Startpagina Melkvee

Ziektepreventie bij jongvee

De opfokkosten van jongvee zijn niet altijd volledig in beeld te brengen, toch is iedereen het er wel over eens dat het opfokken van een kalf tot een volwassen koe flink wat geld kost. De meest economische manier om dit te realiseren is dus om zo weinig mogelijk kalveren op te fokken tot een volwassen koe zonder dat de continuïteit van het veebedrijf in het gedrang komt. Als er weinig kalveren opgefokt worden, moet je alles doen om de uitval tot een minimum te beperken.

Leestijd : 6 min

De laatste jaren werd er al heel veel ingezet op duurzaamheid en langleefbaarheid van koeien en dit zal in de toekomst zeker niet afnemen. Dit houdt in dat pinken en vaarzen uitermate sterk moeten zijn als hen een lange ‘carrière’, als bijvoorbeeld een melkkoe, te wachten staat. Een kalf die een ernstige ziekte (diarree, luchtwegproblemen…) meegemaakt heeft op jonge leeftijd, zal de gevolgen hiervan haar hele leven meedragen. Ze zal als pink minder groeien, als vaars minder melk produceren, vatbaarder zijn voor aandoeningen en hierdoor vlugger worden afgevoerd. In dit artikel belichten we een aantal belangrijke punten van een goed jongveemanagement.

De geboorte

Rond de geboorte moet de stress voor de moeder zo beperkt mogelijk gehouden worden, onder meer een grote, goed ingestrooide afkalfbox of een propere, ruime keizersnederuimte helpen hier zeker in mee. Het geboorteproces zal hierdoor veel sneller en makkelijker verlopen wat positief is voor het kalf. Meteen na de geboorte moet de navel ontsmet worden, dit is namelijk een belangrijke toegangspoort voor ziektekiemen. Het beste middel om dit te doen is joodtinctuur, hierdoor droogt de navel op korte tijd uit waardoor bacteriën via deze weg niet meer kunnen binnendringen.

Rond de geboorte moet de stress voor de moeder zo beperkt mogelijk  gehouden worden.
Rond de geboorte moet de stress voor de moeder zo beperkt mogelijk gehouden worden. - Foto: AV

Het is van belang om het uiteinde van de navel zeker niet te vergeten bij de ontsmetting. Naast joodtinctuur wordt in de praktijk ook dikwijls oxytetracyclinespray gebruikt.

De biestvoorziening

Over biest is al heel veel geschreven en verteld, maar dit heeft ook zijn redenen. Het is het allerbelangrijkste aspect in de ontwikkeling van een goede weerstand van een dier. Kalveren die te weinig biest of biest van een minderwaardige kwaliteit gehad hebben, zijn veel vatbaarder voor aandoeningen in hun latere leven, ze zullen op oudere leeftijd afkalven en zullen minder melk produceren.

Het doel van een goed biestbeleid is om een hoge concentratie IgG (dit zijn antistoffen verantwoordelijk voor de immuniteit) te bekomen in het kalf. Optimaal moet 300 g IgG (minstens 200 g IgG) opgenomen worden binnen de eerste 6 uur na de geboorte. Hoeveel gram IgG de biest van een koe bevat, kan gemeten worden met bijvoorbeeld een colostrometer. Eens dit is gekend, kan worden berekend hoeveel liter biest het kalf gedurende de eerste 6 uur moet opnemen. De concentratie aan antistoffen in de biest kan verhoogd worden door middel van een vaccinatie bij de moederdieren voor het afkalven. Bespreek dit met je dierenarts voor verdere inlichtingen.

De biest van het moederdier heeft altijd de voorkeur. Het kalf heeft immers een grote kans om met dezelfde kiemen in aanraking te komen als de moeder. Let wel op met biest van bijvoorbeeld paratuberculose- of mycoplasma-positieve koeien. Dit zijn infecties die via de biest overgedragen kunnen worden. Biest van dergelijke koeien wordt dus best niet gegeven.

Op gemengde vleesvee-melkveebedrijven wordt aan BWB-kalveren best biest van BWB-koeien toegediend, aangezien deze over het algemeen meer IgG bevat dan biest van melkkoeien.

Extra biest supplementeren (50 tot 100 ml, 2x daags) bij de dagelijkse porties melk van opgroeiende kalveren gedurende 2 tot 3 weken beschermt tegen diarree en zorgt bovendien voor een betere dagelijkse groei. Dit is uitermate belangrijk bij BWB-kalveren, aangezien bij deze dieren tijdens de eerste levensmaanden een dagelijkse groei van meer dan 600 g per dag nodig is voor het bereiken van een voldoende hoog volwassen gewicht.

Melkvoorziening

Kalveren krijgen poedermelk of verse melk. Er zijn positieve en negatieve punten aan beide vormen.

Poedermelk is duurder dan verse melk en het aanmaken ervan kan omslachtig en tijdrovend zijn (de juiste hoeveelheid poeder, de temperatuur van aanmaken…). Langs de andere kant is poedermelk altijd constant in samenstelling en volledig op de voederbehoefte van kalveren afgestemd. Bij verse melk kan dit nogal schommelen. Een ander voordeel van poedermelk is dat er nooit overdracht van ziektes zal zijn zoals paratuberculose, mycoplasma en salmonella. Voor de verdere groei en de ontwikkeling van het kalf en de ziektepreventie is het dus absoluut aan te raden om poedermelk te verschaffen. Indien er dan toch voor gekozen wordt om verse melk te geven, geef dan bij voorkeur melk met een laag vetpercentage, dat vrij is van ziektekiemen en verstrek zeker en vast géén separatiemelk waarin antibiotica zit. Het werkt negatief op de darmflora van het kalf en resistentie wordt in de hand gewerkt. Hierdoor zullen koeien op latere leeftijd moeilijker te behandelen zijn met antibiotica als ze kampen met een bacteriële infectie. Naast een adequate melkvoorziening moeten jonge kalveren altijd de mogelijkheid hebben om water te kunnen drinken.

Vaccinaties

Om de kalveren nog een extra bescherming te geven, kan ervoor gekozen worden om over te gaan tot vaccinatie. Er kan tegen verschillende ziekteverwekkers gevaccineerd worden. We vermelden in dit artikel enkel de belangrijkste vaccins, je dierenarts kan je informeren voor welke aandoening er nog gevaccineerd kan worden.

Het vaccineren van moederdieren om meer geconcentreerde biest te krijgen werd hierboven al aangehaald. Hierdoor zullen er voornamelijk meer antistoffen in de biest zitten die werken tegen de voornaamste diarreeverwekkers bij kalveren (E. coli, rota- en coronavirus).

De belangrijkste en meest toegepaste vaccinatie bij kalveren is zonder twijfel die voor de preventie van luchtwegaandoeningen. Er zijn verschillende soorten vaccins op de markt met elk hun specifieke kiemen waartegen ze werken. Je dierenarts kan je helpen om te bepalen welke kiemen er op jouw bedrijf verantwoordelijk zijn voor de luchtwegproblemen. Hierdoor kan een gepast vaccin gekozen worden en een vaccinatieschema op maat worden opgesteld.

Huisvesting

Naast alle maatregelen die ondernomen worden om de weerstand van het kalf te verhogen, moet er ook rekening gehouden worden met de omgeving waar de dieren gehuisvest zijn.

Plaats kalveren in de eerste 14 levensdagen in eenlingboxen of iglo’s. De overdracht van kalf op kalf is een belangrijke infectieweg voor diarree en luchtweginfecties. Dit wordt op deze manier dus voor een groot deel voorkomen. Een ander voordeel van een individuele huisvesting is dat er een betere controle is over de voederopname, gezondheid en mestkwaliteit van de kalveren. Hierdoor merk je sneller op wanneer een kalf niet volledig gezond is. Je kunt dus, indien nodig, vroeger ingrijpen.

Een kalf in een goed ingestrooide iglo met een bakje voor hooi en een emmer voor water en een andere voor melk.
Een kalf in een goed ingestrooide iglo met een bakje voor hooi en een emmer voor water en een andere voor melk. - Foto: UGent

Vanaf 2 weken tot ongeveer 4 maanden worden de kalveren het best in groep gehuisvest op stro. Dit kan in strohokken, groepsiglo’s of andere vormen van huisvesting. Bij groepshuisvesting is het erg belangrijk dat de ventilatie, luchtstroming, temperatuur, vochtigheid en isolatie goed geregeld is en nauw opgevolgd wordt. Het is te begrijpen dat een kalf die op nat stro ligt, in de tocht en in een te koude stal verblijft, sneller luchtwegproblemen zal krijgen dan een kalf die droog en uit de tocht ligt. Het ventilatiepatroon in de jongveestal kan relatief eenvoudig geëvalueerd worden met behulp van een rookproef, waarbij er rook in de stal gespoten wordt om te zien hoe deze zich verdeelt.

Naast alle beschreven punten kan men nog meerdere maatregelen nemen om de gezondheid en de groei van jongvee te verbeteren. Vraag hiervoor raad aan al uw adviseurs. Hou wel altijd in het achterhoofd dat desondanks alle genomen maatregelen, er altijd kalveren zullen zijn die ziek worden of sterven. We kunnen er echter wel naar streven om deze kans zo klein mogelijk te houden.

Brecht Scheirlinck, UGent

Lees ook in Melkvee

SMP-prijzen blijven op laag niveau

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 3 april met ons de financiële situatie in de wereld en de internationale zuivelmarkten. De geschatte voorraad mageremelkpoeder ligt vooral door de lagere productie lager dan vorig jaar eind januari.
Meer artikelen bekijken