Wat haal je eruit?
Miscanthus
Miscanthus of olifantsgras staat vooral bekend als biomassagewas. De houtige stengels en de bladeren zijn inderdaad geschikt om te verbranden, maar toegepast in mulch, bouwmateriaal, stalstrooisel, entmateriaal voor zwammen en zelfs als de vezelcomponent in ‘inkt’ voor 3D-printers zouden ze veel meer kunnen opbrengen. Dat vertelt Hilde Muylle (ILVO), nadat ze de teelt zelf in detail heeft toegelicht.
Het gewas vermeerdert zich via rhizomen. Daarvan heb je er zo’n 15.000 nodig per ha, waarvan er vervolgens 60 tot 80 % aanslaan en uitgroeien. Die ‘blote’ rhizomen kosten per stuk 15 tot 20 eurocent. Er bestaan ook opgepotte rhizomen, die het dubbele kosten, maar meer garantie geven. Na die eerste investering kan je minstens 15 jaar voort, met een jaarlijkse oogst tussen de 15 en 20 ton droge stof per hectare (DS/ha).
Weinig werk
Het eerste jaar is de opbrengst veel beperkter. Volgens mevrouw Muylle kan je dat compenseren door korrelmaïs in te zaaien tussen de rhizomen. Het gewas kan zich dan nog niet sluiten, waardoor ook onkruid het eerste jaar voor problemen kan zorgen. Een hele lijst aan herbiciden werd al goedgekeurd. “In juli en augustus groeien de planten snel. Na twee jaar sluit het gewas zich en is er geen nood meer aan herbiciden”, weet ze.
Miscanthus is niet erg kieskeurig en gedijt goed zowel op zand als klei, en op armere bodems en overstromingsplaatsen. “Het veld moet wel berijdbaar zijn tussen januari en april om te oogsten”, verduidelijkt mevrouw Muylle. Die bodem hoeft ook niet zwaar bemest te worden. Zonder gaat vaak ook. Voor de oogst heb je geen speciale uitrusting nodig. Hakselen kan met een maïshakselaar (25-50 mm haksel). Wie liever balen heeft kan met een maaibalk en balenperser aan de slag.
Korteomloophout
Bert Reubens (ILVO) is in Vlaanderen een expert op het vlak van boslandbouw, of agroforestry, waarbij je de teelt van landbouwgewassen of -dieren combineert met bomen. De productie van korte omloophout (KOH) verschilt daarvan: hier gaat het niet om de combinatie, maar om het maximaal benutten van de productie van houtachtigen in de jeugdfase. “Om die reden volgt KOH niet dezelfde regelgeving”, benadrukt de
Rendabiliteit
Koolzaad: verleden tijd?
“Heel vaak maakt de prijs dingen interessant”, steekt Alain Vandaele (Inagro) van wal. Dat was niet anders
Een auto ombouwen zodat die op PPO reed kwam neer op 1.500 à 2.000 EUR. De bestelwagen die Inagro had omgebouwd, heeft nog 150.000 km gereden op PPO. Hij boette 5 % in aan vermogen, en verbruikte 5 % meer. Vandaag is de hype gedoofd: het is een pak ingewikkelder om auto’s om te bouwen, en de prijzen van olie en landbouwgrond rechtvaardigen de investering niet meer.
Meer dan dubbele van wintertarwe
Wie alles ten volle benut kan er echter wel nog voordeel uit halen. Bedrijven die zelf de olie eruit persen en zo voorzien in hun eigen energiebehoeften recupereren doorgaans ook alle warmtestromen (bijvoorbeeld voor de verwarming van biggenbatterijen).
Het systeem is CO2-neutraal. Het komt in aanmerking voor groene stroomcertificaten en warmtecertificaten, maar dat vraagt veel administratieve rompslomp. Naast olie (ongeveer één derde) levert koolzaad ook een eiwitrijke koek (twee derde) die erg geschikt is als diervoeder.
“Koolzaad kan je ook kwijt op de markt. De prijs is doorgaans twee tot twee en een half keer zo hoog als die van wintertarwe. Nochtans kost de teelt van koolzaad maar laat ons zeggen 100 EUR meer”, volgens de heer Vandaele. Het is zeker geen of/of-verhaal: over het algemeen valt het werk vóór de tarwewerkzaamheden.
Betere bodemstructuur
Eigenlijk is koolzaad al een volwaardige akkerbouwteelt, zeker in Wallonië en vooral in Frankrijk. In Vlaanderen heersen er hardnekkige vooroordelen, betreurt de heer Vandaele. “Koolzaad is een wonderlijk gewas, dat fenomenaal kan recupereren. Het komt eigenlijk altijd goed na een tegenslag, al moet je dan geen maximum opbrengst verwachten.”
Andere redenen om koolzaad te overwegen ziet de heer Vandaele in verruiming van de teeltrotatie en het weldadig effect op de bodemstructuur. Hij maakt melding van wel 1.000 kg meer opbrengst in tarwe na koolzaad. Met slakken zijn er weinig problemen, met aardvlooien meer vanwege de neonicotinoïden die wegvallen. Het probleem van de hauwvastheid is intussen opgelost: hauwvaste rassen kunnen makkelijk drie weken regen verdragen zonder grote verliezen, wat een grote vooruitgang is.
Toekomst voor covergisting onzeker
ILVO-onderzoeker Alex De Vliegher bespreekt ook nog de mogelijkheden van maïs en sorghum. Die leveren
Energiemaïs: beter in rotatie
Bijgevolg ziet de heer De Vliegher het areaal energiemaïs in Vlaanderen niet stijgen. Dat ligt nu niettemin op 4.000 ha. “Het is een stabiel en gemakkelijk product. Bij de teelt van energiemaïs komt het erop aan zoveel mogelijk biomassa te bekomen, ter
Bio-ethanolproductie
Nog een mogelijkheid is om korrelmaïs te telen en enkel de gewasresten naar de vergister te brengen. De korrels gaan dan naar een fabriek die ze verwerkt tot bio-ethanol en enkele interessante nevenproducten. Tot die laatste behoren de eiwitrijke diervoedercomponent DDGS, electriciteit, olie en vloeibare koolstofioxide.
“Bio-ethanol moet volgens de Europese richtlijnen op een duurzame manier geproduceerd worden. Dat wil zeggen dat een fabriek op een duurzame manier aan haar grondstoffen moet komen. Voor akkerbouwers in de buurt van zo’n fabriek is het dan ook gunstig de maïs daar af te zetten, en om een goed rendement te halen”, legt de heer De Vliegher uit. Toch geldt ook hier dat de toekomst van de sector afhangt van het al of niet doorgaan van de subsidieregeling.
Betaling volgens DS-opbrengst
In de Gentse kanaalzone verwerkt bioraffinage-installatie Alco Bio Fuel 5.000 ha regionale korrelmaïs. Het bedrijf streeft ernaar om inlandse korrelmaïs te verwerken van half september tot einde december. De betaling gebeurt op basis van de opbrengst aan droge stof (DS). Bovendien geeft het bedrijf een toeslag bij vroege oogst. Dorsen kan beneden een vochtgehalte van 35%, en de maïs hoeft niet gedroogd te worden.
Dat vochtgehalte laat toe om vroeger te oogsten, wat beter is voor de bodem en het volggewas. Verder is het mogelijk om latere, productievere rassen in te zaaien. Door de maïs onder folie te telen stijgt de bodemtemperatuur. Op die manier kan je eveneens die latere, productievere rassen gebruiken, en vroeger inzaaien en/of oogsten.
Wat economische rendabiliteit betreft raadt de heer De Vliegher een combinatie aan van de voorgaande mogelijkheden: korrels voor bio-ethanol, een deel restplant voor vergisting en het andere deel als organische stof op het veld. Dat laatste benadrukt hij om de bodemvruchtbaarheid te bewaren.
Sorghum als derde teelt?
Volgens de heer De Vliegher heeft sorghum (kafferkoren), zeker in het beginstadium, veel gemeen met maïs. Beide C4-planten leveren biomassa voor vergisting, zoals eerder besproken. Daarnaast kan sorghum ook dienen als kuilvoedergewas, vergelijkbaar met kuilmaïs. “Binnen het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn er veel akkerbouwers en melkveehouders op zoek naar een derde teelt. Sorghum kan daarin een rol spelen als groenvoederproducent”, redeneert de heer Lamont.
Wat zijn nu de voordelen van sorghum vergeleken met maïs? “Sorghum heeft een diepere beworteling dan maïs. Het gewas heeft ook minder water nodig per ton DS. Verder heeft sorghum resistentie tegen een aantal plagen waar maïs mee te kampen heeft”, somt de heer De Vliegher op. Die eigenschappen maken het gewas interessant om op te nemen in de gewasrotatie.
Opbrengst en kwaliteit
Maar is dat voldoende reden om een deel van het maïsareaal te vervangen door sorghum, in het kader van de wetgeving i.v.m. het Ecologisch Aandachtsgebied (EAG)? In samenwerking met het Nederlandse Louis Bolk Instituut vergeleek ILVO in 2016 de prestaties van sorghum met die van kuilmaïs, het vertrouwde gewas.
Op het gebied van opbrengst zagen de onderzoekers een aantal veelbelovende lijnen in de sorghum. Wat de kwaliteit betreft lag het eiwitgehalte steeds hoger dan dat van maïs. De verteerbaarheid is over het algemeen lager, toch zijn er een aantal lijnen sorghum die heel behoorlijk scoren. Het zetmeelgehalte van de verschillende sorghumlijnen is soms hoger, en soms lager dan dat van de kuilmaïs. De sorghum bevat wel meer lignine, zonder uitzondering.