Startpagina Archief

Rassen, bemesting

en ziektebestrijding in prei

In een vorig nummer van Landbouwleven brachten we reeds verslag uit van het seminarie dat doorging tijdens de Internationale Praktijkdag Prei op 9 oktober in het PCG in Kruishoutem. Ook bespraken we het onderzoek dat door het centrum werd uitgevoerd rond differentiatie van prei in de supermarkt. In dit artikel gaan we dieper in op een aantal proeven inzake rassen, bemesting en ziektebestrijding.

Leestijd : 6 min

Onderzoekster Nathalie Cap gaf uitleg bij de proef waarin diverse middelen en schema’s werden uitgetest ter bestrijding van trips in prei. In de proef werden zowel nieuwe chemische middelen als biologische middelen in het kader van IPM uitgetest.

Door de minder goede weersomstandigheden van dit jaar (extreem natte julimaand), is er dit jaar veel aantasting van trips. In augustus kenden we een piek in de besmetting en ook in september bleef de druk dit jaar zeer hoog en was trips zeer moeilijk te bestrijden. Dat was ook in de proef van het PCG het geval.

In die proef werden, naast een onbehandelde controle, elf producten of schema’s uitgetest, waaronder het referentieschema Mesurol, Tracer en Vertimec, gespoten volgens de waarnemingen en waarschuwingen. Eind september noteerde men daar 15 % van het bladoppervlak aangetast door tripsvlekjes, tegenover 36 % in de onbehandelde controle. Een aantal chemische proefmiddelen (die in de eindfase van de erkenningsprocedure zijn) leverden een duidelijk beter resultaat op (7 % van het bladoppervlak aangetast). Het gaat hier om systemische middelen die wel een iets tragere werking opleveren. Vandaar dat het resultaat eind augustus nog minder goed merkbaar was. Eén van deze chemische middelen (een middel dat familie is van Tracer) lijkt daarbij zeer beloftevol (nog iets beter resultaat dan Tracer). Ook Tracer + glucose en Tracer + hechter leverden een goed resultaat op. Bij de uitgeteste biologische middelen was dat niet het geval. Ook een hechter alleen leverde geen bestrijding op.

Naast de proef inzake tripsbestrijding werd door het PCG ook een proef aangelegd inzake bestrijding van papiervlekkenziekte. Dit jaar is het fungicide Infinito ook erkend voor de bestrijding van papiervlekkenziekte. Het leverde in de proef dit jaar een uitstekend resultaat op. Dat was ook het geval met Prevint, en met een proefmiddel. Een aantal ‘oudere’ middelen, zoals Tanos en Signum, leverden daarentegen in de proef geen resultaat meer op tegen papiervlekkenziekte. Folio Gold en ook Dithane (mancozeb) leverden eveneens een behoorlijk resultaat op.

Conclusie van deze proef is, zo stelde Nathalie Cap, dat het best is de middelen goed af te wisselen om de werking ervan te behouden.

Bemesting

Naast gewasbeschermingsproeven legt het PCG ook jaarlijks proeven aan inzake bemesting. Een eerste proef is een stikstoftrappenproef. Bedoeling is om na te gaan of je met de huidige bemestingsnormen nog hoge opbrengsten van voldoende kwaliteit kunt bekomen.

Naast een onbemeste controle werd vooreerst een object aangelegd waarbij volgens de norm (KNS-systeem) werd bemest met 120 eenheden kalkammonsalpeter 27 %, breed voor planten en nadien 93 eenheden KAS als bijbemesting. Daarnaast werden ook twee objecten aangelegd met enerzijds 40 % lagere bemesting dan de norm en anderzijds 40 % hogere bemesting dan de norm.

Visueel was duidelijk merkbaar dat de zwaarst bemeste prei er het donkerst bij stond. Het volume was het grootst bij de bemesting volgens de norm en die prei stond er ook het gezondst bij. Bij de oogstbeoordeling zag men ook dat het verschil in kleur er terug in voorkwam. Qua bladbreuk en sleet waren er ook verschillen (hoe hoger de bemesting hoe groter). Het hoogste gemiddeld stukgewicht werd behaald bij bemesten volgens de norm, maar die verschillen binnen de verschillende bemeste objecten waren niet significant. Dat kan te maken hebben met de overvloedige regen, zo veronderstelt onderzoekster Lore Lauwers.

Kijken we naar de maatsortering dan zien we dat het deel – 2 cm bij het onbemeste object 29 % bedroeg, tegen 7 % bij het bemesten volgens de norm, 9 % bij norm min 40 en 5 % bij norm + 40 %. Bij alle objecten was het deel 2- 3 cm het grootste, maar enkel bij de bemeste objecten was er ook een beduidend aandeel 3-4 cm.

Bij het onbemeste object werd geen Flandria prei aangetroffen, terwijl dat bij het object met bemesten volgens de norm 35 % was en ook bij de twee andere bemeste objecten rond de 30 à 34 % lag.

Bij bepaling van het nitraatresidu bij de oogst merkte men dat hierbij nog de verschillende stikstoftrappen aanwezig waren. Volgens onderzoekster Lore Lauwers kan men uit deze stikstoftrappenproef besluiten dat om een kwaliteitsvolle oogst van prei te bekomen men goed moet nadenken over de bemesting (nitraatresidu). Over het algemeen kan men stellen dat de norm voldoet om hoge opbrengsten van goede kwaliteit te bekomen.

In een tweede bemestingsproef werden verschillende bemestingsstrategieën met elkaar vergeleken in late herfstprei. Naast een onbehandeld object is er ook een object waarbij met Agrocote 180 eenheden stikstof per ha werd gegeven. In de andere objecten werd voor het trekken van de ruggen 100 eenheden ammoniaknitraat 27 % toegediend en nadien 80 eenheden bijbemest onder verschillende vormen (ammoniumnitraat of Entec of Agrocote). Ook lag er een object aan waarbij voor bijbemesting via bladvoeding werd gekozen (Azofol).

Op het ogenblik van het bezoek (9 oktober) was er wel een duidelijk verschil tussen het onbemeste object en de andere, maar tussen de behandelingen waren er nog geen verschillen merkbaar. Wel leek het object met ammoniaknitraat bij het trekken van de ruggen gevolgd door Agrocote als bijbemesting het iets beter te doen dan de overige, maar volgens Lore Lauwers is het nog afwachten voor het definitieve resultaat.

Tot slot gaf ze nog toelichting bij een proef inzake toediening van startfosfaten in prei. In die proef wordt het effect van verschillende startfosfaten nagegaan. Er wordt gekeken hoeveel fosfor de prei effectief heeft ogenomen en dit wordt dan teruggekoppeld met de fosfaatnormen binnen MAP 5 om de bemestingsnormen te optimaliseren.

Elk object heeft in deze proef bij de start 100 eenheden ammoniaknitraat gekregen, samen met de verschillende startfosfaten. Dit wordt dan vergeleken met een object waarbij enkel ammoniumnitraat werd toegediend. Volgens Lore Lauwers was er bij het begin van de proef (in juni) een heel duidelijk effect te zien van de startfosfor, maar dat is nadien enigszins weggevallen. Wel hebben de gecoate meststoffen, de tripelfosfaat en de ammoniumpolyfosfaat het goed gedaan tot op het einde. En dat vertaalde zich ook in een betere maatsortering. Heel duidelijk bleek uit deze proef dat een goede combinatie tussen ammoniumnitraat en startfosfor heel belangrijk is om een hogere opbrengst te behalen.

Rassenproeven

Robrecht Winnepeninckx gaf een overzicht van de verschillende rassenproeven die door het PCG werden aangelegd.

Een eerste was een rassenproef prei vroege herfst. De prei werd gezaaid op 18 maart, geplant op 14 juni (tussen twee regenperiodes in) en een gedeelte geoogst op 23 september met een gemiddelde opbrengst van 34 ton per ha. De proef lag aan op geen te beste grond, waardoor er nogal wat heterogeniteit is.

Goede resultaten werden bekomen door Cherokee en daarnaast ook door Krypton. Cherokee groeit echter beduidend trager dan Krypton, iets waar men bij de rassenkeuze rekening mee moet houden. Krypton had op het ogenblik van het bezoek (9 oktober) wel reeds zijn kilo’s, maar het percentage Flandriaprei zat nog niet op niveau. Delmas was dit jaar niet zo goed, maar behaalde vorig jaar wel goede resultaten. Bij Belton werd heel wat bladbreuk vastgesteld (invloed van de beregening?). Curling toonde zich ook dit jaar een standvastig ras met een goede Flandriakwaliteit, zij het dat het iets minder snel groeit. Mako Nice haalt dit jaar matige resultaten en Mako Power stond er dit jaar wat heterogeen bij en schakelt vrij snel. Nunton is zeer kort geschakeld en ziet er mooi uit. Poulton stond met iets minder kilo’s op het veld, maar toonde zeer donker. Ook Skater groeit iets trager, maar toonde wel een goede verhouding Flandriakwaliteit.

Er werd ook een rassenproef industrie herfstteelt aangelegd. De resultaten van dit jaar waren begin oktober nog niet gekend, maar in een gelijkaardige proef in 2015 werden goede resultaten behaald door Krypton, Duraton en Megaton.

Tot slot werd ook een rassenproef voor prei dwars in de kist uitgevoerd. De resultaten daarvan werden in detail besproken in Landbouwleven van 28 oktober jl.

A.D.M.

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen