Startpagina Varkens

Technische prestaties behouden en toch minder antibiotica bij biggen?

‘Verantwoord antibioticagebruik zonder toegevingen aan technische prestaties bij biggen’, dat was het onderwerp van de studienamiddag die Nuscience onlangs organiseerde in zijn vestiging te Drongen. Daarmee speelde het bedrijf in op de noodzaak om het gebruik van antibiotica in de veehouderij te beperken.

Leestijd : 5 min

De producent van gezondheids- en groeibevorderende voederformuleringen bracht de voorbije jaren een aantal producten uit die de beoogde vermindering van het antibioticumgebruik in de varkenshouderij mee mogelijk moeten maken. Een echte silver bullet bestaat immers niet, zoals ongeveer elke spreker zal herhalen.

Totaalaanpak

Nee, om de technische resultaten op peil te houden zonder antibiotica is een geïntegreerde aanpak nodig, met focus op diagnostiek, voederformulering, E. coli-vaccinatie en specifieke additieven, vindt het bedrijf. Een aantal externe en interne experts lichtten die zaken uitgebreid toe tijdens de studienamiddag.

Ook de manier waarop Nuscience veehouders bedient is eerder holistisch geworden, merkt Johan De Schepper, CEO van Nuscience Group, op: “Vroeger stelden we product per product voor bij de klant; nu is er een evolutie naar een totaalaanpak.” Het bedrijf hecht ook een grote waarde aan de wetenschappelijke onderbouwing van claims i.v.m. hun producten, of combinaties ervan, benadrukt de CEO.

Johan De Schepper, CEO Nuscience Group: “We evolueren naar een totaalaanpak bij de klant.”
Johan De Schepper, CEO Nuscience Group: “We evolueren naar een totaalaanpak bij de klant.”

De focus ligt op twee kerngebieden: jongdiervoeding en gezondheid. Die producten vindt u respectievelijk terug onder de categoriën ‘Nutrition4U’ en ‘Health4U’. Die laatste categorie bevat ondermeer de gezondheidsbevorderende MCFA’s, of middellange ketenvetzuren, waar het bedrijf vaak mee geassocieerd wordt.

Spenen verandert alles

Nadat professor Jeroen Dewulf het belang van antibioticareductie heeft toegelicht (zie kaderstuk), krijgt dr. Philip Vyt het woord. Hij richtte in 2012 Dialab op, dat diagnostiek onderzoek verricht voor dierenartsen. Het belang van diagnostiek is dan ook het aangekondigde onderwerp van zijn voordracht. Toch steekt hij verrassend van wal met: “Spenen speelt een veel grotere rol in de biggenproblematiek dan al die pathogenen.”

Dat cruciale moment waarop de melk wegvalt en het dier zelf voor voldoende nutriënten moet zorgen verloopt inderdaad niet van een leien dakje. “We zien dat de voederopname daalt”, legt hij uit. “Ook de darmflora verandert (antibioticagebruik heeft hier ook gevolgen), net als de manier waarop de darm moet werken om het voer te transporteren. Bij een snelle overgang verkorten de darmvlokken in de dunne darm, waardoor de big ook weer minder nutriënten kan opnemen. Een negatieve energiebalans zorgt voor verminderde immuniteit.”

Stress maakt vatbaar

Maar ook de verhuis van het kraamhok naar de biggenbatterij eist zijn tol. Er komt bovendien een nieuwe rangorde onder de biggen. “Spenen, dat is eigenlijk stress”, vat dr. Vyt samen. “In combinatie met minder antistoffen van de moeder en circulerende pathogenen geeft dat een verhoogde kans op ziekte.” Is antibiotica toedienen ter ondersteuning dan geen goede oplossing? “Nee, ge gaat van langsom meer antibiotica nodig hebben”, reageert dr. Vyt beslist.

“Spenen, dat is eigenlijk stress”, vatte dr. Vyt samen.
“Spenen, dat is eigenlijk stress”, vatte dr. Vyt samen.

Welke rondhangende pathogenen hebben het zoal op de speenvarkens gemunt? PRRS, dat als virus niet gevoelig is voor antibiotica, tast afweercellen aan en onderdrukt de weerstand nog sterker. Verder loeren ook de ziekte van Glässer, Salmonella, APP en dergelijke meer rond. De voornaamste zijn Streptoccus suis en E. coli . Dr. Vyt bespreekt deze laatste uitgebreid.

Veelzijdige vijand

De ene E. coli is namelijk de andere niet. Ze kunnen enorm veel verschillende combinaties van toxines aanmaken. Die werken in veel gevallen in op de darm. Adhesines zijn een eerste soort toxines, nodig voor de aanhechting van de bacterie aan geschikte plekjes op de darmwand: receptoren. Ze zijn belangrijk omdat de bacterie zonder die aanhechting weinig schade kan aanrichten.

Hoe geleidelijker het spenen gebeurt, hoe beter de peristaltiek - de knijpbeweging die voedsel door de darm doet bewegen - en hoe moeilijker E. coli-bacteriën het hebben om met hun adhesines aan de receptoren in de darm te blijven plakken. Ook de darmflora bepaalt of de bacterie een goede aanhechtingsplaats vindt. Sommige biggen hebben zelfs geen receptoren voor bepaalde adhesines. Het komt erop aan om zulke genetische kenmerken in de juiste varkens te krijgen.

Een gewaarschuwde bacterie ...

Eens schadelijke bacteriën zijn aangehecht kunnen ze een andere soort toxines bovenhalen. Met exotoxines halen en houden ze zoutionen uit de darmcellen, zodat er water uit de cellen in de darm lekt. De big krijgt diarree en verliest vocht. Nog andere toxines veroorzaken slingerziekte. Zij gaan dieper het lichaam in en maken bloedvatwandcellen kapot. Oedeem is het gevolg.

“Wanneer de big antibiotica krijgt toegediend, zijn deze bacteriën daar snel van op de hoogte. Niet dankzij Facebook of Twitter”, grapt dr. Vyt, “maar via quorum sensing. En eens ze weten wat er komt kunnen ze heel snel zogenaamde plasmiden, beweeglijke stukjes DNA vol resistentiegenen, beginnen uitwisselen met elkaar.”

Totaalaanpak brengt redding

Hier kan diagnostiek redding brengen. Om te weten tegen welke antibiotica de bacteriën geen verhaal hebben, worden swabs genomen. De E. coli-bacteriën groeien in een petrischaaltje. Laboranten rusten de schaaltjes uit met verschillende antibiotica. Waar de bacteriën ongehinderd groeien is er resistentie tegen het gebruikte antibioticum. Uit dit antibiogram selecteert de dierenarts ten slotte een antibioticum dat goed werkt om de big gericht te behandelen.

Naast antibiotica zijn er nog manieren om met E. coli-infecties om te gaan. Door zuren, additieven, probiotica en dergelijke meer toe te dienen maak je de darmflora weerbaarder, zodat die vijandelijke aanhechtingspogingen kan afslaan. Zoals vermeld speelt stress een grote rol. Daarop inspelen, bijvoorbeeld door eerst de zeug weg te nemen uit het kraamhok, en pas na enkele dagen de biggen onder te brengen in een nieuw hok, kan ook resultaten opleveren. Niet te vroeg en niet te drastisch spenen helpt ook. Ten slotte raadt dr. Vyt aan de immuniteit op te bouwen via vaccinaties, bijvoorbeeld met autovaccins.

Vaccinatie en voederadditieven

De combinatie van een vaccin (F4-ETEC van Elanco) met extra voederadditieven (INSOLFI en MCFA van Nuscience) en eiwitrijke voederformules gaf volgens wetenschappers verbonden aan beide bedrijven gunstige resultaten, zelfs beter dan met zinkoxide. Tijdens de speenfase nam de groep die zinkoxide kreeg toegediend een voorsprong, maar viel nadien terug. De beide specialisten besloten daarop dat de combinatie van vaccin en additieven voldoende bescherming biedt om met eiwitrijke formules te werken zonder gezondheidsproblemen.

“Ons verhaal is er één van zoeken naar alternatieven voor  groeipromotoren”, verklaarde Geert Bruggeman, hoofd fundamenteel onderzoek bij Nuscience.
“Ons verhaal is er één van zoeken naar alternatieven voor groeipromotoren”, verklaarde Geert Bruggeman, hoofd fundamenteel onderzoek bij Nuscience.

“Nuscience wil oplossingen vinden voor de uitdagende keerpunten in het leven van elke big”, kadert dr. ir. Geert Bruggeman, hoofd van de afdeling fundamenteel onderzoek. “Ons verhaal is er één van zoeken naar alternatieven voor groeipromotoren. De MCFA (middellange ketenvetzuren) zijn een deel daarvan. We zijn op pad gegaan met UGent en Aveve, op ontdekkingstocht naar MCFA.” Ook naar andere bio-actieve componenten werd gezocht. Zo stuitten de onderzoekers onder meer op INSOLFI, oftewel onverteerbare, onfermenteerbare, oplosbare vezels.

Die zullen antibiotica echter niet gaan vervangen. “De silver bullet bestaat niet”, klinkt het voor de laatste keer. “Al onze concepten dienen als aanvulling bij goede diergeneeskundige praktijken, en bij een goed bedrijfsmanagement.”

D.C.

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken