Bij het voorstel voor de invoering van een duurzaamheidspremie staat een duurzaam inkomen voor de Vlaamse veehouder voorop. “Duurzaam, in die zin dat de duurzaamheidspremie een systeem moet worden waar we langere tijd mee vooruit kunnen en niet om de haverklap voorwerp is van een politieke besluitvorming”, stelt ABS-directeur Eric Claeys.
Een tweede punt is de maatschappelijke duurzaamheid. “Rundvlees wordt door diverse ngo’s (al dan niet gesteund door investeerders met financiële belangen in vleesvervangers) onder vuur genomen. Hierbij wordt handig gebruikt gemaakt van globale cijfers om een lokaal product in de verdomhoek te plaatsen”, gaat het ABS verder.
Vlaanderen heeft nu eenmaal een groot areaal blijvend grasland dat ook effectief grasland moet blijven. “Voor het onderhoud hiervan zijn herkauwers het meest aangewezen, zoals melk- en vleesvee. Geschikt grasland verschilt structureel van het soort grasland dat beter geschikt is voor vleesvee. Hierdoor loopt vleesvee vaak op weilanden die de stempel ‘minderwaardig’ krijgen. En net die graslanden met mindere kwaliteit lopen in het oog van milieujongens.”
Voor het ABS is de graslandpremie géén alternatief voor een duurzaamheidspremie. “Het vangt geen nadelen op van extern opgelegde beperkingen. Het ontbreken van een economische return voor het onderhoud van deze graslanden door het afschaffen van de zoogkoeienpremie dreigt deze weilanden verweesd achter te laten. De enige mogelijkheid is een premie, rechtstreeks voor de dieren die hierop grazen, als waardering voor de instandhouding van waardevol grasland, wat dus neerkomt op gekoppelde steun”, geeft Claeys nog mee.
