begeleiding zijn de fundamenten van mijn beleid”
Grootmoeder was boerin
Uiteraard is landbouw de West-Vlaamse politica uit Torhout niet onbekend. Haar grootmoeder, langs vaders kant, was boerin in Werken (bij Zarren) en het landbouwbedrijf werd later verdergezet en uitgebouwd door familieleden. Als voormalig onderwijsminister gaf Hilde Crevits ook nieuwe kansen aan het landbouwonderwijs, dat een sterke basis vormt voor de nieuwe en jonge generatie land- en tuinbouwers.
U moest op het laatste moment afzeggen voor Agribex. Wat was de reden daarvoor?
Die afzegging vond ik bijzonder jammer. Het was de bedoeling om op vrijdagnamiddag op bezoek te gaan en er was dan ook samen met de organisatoren en bedrijven, waaronder CNH uit Zedelgem, een heel mooi programma samengesteld. Helaas stond die dag, zoals u weet, ook het Vlaamse klimaatplan op de agenda van de Vlaamse regering waardoor die ministerraad veel langer uitgelopen is dan gepland. Meteen daarna was er dan de persconferentie over de nieuwe voorzitter van onze partij. Een bijzonder spijtige samenloop van omstandigheden dus en iets dat ik zeker de volgende editie goed zal maken.
Oké, dat is genoteerd. Naast meer respect vraagt de boer ook een beter inkomen.
Zeker, of dat nu ‘respect’ of ‘boerentrots’ is. We hebben zulke campagnes nodig om boer en burger dichter bij elkaar te brengen. Er wordt veel over de boeren gesproken. Al te vaak gebeurt dat echter met een vermanend vingertje. Ik ga de komende jaren veel inspanningen doen om die dialoog met de boeren te versterken. Ze verzetten nu al bergen werk, maar dat geraakt al te vaak ondergesneeuwd door andere zorgen en problemen.Op het vlak van prijszetting is er de globalisering, de internationale markt. Om bijvoorbeeld Europese goederen en diensten uit te kunnen voeren, verwachten onze handelspartners dat wij in ruil producten binnenlaten waar zij goed/goedkoop in zijn. Meestal gaat het dan om landbouwproducten, zoals graan, vlees, suiker… Handelsovereenkomsten leiden tot opportuniteiten, maar het valt niet te ontkennen dat landbouwproducten vaak als pasmunt worden gebruikt bij zulke handelsovereenkomsten.Dat leidt tot absurde situaties, die heel moeilijk te verdedigen zijn tegenover onze boeren. Zo verbood Europa in 2010 de kooihuisvesting voor legkippen. Kooien werden dan maar hier bij ons afgebroken en verhuisden naar Oekraïne. Raad eens van waar we nu eieren invoeren? Ja, van kippen uit die Oekraïense kooien. De Vlaming moet veel meer beseffen waar zijn eten vandaan komt en daar rekening mee houden als hij in de winkel staat.
Hoe kunt u de landbouwer meer slagkracht geven?
Door in te zetten op samenwerking, innovatie en bedrijfsspecifieke begeleiding. Hoe groter de meerwaarde is die een landbouwer kan creëren voor zijn producten door een uniek verhaal te brengen én die ook kan valoriseren op de markt, hoe stabieler zijn inkomen wordt.Als je de prijs in de supermarkt vergelijkt met de prijs die de boer voor zijn product ontvangt, dan begrijp je: dat is bijna niet leefbaar. Ik raad daarom aan dat boeren zich nog meer gaan verenigen. Ik ga een inspanning doen om meer brancheorganisaties te krijgen. Het is pas als je je verenigt, dat je impact kunt hebben op de prijs. De boer moet niet alleen ploegen, boeren moeten samen een ploeg vormen, dat maakt hen sterker. Ik geef dan ook volop steun aan samenwerking binnen de keten, en andere initiatieven.
