Startpagina Melkvee

Botulisme is een sluipmoordenaar voor melkvee

Sinds het drama dat zich in 2018 afspeelde op een melkveebedrijf in Wuustwezel, is het duidelijk: botulisme is de sluipmoordenaar bij uitstek voor melkvee. Hoewel de ziekte weinig voorkomt, kunnen de gevolgen catastrofaal zijn.

Leestijd : 7 min

Botulisme wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium botulinum. Deze komt voor in de omgeving, maar ook gezonde dieren (zoals hazen, konijnen, pluimvee...) kunnen drager zijn. Opname van de bacterie zelf veroorzaakt geen schade. Het zijn echter de neurotoxinen die deze bacterie produceert die grote schade berokkenen bij zoogdieren. Minimale hoeveelheden zijn reeds voldoende om een toxische reactie uit te lokken.

Bepaalde toxines zorgen voor gevaar

In totaal bestaan er 7 verschillende soorten van deze botulinetoxinen (A,B,C,D,E,F en G). De gevoeligheid aan de verschillende typen toxinen verschilt per diersoort. Wat runderen betreft zijn voornamelijk type B, C en D gevaarlijk. Type C en D zijn gerelateerd aan kadavers van respectievelijk watervolgels en pluimvee en komen bij rundvee het vaakst voor. Beiden vogelsoorten zijn natuurlijke dragers van Clostridium botulinum. Wanneer de vogels overlijden, en het karkas ontbindt, ontstaat er een ideaal milieu voor de bacteriën om zich te vermeerderen. Ook de productie van toxinen komt hierbij op gang. Kadavers kunnen daardoor wekenlang met deze toxinen besmet zijn en een gevaar vormen voor de omgeving.

In vergelijking met type C en D, komt type B bij runderen in mindere mate voor. Dit type wordt in verband gebracht met de slechte conservering van ruwvoer en veroorzaakt bij runderen voornamelijk spijsverteringsstoornissen. Afhankelijk van het type en de besmettingsgraad kan de mortaliteit bij intoxicatie zeer sterk oplopen. De kans dat 80 tot zelfs 100% van de veestapel sterft na opname van botulinetoxinen is reëel.

Kuil is ideale voedingsbodem

Clostridium botulinum is een anaerobe bacterie. Dat wil zeggen dat deze goed groeit onder zuurstofarme omstandigheden. Daarnaast vereist deze bacterie een eiwitrijk milieu en voldoende hoge temperaturen voor de productie van toxinen. Naast een goed groeimilieu is er eveneens enige incubatietijd nodig voor de productie en verspreiding van deze toxinen.

Het is dus niet verwonderlijk dat kuilvoer de grootste risicopost vormt op het rundveebedrijf. Het mee inkuilen van één kadaver kan reeds voldoende zijn om meerdere koeien te vergiftigen. Omwille van de verhoogde temperaturen komt botulisme bij rundvee eerder voor in de zomermaanden. Toxinevorming komt op gang bij 10°C en bereikt een maximum productie bij 35 tot 37°C.

Symptomen van botulismevergiftiging

Een beginnend stadium van botulisme wordt wel eens verward met melkziekte of kopziekte. De dieren vertonen weinig energie, komen moeilijk recht of liggen met de kop in de flank. Ze herkauwen niet meer en er wordt geen voer of vocht meer opgenomen. Na opname via het voer worden de eerder besproken neurotoxinen via de bloedbaan verspreid doorheen het hele lichaam. Hierna binden ze zich aan de zenuwuiteinden. Signalen van de zenuwen naar de spieren worden hierdoor verhinderd en er treedt verlamming op. Dit is in eerste instantie zichtbaar aan een slappe staart. Vervolgens vertonen de dieren een wankele gang door het verzwakken van de achterhand. De spijsvertering valt stil en het is de uiteindelijke verlamming van het ademhalingstelsel die vaak voor een fatale afloop zorgt.

