Er is steeds meer interesse in de scheiding van drijfmest op het bedrijf. Het is een eenvoudige, betaalbare manier om nutriënten (voornamelijk fosfor), via de dikke fractie na scheiding, van het bedrijf te halen. De resterende dunne fractie bevat het grootste deel aan N en K, en is op die manier een interessante, homogene NK-meststof voor gebruik op Vlaamse akkers. Echter rijzen hierbij verschillende vragen zoals hoe kan deze dikke fractie na scheiding (rijk aan fosfor en koolstof) het best gevaloriseerd worden.
Waarom mest scheiden?
De fosforlimieten in MAP5 worden steeds strenger, wat betekent dat bij bemesten fosfor limiterend kan worden. Drijfmest, dat afkomstig is van varkens of runderen, kan gescheiden worden in een dunne fractie en een dikke fractie. De specifieke samenstelling van deze producten hangt sterk af van de ingaande mest en het type installatie.
De dunne fractie is rijk aan stikstof en kalium en kan als meststof gebruikt worden op eigen land. Het voordeel hier is dat het minder rijk is aan fosfor en stikstof in vergelijking met mengmest, zodat er meer kan afgezet worden op het land. Algemeen bestaat de stikstof uit 50 tot 60% minerale stikstof, waardoor een sneller opname van de stikstof mogelijk is. Slechts een vijftiental procent van de drijfmest bestaat uit dikke fractie. Als men de dikke fractie afvoert, zijn er dus minder mesttransporten nodig dan bij afvoer van de ruwe drijfmest. Die laatste bevat vooral de fosfor en organische stof, zodat bij afvoer van de dikke fractie voornamelijk fosfor van het bedrijf wordt gehaald.
Mestscheiders
Verschillende constructeurs hebben vaste installaties in hun gamma om mest te scheiden. Zo biedt Jovas een hellende zeef/zeefbocht, terwijl GEA en Pieralisi een centrifuge in het gamma hebben. Ook een vijzelpers is mogelijk. De centrifuge en vijzelpers zijn ook in mobiele versie beschikbaar, via een oplegger of een aanhangwagen.
Nieuwe ontwikkelingen zijn onder andere de zeefschijven en de squeezer. Die laatste is uit Japan overgekomen en kan gezien worden als een combinatie van een centrifuge en vijzelpers. Hoewel deze ontwikkeld is voor slib, zijn nu ook testen bezig voor drijfmest. De zeefschijf is nog in ontwikkeling en werd geïntroduceerd door Marc Bollaert, winnaar van vorige Ivan Tolpe prijs.
Prijs?
De zeefbocht is goedkoper dan de centrifuge en heeft een lagere scheidingsefficiëntie dan een centrifuge. Belangrijk is wel te melden dat de centrifuge een heel groot fosforscheidingsefficiëntie heeft, maar wel onderhoudsgevoelig is. Een vijzelpers wordt vooral gebruikt voor het scheiden van rundermest, omdat hier meer vezels in zitten, wat het vormen van een prop bewerkstelligt, en centrifuges gevoeliger zijn voor de vezels en het zand in rundermest.
Hoe financier je dan een mestscheider? Melkveehouder Jan Wallays uit Staden kocht samen met drie andere veehouders een mestscheider, die ze dan samen konden gebruiken. Aangezien niet iedereen de mestscheider even veel gebruikt, wordt de onderhoudskosten berekend naar het aantal uren dat de installatie op elk bedrijf werkt.
Het is ook mogelijk om een mobiele vijzelpers of centrifuge naar het bedrijf zelf te laten komen, en zo de mest te scheiden. Voor een mobiele vijzelpers betaalt u ongeveer 20 euro per uur, met daarbovenop de kosten van transport en afzet van de dikke fractie, van elektriciteit en nog een vaste kost. Voor de centrifuge wordt een viertal euro per m³ voor de scheiding en dezelfde prijs voor transport en afzet van de dikke fractie gerekend.
Van vlok naar dikke fractie
Deze technieken kunnen eventueel ook gecombineerd worden met coagulanten en polymeren of vlokvormers. Coagulanten zijn ijzer- of aluminiumchloriden die geladen deeltjes gaan neutraliseren zodat ze samen gaan klitten tot vlokken. Polymeren zorgen voor het groter maken van de vlokken. Op die manier wordt het makkelijker om de dikke fractie te gaan afscheiden. Dit wordt vooral gebruikt bij digestaat omdat daar de vezels al afgebroken zijn in het vergistingsproces.
Waar naartoe met de dikke fractie?
Er zijn verschillende mogelijkheden om de dikke fractie te valoriseren. Allereerst kan de dikke fractie gedroogd of vergist worden. Daarnaast is het mogelijk om het materiaal naar een biothermische drooginstallatie te brengen. Er zijn zo acht installaties in België, waar het product door microbiële broei wordt gehygiëniseerd. Op die manier krijg je een exportwaardig product, maar ook een product dat afzetbaar is bij particulieren. Het kan ook gebruikt worden als strooisel in ligboxen, maar dat wordt enkel in Nederland toegepast (in België is dit niet toegelaten, in Nederland wel).
Het product kan ook op eigen bedrijf verwerkt worden, bijvoorbeeld door extensieve compostering of fermentatie. Op die manier wordt het product verder gevaloriseerd tot een interessant bodemverbeterend product dat op eigen land kan worden gebruikt. Hier is de temperatuur onvoldoende om van hygiënisatie te kunnen spreken. Wil men dit toch, dan is een extra stap nodig om hygiënisatie te behalen.
Hygiënisatie van mest op bedrijfsniveau (NL)
In Vlaanderen worden vaste mestsoorten meestal centraal verwerkt bij een composteerder of droger. Het is echter ook mogelijk om op het bedrijf zelf de mest, na scheiding, te hygiëniseren om een exportwaardige dikke fractie te verkrijgen. Verschillende constructeurs en verdelers hebben een dergelijk hygiënisatie-/composteersysteem op de markt.
Een voorbeeld vindt men bij het Nederlands bedrijf ‘den Eelder’. Hier staat een ‘Bedding Master’ van de verdeler VT Products: een ronddraaiende trommel waarmee mest of digestaat, zonder externe warmte, gecomposteerd en gehygiëniseerd wordt. Het natuurlijke composteerproces zorgt voor een temperatuur tot ongeveer 60°C. In Nederland werd dit systeem al erkend volgens de EU1069/2009.
Momenteel zijn er drie installaties die op rundermest draaien, twee op digestaat en één op een mengsel van varkens-, runder- en pluimveemest. Hygiënisatie van pure rundermest of digestaat is geen probleem. Bij varkensmest moet een klein deel vezelrijk materiaal (zoals pluimveemest) bijgevoegd worden zodat in de hoop een voldoende hoge temperatuur wordt bereikt. Een verblijftijd van 15 tot 24 uur is nodig voor een volledige afdoding van bacteriën (verblijftijd is afhankelijk van input).
Voor minimum 175 koeien
Vanaf 175 koeien kan dit systeem gebruikt worden. Het bedrijf ‘den Eelder’ heeft 500 koeien, wat overeenkomt met 17.000 m³ mest/jaar. Eerst wordt alle verse mest met een ‘Microferm’ vergist, dan wordt het digestaat door de Bedding Master gehygiëniseerd.
Het digestaat wordt eerst met een vijzelpers gescheiden, waarna de dikke fractie door de trommel gaat. De trommel moet altijd volledig gevuld zijn. Vanaf de achterzijde van de trommel wordt lucht door de mest geblazen; aan de voorkant wordt de ammoniakrijke lucht afgezogen. De bijkomende arbeid die de machine vraagt is slechts 20 minuten per dag.
Meer scheiding varkensmest
Hoewel er meer varkensmest dan rundermest wordt gescheiden, wordt er sinds 2014 steeds meer rundermest gescheiden, o.a. door het wegvallen van de melkquota en de strengere fosfaatbemestingsnormen. In 2016 is er zo’n 14.000 ton dikke fractie rundermest getransporteerd. Het omgekeerde is waar bij varkensmest, waar in 2016 een daling van 24.000 ton merkbaar is ten opzichte van 2015. In 2016 werd nog 243.000 ton dikke fractie geproduceerd. De cijfers zijn gebaseerd op transportdocumenten via mestafzetdocumenten en grensboerdocumenten, en niet op de afzet via burenregeling.
Export?
Sinds 2010 kan ruwe varkensmest, zonder hygiënisatie, naar Nederland worden getransporteerd om daar uit te rijden. Sinds kort kan ruwe varkensmest ook naar Frankrijk om daar in een 1069-erkende mestverwerkingsinstallatie verder verwerkt te worden. Ongeveer 98% van de dikke fractie varkensmest gaat eerst naar verwerking in België, voordat ze worden getransporteerd of geëxporteerd. Bij rundermest wordt de dunne fractie vooral gebruikt voor uitrijden op veld, terwijl de dikke fractie vooral naar de verwerking gaat.
De export van verwerkte producten is veel meer in vergelijking met de niet-gehygiëniseerde fractie. De verwerkte producten werden in 2016 vooral geëxporteerd naar Frankrijk. Van de omringende landen gaat een redelijk deel nog naar Nederland en een beetje naar Duitsland.
MV