Klimaat is een van de grote uitdagingen: de vermindering van de broeikasgassen, de methaanuitstoot in de veeteelt… Als het regent in Den Haag, druppelt het in Brussel.
De klimaatuitdagingen zijn er voor alle sectoren, dus ook voor landbouw. We moeten durven discussiëren op basis van feiten én rekening houden met een wereldwijd gegeven van de klimaatuitdaging. De CO2-uitstoot van een appel die vanuit Nieuw-Zeeland wordt ingevoerd is 10 keer groter dan de uitstoot van een lokaal geteelde en bewaarde appel. Dat neemt echter niet weg dat we ook bij ons de uitstoot verder moeten verminderen om als landbouw een bijdrage te leveren aan klimaatdoelstellingen.Vandaag focust 60% van de investeringssteun (circa 54 miljoen per jaar) zich al op klimaat. We gaan in de toekomst minimum 10% van de middelen inzetten om pure innovatie en vernieuwing te stimuleren met ook mogelijkheden voor kleine bedrijven om ondersteuning te vragen. Daar zit de winst: nog meer inzetten op innovatie en die tot bij elke boer krijgen. Er is verder een sector-engagement om de methaanuitstoot met 19% te verminderen tegen 2030. Dit zal gebeuren via aanpassing van het voedermanagement, via genetische selectie, via voederadditieven… Kortom, innovatie hierin is cruciaal om tot een klimaatslimme veehouderij te komen.We zijn in Vlaanderen op heel wat vlakken innovatief top. Wat bijvoorbeeld onze praktijkcentra en het ILVO allemaal doen, is spectaculair. Binnen ILVO worden verschillende Living Labs uitgebouwd. Dit is een nieuwe aanpak, waarin de ‘klant’ van het onderzoek centraal staat en waarbij alle spelers die waardevol zijn voor dat onderzoek van bij het begin actief betrokken worden. Living Labs zetten op die manier in op wat een ‘co-creatief multi-actor proces’ wordt genoemd. ILVO zal deze verder uitbouwen om onderzoek en praktijk nog dichter bij elkaar te brengen. Ik vraag me af of er overal in de wereld evenveel inspanningen zijn? We moeten ervoor gaan om ook onze innovaties te durven exporteren.
Doen we dan te goed ons best?
Hoho, nee. Dat niet! De klimaatuitdaging is enorm. Het Vlaams energie- en klimaatplan is er nu. We moeten ons best doen en ook ons best blijven doen. Maar we mogen trotser zijn op onze innovaties en dat wereldwijd uitdragen.
Kende u die innovaties?
Een paar, maar ik ontdek ze nu stap per stap. Mijn ogen en oren gaan wagenwijd open. Het beeld dat veel mensen echter hebben van de landbouw is oubollig en voorbijgestreefd. Zo wordt de boer nog veel te weinig geassocieerd met een natuurbeschermer. Als de grond niet goed is, zullen de gewassen ook niet goed zijn.
Toch is de polarisatie groot, tussen bijvoorbeeld natuur en landbouw.
Ja, dat klopt. Ik had al een overleg met Natuurpunt. Het is al te gemakkelijk om elkaar in een tweet met de vinger te wijzen. Ik ga voor overleg, voor partnerschappen. Het is zoveel moeilijker maar wel veel uitdagender om te kijken hoe we onze schaarse grond goed kunnen beheren. Waardoor we duurzaamheid voor de toekomst respecteren én een rendabel, economisch landbouwbeleid voeren. Onbekend blijft onbemind. Je moet echter inzicht hebben in elkaars bekommernissen.
Andere bekommernissen zijn de koolstofvoetafdruk en het dierenwelzijn.
Het is geen ‘of-ofverhaal’ maar een ‘en-enverhaal’. Het is voor mij essentieel dat mijn beleid landbouwers voldoende stimuleert om aandacht te hebben voor alle uitdagingen die op de sector afkomen. Maar rendabiliteit staat wel voorop.
De rol van het ILVO wordt als inspirator en motor van de Vlaamse landbouw nog belangrijker. Wat met de andere praktijkcentra, zoals Inagro, de Hooibeekhoeve, PC Fruit…?
Ook die centra staan heel dicht bij de boeren. Elk moet zijn eigen rol spelen. Ik wil verder investeren in partnerschap, ondanks een besparing. We gaan ook investeren. Het is echter niet nodig dat er overlappingen zijn. Die zijn er: soms begrijpelijk, soms niet. We gaan met hen verder in gesprek. Ik hoop dat er voldoende rust komt. We kijken hoe we alles op scherp kunnen zetten. Ja, optimaliseren, maar met gezond verstand.
De veestapel afbouwen, is niet het wondermiddel.
En toch, de boer is vaak de boksbal van Jan en alleman, ook in het buitenland, zoals in Nederland, Frankrijk, Duitsland…
Ik probeer echt te investeren in goed overleg, zoals al mijn voorgangers hebben gedaan, zoals Kris Peeters, Joke Schauvliege en Koen Van den Heuvel. Goed overleg leidt tot vertrouwen en vertrouwen zorgt voor een betere samenwerking op het terrein.
Is dat de reden waarom Vlaamse boeren tot vandaag rustig blijven?
Ik denk dat er niet veel nodig is om het vuur aan de lont te steken, hoor. Er zijn heel wat problemen, maar het is een uitdaging om met voldoende begrip enkele vernieuwingen in te voeren.
Het is op eieren lopen…
Ja, om in ‘boerentermen’ te blijven. Zoals ik eerder zei: alles begint met respect. We moeten weer op zoek gaan naar verbinding binnen de sector, tussen de landbouwers en de consument. Maar ook de link leggen tussen beleid en praktijk staat hoog bovenaan mijn politieke agenda.
Die boer voelt zich steeds minder goed in zijn vel, blijkt uit een bevraging.
Het welbevinden van die boer bekommert mij uitermate. Boeren doen bijzonder graag hun werk, kampen met veel administratie, vragen heel moeilijk hulp en doordat ze zo moeilijk om hulp vragen, zien ze het soms niet meer zitten. We moeten daar aandacht voor hebben.
Die terughoudendheid, ligt dat niet in de natuur van de hard werkende boer?
Goh, ik denk het wel. Ik zie dat ook bij mij thuis. Mijn echtgenoot, die architect is, helpt me om mijn werk te relativeren, en omgekeerd. Maar boer zijn, ben je met je hele gezin. Elk uur, elke dag, elke maand, elk jaar… De klok rond. Dat maakt het heel moeilijk om het even los te laten. Ik ken weinig boeren die 14 dagen met vakantie naar Spanje gaan.
Die boeren gingen vroeger na de hoogmis een pint drinken en een kaartje leggen.
De tijden zijn veranderd. Dat maakt het zo opslorpend en vermoeiend. Dat zorgt er misschien ook voor dat boeren denken dat ze hun problemen dan maar beter zelf kunnen oplossen. Maar: boer, praat erover! Het is maar een van de redenen waarom we bijvoorbeeld niet besparen op de werking van de vzw Boeren op een Kruispunt. En als het nodig is, zullen we nog meer investeren. Weet dat je er als boer niet alleen voor staat.
Want landbouw is, voor bijvoorbeeld jonge boeren, hun toekomst. En die jongeren hebben we nodig, want ook in de sector slaat de vergrijzing hard toe.
Waar wilt u op het einde van de legislatuur staan?
Wat betekent kerst voor u?
“Tijdens de kerstdagen kan je wat meer tijd nemen voor de familie. We vieren dat in onze kangoeroewoning met de gebruikelijke pakjes. Mijn wens is dat onze landbouwers die tijd ook nemen en ze gezond en wel aan het nieuwe jaar kunnen beginnen.”





