Startpagina Tuin

Keukenkruiden van A tot Z (deel 3)

Kruiden behoren tot een groep van planten die al eeuwenlang zeer gewaardeerd worden omwille van hun uiteenlopende toepassingen. Zo waren ze in het verleden onmisbaar als bron van kleurstof, medicijnen, smaakmakers, insectenverdelgers en schoonmaakmiddelen.

Leestijd : 5 min

P roducten die we nu kant en klaar kunnen kopen in de supermarkt en waardoor de interesse in en de kennis over kruiden snel achteruitging. Sedert een 50-tal jaar echter, onder invloed van toerisme en vervagende grenzen, is de interesse in kruiden en het gebruik ervan in de voeding sterk toegenomen en hebben we opnieuw de smaak te pakken gekregen van voedsel op smaak gebracht met kruiden.

Waar we vroeger in de keuken vaak gebruik maakten van gedroogde kruiden, gebruiken we nu steeds vaker verse kruiden die we gebruiksklaar kunnen kopen in de supermarkt; of die we zelf eenvoudig kunnen kweken in de tuin. En ze hoeven niet per se apart in een kruiden- of moestuin. De meeste onder hen hoeven qua schoonheid, geur en kleur niet onder te doen voor andere tuin- of potplanten en passen dus gewoon op een geschikte plaats in de siertuin of als potplant op het terras.

Marjolein

Marjolein (Origanum vulgare), ook vaak Oregano genoemd, is een onmisbaar keukenkruid dat vanwege zijn decoratieve eigenschappen perfect in de siertuin past. Deze bossige, winterharde vaste plant wordt tot 40 cm hoog en groeit uit tot een toef met een breedte tot 45 cm. De aromatische blaadjes zijn ovaalvormig, donkergroen en de plant is van het midden tot het einde van de zomer bedekt met pluimen roze tot paarse buisvormige bloemetjes die druk bevlogen worden door allerlei insecten. De smaak en de geur van de plant variëren afhankelijk van de grond en de standplaats. De blaadjes hebben een zuiderse, verfijnde smaak verwant aan tijm en het kruidige aroma versterkt nog door het droogproces.

Teelt: Van oorsprong uit het Middellandse-zeegebied waar hij groeit op droge grond op zonnige open hellingen geeft hij bij ons de voorkeur aan goed doorlatende grond en een plekje in de volle zon. Marjolein heeft de neiging na zo’n 4 jaar te gaan verhouten en wordt dan minder aantrekkelijk. Het is dan ook aangeraden hem regelmatig te delen in het voor- of najaar om de plant jong en vitaal te houden. Vermeerdering kan ook door stekjes te nemen in de zomer.

Majoraan (Origanum majorana) wordt ook vaak verkocht als Marjolein en heeft een nog verfijndere smaak dan de bovengenoemde Oregano. Majoraan is bij ons niet winterhard maar laat zich gemakkelijk kweken uit zaad. Beide soorten worden op dezelfde manier gebruikt om pastasauzen, pizza’s, tomatensaus en groentegerechten te kruiden.

Peterselie

Peterselie (Petroselinum crispum) is een van de meest algemeen geteelde keukenkruiden die we dan ook vaak in grotere hoeveelheden aantreffen in de moestuin. Hoewel peterselie een winterharde tweejarige is die bij ons perfect kan overwinteren, wordt hij meestal als eenjarige geteeld omdat de kwaliteit van het blad het eerste jaar veel beter is.

Er bestaan verschillende peterselietypes die allemaal dezelfde smaak hebben, de ene al wat meer uitgesproken dan de andere. De meest geteelde is de krulpeterselie die zich met zijn mooi kroezende blaadjes uitstekend leent voor het garneren van soepen en schotels. Het blad van de gladde peterselie is wat minder aantrekkelijk maar heeft een sterker aroma en de plant groeit weelderiger. Wortelpeterselie heeft een glad blad dat lijkt op selderblad maar op dezelfde manier kan gebruikt worden als dat van de andere peterselies en heeft als extra troef een pastinaakachtige wortel die we kunnen gebruiken als groente (smaakt als knolselder, bereiden zoals pastinaak).

Teelt: Peterseliezaad is berucht om zijn trage en grillige kiemwijze en wordt daarom vaak voorgezaaid in potjes onder glas of in een verwarmde ruimte (17 tot 21°C) waardoor de kieming vlugger verloopt. Buiten zaaien kan in een warme en vochtige grond. Het kan helpen om de zaden enkele uren voor te weken in lauw water en te zaaien in zaaivoren die vooraf goed natgemaakt zijn.

Regelmatig wieden is nodig om de tere zaailingen voldoende licht en lucht te bezorgen. Gelukkig kan men ook gemakkelijk aan plantgoed geraken waardoor men de moeilijke kiemfase van de teelt kan vermijden. Geef peterselie een rijke, vochtige, goede grond (geen verse mest of jonge compost toevoegen) en een plekje uit de volle zon of onder de schaduw van insectengaas. Buiten zaaien kan van april tot half juli.

Rozemarijn

Rozemarijn (Rosmarinus officinalis) is een mooie groenblijvende plant die ongesnoeid tot 2 m hoog kan worden maar vanwege zijn mediterrane herkomst bij ons niet volledig winterhard is. De plant moet dus tijdens (strenge) vorstperiodes, zeker op gure, onbeschermde groeiplaatsen, afgedekt worden. Met zijn sterk aromatische, smalle, naaldachtige, grijsgroene blaadjes aan de houtige takken en zijn vroege voorjaarsbloei is het een plant die in elke tuin (ook als elegante kuipplant, waardoor de plant gemakkelijker te beschermen is in de winter) past. Rozemarijn varieert, afhankelijk van de selectie, sterk van uiterlijk. Soms zijn het compacte struikjes of sterk groeiende en hoog oprijzende planten maar er zijn ook kruipende soorten die heel laag bij de grond blijven.

Rozemarijn is een klassiek keukenkruid dat vaak wordt gebruikt in marinades, azijn, olie en slasaus maar ook voor het kruiden van braad- en stoofschotels.

Teelt: Rozemarijn laat zich best vermeerderen door het nemen van een zomerstek (juli – augustus) of door het opplanten van spontaan bewortelde takken (bij opgaand groeiende soorten kan men een tak afbuigen en een gedeelte daarvan bedekken met grond waardoor zich spontaan worteltjes op dit gedeelte zullen ontwikkelen). Geef rozemarijn een zonnige en warme standplaats op een goed doorlatende, kalkrijke grond. Rozemarijn verdraagt zeer goed droogte en heeft als potplant een hekel aan een natte potkluit. Door regelmatig (tot eind augustus) de toppen te oogsten ontstaat een mooie, goed gevulde struik.

Tijm

Er bestaan ongeveer 300 tijmsoorten (Thymus spp.) en heel veel hybriden en cultivars waarvan er vele 10-tallen soorten gekweekt en verkocht worden. Het zijn klein blijvende, houtachtige, overblijvende planten, die afhankelijk van de soort bij ons meer of minder winterhard zijn. Veel soorten, vooral de kruipende en zodenvormende met kleine blaadjes en takjes) worden vooral om hun sierwaarde geteeld maar enkele soorten zijn onmisbaar als keukenkruid voor het op smaak brengen van marinades, vlees, stoof- en braadschotels en soepen. Vooral Thymus vulgaris (gewone tijm) en Thymus citriodorus (citroentijm) worden aangeplant omwille van hun culinaire kwaliteiten.

Teelt: Zet tijm op een warme, zonnige groeiplek op een droge, doorlatende, kalkrijke grond of gebruik hem als potplant. Tijm verdraagt zeer goed droogte en heeft een hekel aan winternatte gronden. Omwille van zijn groeivoorkeuren valt hij perfect te combineren met Rozemarijn. Rozemarijn kan in het voorjaar (maart – april) in een verwarmde ruimte (20°C) worden voorgezaaid in potjes maar het duurt lang vooraleer men een gezaaid plantje kan oogsten . Daarom is het beter oudere planten in het voorjaar (april-mei) te scheuren en de gescheurde, bewortelde delen opnieuw uit te planten.

G.B.

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken