeld en gegolfd van vorm zijn, met afhankelijk van het ras, een min of meer groen-roodbruine kleur. Dit gewas heeft een zachte, neutrale tot licht bittere smaak. IJsbergsla is eigenlijk een variant van de oude bataviasla met een zeer dichte, harde krop en stevige, knapperige bladeren. De smaak is wat pittiger dan die van de gewone kropsla. IJsbergsla heeft zowel groene als rode rassen en is de best te bewaren sla.

Rozetsla (Lactuca sativa 'Crispa') wordt gekenmerkt door de meer open, rozetvormige groeiwijze, waardoor veel van deze soorten ook kunnen gekweekt en geoogst worden als pluksla, zo kan men gedurende een langere periode steeds verse slablaadjes oogsten. Net als kropsla wordt de rozetsla verder onderverdeeld in verschillende groepen. De groep van de krulsla wordt gekenmerkt door hun losse krop en hun sterk gekroesd blad. Deze wordt vaak op de markt gebracht onder de naam Lollo Bionda ( de groen-gele rassen) en Lollo Rosso ( de rode rassen ). De meeste rassen zijn vrij neutraal van smaak, maar ogen met hun fel gekrulde en fraai gekleurde bladeren zeer mooi in gemengde slaschotels. Eikenbladsla heeft dan weer sterk ingesneden bladeren die enige gelijkenis vertonen met een eikenblad. De kleur van de meeste rassen is roodbruin, maar er zijn ook groene rassen op de markt die vaak beter te bewaren zijn. De malse en zachte bladeren hebben een licht nootachtige smaak.

Romeinse sla (Lactuca sativa 'Longifolia') wordt gekenmerkt door een eerder langwerpige, stevige krop. Bij de traditionele teelt worden de buitenste bladeren aan de top dichtgebonden, waardoor de krop binnenin bleek en zacht blijft. De buitenste bladeren zijn eerder hard en stug en ideaal om te stoven. Deze teelt is vooral populair in Zuid-Europa. Bij ons zijn rassen op de markt die net als gewone sla kunnen opgekweekt worden en heel knapperige bladeren hebben.

Bodem en bemesting

Sla vraagt een goed voorbereide, humusrijke grond met een neutrale pH, die voldoende vocht vasthoudt, want zelfs een korte periode van vochttekort kan al aanleiding geven tot het doorschieten van het gewas. Een goed onderhouden moestuin, of een luchtig potgrondmengsel voor wie sla in potten wil kweken, zijn ideaal. Op zwaardere gronden is de teeltduur vaak wat langer, maar is de krop mooier en vaster. Op lichtere gronden is de groei wat sneller maar is de krop dan weer wat losser en kleiner. Geef sla een plekje in de volle zon, behalve in de echte hoogzomer, dan groeit ze beter in de halfschaduw. Zoals alle bladgewassen heeft sla vrij veel voedingsstoffen nodig, ideaal is een perceel waar in het vroege voorjaar goed verteerde compost werd ondergespit. Geef voor volgteelten eventueel wat extra organische meststof tijdens de teelt. Te veel stikstof geeft een te forse groei met een zwakker blad tot gevolg, waardoor het gewas gevoelig wordt voor allerlei aantastingen.

Teeltzorgen

Er zijn slasoorten voor elk seizoen en voor vele toepassingen (krop-, pluk- en snijsla). Lees dus steeds de informatie vermeld op het zaadzakje. Voor vroege teelten wordt er soms binnen voorgezaaid, maar omdat het dan nog vrij donker is en de groei zeer vlug gaat (8 tot 12 weken van zaaien tot oogsten) is de kans groot dat de jonge plantjes dun en sprietelig uitgroeien en moeilijk aanslaan bij het uitplanten in de volle grond. Gelukkig zijn er al vroeg op het jaar slaplantjes in perspotten te koop, deze zijn ideaal om in de serre, de koude bak of al meteen in openlucht uit te planten. Wie toch al vroeg op het jaar zelf zijn plantgoed wil kweken, kan dit het best doen in een koude kas, in trays, of beter nog gewoon breedwerpig in een zaailteiltje gevuld met wat zaai- en stekpotgrond. Na 2 weken bij zo'n 10 tot 20° C ( bij te warme temperaturen kiemt het zaad niet) gaan de zaden kiemen en na nog eens 2 weken kunnen de plantjes op hun definitieve plek uitgeplant worden. Zorg ervoor dat de plantjes vlot kunnen doorgroeien, anders worden de bladeren taai en verhoogt de kans op doorschieten. De kunst bij slateelt is om regelmatig een kleine hoeveelheid sla te zaaien en liefst in verschillende soorten om zo tot een goede oogstspreiding te komen. Begin tijdig met oogsten want 'rijpe' slaplanten gaan al vlug doorschieten. In normale groeiomstandigheden qua temperatuur, zonneschijn en neerslag levert de teelt weinig problemen op. Hun grootste vijanden zijn bladluizen, maar gelukkig zijn er bladluisresistente soorten op de markt, en slakken die echt verlekkerd zijn op dit gewas.

Oogsttip

Sla is niet meteen de best te bewaren groente, afhankelijk van de soort zo'n 2 tot 5 dagen. Sla die in de ochtend geoogst wordt, behoudt langer zijn frisheid. Sla wordt het best zo vers mogelijk geconsumeerd. Moet ze toch bewaard worden, doe dit dan in de koelkast bij een temperatuur tussen 0 en 5° C.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken