De landbouwsector verandert snel, onze maatschappij ook. Dit zorgt ervoor dat ook het hoger agrarisch onderwijs hierop anticipeert. Optimisten verwoorden het zo dat iedere bedreiging kansen biedt. Bruno Vandorpe: “Onze docenten zijn zeer nauw betrokken bij deze evoluties in de agrosector en willen vanuit een intrinsieke motivatie mee bouwen aan de toekomst van jullie kinderen.”
De evolutie die het doorsnee landbouwbedrijf de laatste decennia onderging is gigantisch. Het is realistisch en confronterend om te stellen dat de huidige startende landbouwbedrijven tegen een volgende generatiewissel opnieuw heel sterk zullen evolueren. Heel wat bedrijfsleiders sturen in deze risicovolle coronatijden ook al hun bedrijfsstrategie bij, volgens docent Lies Kestelyn. “Bij Vives wijzen we de studenten erop dat het belangrijk is om bij aanvang van hun professionele carrière al een duidelijke bedrijfsvisie te onderbouwen. We waren destijds ook pionier bij het inrichten van bedrijfsovernamedagen en van een opleiding risicomanagement.”
Gericht op niche én bulk
Korteketenlandbouw en hoeveverkoop zijn opvallend aanwezig in de media en worden door specialisten als de oplossing naar voor geschoven voor een deel van de Vlaamse landbouw. Nochtans is de Vlaamse agro-voedingsindustrie op vandaag vooral gericht op export. We evolueren met andere woorden naar 2 soorten landbouw. Beide kunnen de toekomst van uw zoon/dochter betekenen.
Een eerste is de landbouw van nicheproductie: het zelf vermarkten van de producten, hoevetoerisme, biologische landbouw, …. Marketing en innovatie zijn hierin essentiële capaciteiten voor de landbouwer. Bij Vives focussen we daar sterk op via agromarketing, het opstarten van een eigen bedrijf, commerciële vaardigheden,…
Een tweede vorm is de landbouw van bulkproductie. De West-Vlaamse diepvriesgroenten- en aardappelverwerkende industrie is wereldmarktleider. Door de uitstekende technische kennis spelen onze landbouwers, als leveranciers, Champions Leaguewedstrijden op gebied van kwaliteit en kwantiteit. “We zien ook dat de West-Vlaamse agro-industrie voor heel wat stageplaatsen en latere tewerkstelling zorgt bij onze studenten”, benadrukt Vandorpe.
Ook de spectaculaire vooruitgang op gebied van automatisering en mechanisatie heeft gevolgen. De benodigde mantijd per product-eenheid daalt en de bedrijven worden groter. Heel mooi is dat 8 op de 10 Belgische landbouwmachines gemaakt worden in West-Vlaanderen. Deze hightech-landbouwmechanisatiewereld biedt bijgevolg eveneens heel wat stage- en tewerkstellingskansen. Vives wil hierin mee de kar te trekken door het aanbieden van een opleiding landbouwmechanisatie.
De student die kiest voor een agrarische opleiding aan Vives, heeft de keuze tussen de afstudeerrichtingen agro-industrie en landbouw, met keuzetrajecten landbouwmechanisatie en algemene landbouw. Waar de afstudeerrichting algemene landbouw focust op de productie in al zijn facetten, biedt de afstudeerrichting agro-industrie een waaier aan mogelijkheden voor studenten met interesse in productie, verwerking, kwaliteitszorg en landbouwadministratie. De specialisatie landbouwmechanisatie is bedoeld voor studenten-technici met een hart voor landbouw.
Brede of gespecialiseerde bacheloropleiding?
Bij Vives Roeselare heeft de student de keuze! Deze keuze maken ze nadat ze met de verschillende deelsectoren in aanraking komen. Onbekend is vaak onbemind. Vives zet hiervoor bewust in op ‘werkveldverkenning’. Het principe van werkveldverkenning is uniek: tijdens de 3 bachelorjaren komen studenten op heel wat bedrijven. Ze komen in contact met inspirerende gastsprekers, specifieke praktijkhandelingen,… en dit zowel in binnen- als buitenland.
In het eerste jaar ligt de focus op de theoretische basisprincipes van de verschillende deelsectoren. Zo kunnen studenten na het 1e jaar, geheel onderbouwd, een keuze maken in hun eigen professionalisering van het 2e en het 3e jaar. “We vinden het essentieel dat studenten vanaf het eerste jaar, per afstudeerrichting, apart zitten. Zo kunnen we hen de unieke technische kennis ten gronde bijbrengen.”, verklaart Vandorpe.
Een andere troef die we bieden, zijn de stages: Wij kiezen bewust voor 3 verschillende stages bij 3 verschillende bedrijven. Al doende leert men. In het tweede jaar zijn er 2 stages en in het derde jaar is er 1 stage. Zo kan bv. een student met interesse voor pluimvee een eerste stage lopen bij een moederdierenhouder, een tweede stage bij een houder van conceptkippen en een derde stage bij een broeierij-opfokorganisatie.
Het staat de student natuurlijk vrij om voor een brede of een gespecialiseerde opleiding te kiezen en zodoende bv. een stage in de varkenshouderij af te wisselen met een stage bij een diepvriesgroentebedrijf, om te eindigen in de landbouwadministratie.
Bij Vives-campus Roeselare bieden we een zeer brede opleiding met heel veel mogelijkheden om u in 1 of meerdere deelsectoren te verdiepen, te professionaliseren met de nadruk op praktijkervaring en oog voor nieuwe (maatschappelijke) ontwikkelingen. Ieder landbouwbedrijf is uniek, net zoals de interessegebieden van uw zoon of dochter.
VIVES