Een typisch verschijnsel bij botulisme is het verloop van de verlamming. Symptomen uiten zich namelijk van staart richting kop. De ernst van de symptomen is afhankelijk van het aantal opgenomen toxinen. Lage dosissen toxinen geven een meer slepend ziektebeeld, waar hoge dosissen tot acute sterfte kunnen leiden. In dit laatste geval zijn er weinig of geen voorafgaande ziektesymptomen aanwezig, waardoor de veehouder voor een plotse verrassing staat.

Symptomen zijn reeds zichtbaar vanaf 18 uur na intoxicatie en kunnen optreden tot 17 dagen na opname. Daarnaast kunnen symptomen eveneens sterk variëren naargelang het betrokken toxine. Intoxicatie ten gevolge van het type B toxine vormt een minder enstig ziektebeeld. Hierbij wordt voornamelijk de spijsvertering overhoop gehaald. Runderen vertonen diarree, verstopping, oprispingen en verminderde herkauwactiviteit.

Voorkomen is beter dan genezen

Hoewel botulisme onrechtstreeks wordt veroorzaakt door een bacterie, is het niet behandelbaar met antibiotica. Het gaat hier namelijk om een vergiftiging waarbij het kwaad reeds is geschied. Voor botulisme is er momenteel dan ook geen behandeling of antigif ter beschikking. Er bestaat wel een preventief vaccin, maar dat is in Europa niet geregistreerd. Behandeling bestaat hierdoor voornamelijk uit het beperken van verdere opname van toxinen en het toedienen van palliatieve zorgen. Door het snelle verloop kan je als veehouder namelijk vaak niet meer doen dan hopen op het beste en de zwaarst getroffen dieren uit hun lijden verlossen.

Door toenemende landbouwmechanisatie vergroot eveneens het risico op botulisme. Een bredere maaibalk vergroot namelijk de kans op maaislachtoffers. Daarnaast zorgen bredere schudders en harken er voor dat kadavers moeilijker worden opgemerkt tijdens de oogst. Ook het gebruik van een voermengwagen vergroot de kans op een hoger sterftecijfer in de stal. Het gevaar dat de toxinen in het rantsoen van de gehele veestapel terecht komen wordt door vermenging namelijk vele malen groter. Volledige controle op botulisme is daarom helaas niet haalbaar. Gelukkig zijn er wel enkele tips en tricks die men kan toepassen ter preventie van botulisme-insleep.

Opletten bij beweiding en ruwvoerwinning

Botulisme komt van nature voor in de omgeving en kan bij watervogels massale sterfte veroorzaken. Eén getroffen individu kan de dood van vele andere betekenen. Kadavermaden kunnen enorm veel botulinegif bevatten maar zijn hiervoor zelf ongevoelig. Het zijn als het ware botulinebommetjes die afdrijven naar het wateroppervlak wanneer er een kadaver aan de oever ligt. Daar zijn ze een snelle hap voor andere watervogels, wat hen eveneens fataal wordt. Deze kadavers vormen op hun beurt weer een bedreiging voor het milieu, en zo is de cirkel rond. Tijdens zo een uitbraak is er daarom een hoge besmettingsdruk naar de omgeving toe. Hierdoor loopt ook naburig vee een groter risico. Het is dus onverstandig om de runderen hier in de nabije omgeving te laten grazen. Als veehouder dien je extra alert te zijn wanneer er dode vogels worden aangetroffen in het grasperceel. Opvallende vogelsterfte kan je daarom best melden. Ook toegang van runderen tot natuurlijk stilstaand water (vijver of grote plas) is om bovenstaande reden niet aangeraden.

Het spreekt voor zich dat pluimvee op het bedrijf voor extra risico’s zorgt. Gemengde bedrijven staan daardoor voor een grotere uitdaging. Houd machines en materiaal voor pluimvee en rundvee daarom strikt gescheiden. Indien gemeenschappelijk gebruik niet valt uit te sluiten, heb je er baat bij extra aandacht te besteden aan de reiniging en desinfectie van deze materialen (voornamelijk de banden). Pluimveemest wordt bij voorkeur onmiddellijk afgevoerd en tevens niet uitgereden op percelen die bedoeld zijn voor de ruwvoerwinning van rundvee.

Akkers regelmatig controleren op wild of nesten zou eveneens routine moeten zijn. Tijdens het maaien/oogsten dient men ook extra waakzaam te zijn voor de aanwezigheid van wild. Groter wild kan door jagers uit het perceel verdreven worden. Het zijn vaak echter de kleinere dieren (vogels, hazen, konijnen) die onopgemerkt onder de maaibalk terecht komen. Tijdens het maaien verplaatsen ze zich vaak stelselmatig naar het centrum van het perceel, waar vervolgens ook de meeste slachtoffers vallen. Dit kan voorkomen worden door percelen van binnen naar buiten te maaien, waardoor deze dieren meer kans hebben om zich tijdig uit de voeten te maken. Ook het plaatsen van wildschrikkers op maaibalken kan een verschil maken. Verder geldt een algemene waakzaamheid tijdens het schudden, harken en oprapen van het gras. Eventuele kadavers kunnen zo opgemerkt en verwijderd worden vooraleer er wordt ingekuild.

Wees waakzaam voor wild en kadavers tijdens het schudden, harken en oprapen van het gras.
Wees waakzaam voor wild en kadavers tijdens het schudden, harken en oprapen van het gras. - Foto: Ben Scheelen

Infectiebron niet altijd te achterhalen

Bij verdenking van botulisme moet er zo snel mogelijk naar de bron van infectie gezocht worden. Op die manier kan verdere opname van toxinen vermeden worden. De bedrijfsdierenarts is verplicht om melding te maken aan het FAVV. Medewerkers van het FAVV komen ter plaatse om onderzoek te doen naar de bron van infectie. Aangezien kuilvoer vaak de boosdoener is, is het verstandig om het huidige voer te vervangen in afwachting van het onderzoek.

Vaak wordt de bron van infectie echter niet achterhaalt. Dit kan bijvoorbeeld doordat slechts één partij van de kuil besmet is en het besmette gedeelte reeds werd opgevoerd. Naast kuilvoer kan ook grasland of oppervlaktewater aan de oorzaak van botulisme liggen. Bij monstername van de weidepercelen bestaat eveneens de kans dat het besmette gedeelte net buiten de steekproef viel. Wanneer er geen precieze oorzaak aan het licht komt wordt het huidige ruwvoer dus best vervangen, zelfs wanneer de kuilanalyses een negatief resultaat aantonen.

Kan ik aanspraak maken op een verzekering?

Tot voor kort was een botulisme uitbraak niet verzekerbaar en werd dit eveneens niet gedekt door het sanitair fonds. Sinds het extreme voorval in Wuustwezel zit de angst voor botulisme (en de mogelijke financiële gevolgen) er stevig in. Landbouworganisaties pleitten dan ook voor een oplossing om zulke drama’s in de toekomst te verzachten. Als gevolg werd er afgelopen jaar een solidariteitsregeling opgericht door brancheorganisatie MilkBE. Een kleine bijdrage van alle landbouwers stelt deze organisatie in staat om tussen te komen in gevallen van extreme sterfte (meer dan 30% van de volledige veestapel). Hierbij werd eveneens een plafond van 115.000 euro vastgelegd.

Landbouwers die zich volledig willen indekken tegen het risico, kunnen sinds kort ook terecht bij private verzekeraars die hun bestaande polis uitbreidden. Voor een meerprijs per vergunde dierplaats ben je als veehouder gerust indien het noodlot toestlaat. Hierbij kan zowel de waarde van de getroffen dieren alsook de mislopen liters melk vergoed worden.

Karolien Hertogs

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken