“Niet groeien in aantallen, wel optimaliseren”

In 1993 zijn Lieven Ryckewaert en zijn vrouw Peggy Van Den Driessche in Harelbeke gestart met het melkveebedrijf.

In de beginfase werden een 35-tal runderen, in een potstal en ook weidegang, gemolken.

Daarna werd, onder meer door de afschaffing van het melkquotum, opgeschaald naar eerst 50 en later 70 melkkoeien. Daar horen vandaag een 85-tal stuks jongvee bij.

Meer arbeidsgemak

Zoon Frederik is zelfstandig helper en werkt deeltijds op het bedrijf. Daarnaast werkt hij als zelfstandige voor Bovigen Dairyconcept (Kinrooi), partner in de melkveehouderij op het gebied van genetica, advies en consulting. “We zijn onder meer gespecialiseerd in de KI in de Holsteinfokkerij, met uitstekende relaties in Noord-Amerika, Canada en Italië.”

Daarbij doet Frederik op vraag ook wat loonwerk extra.

Er wordt op dit bedrijf in Harelbeke gemolken in een 2x8-visgraat, een omgebouwde 2x3-tandem. “Dat levert meer arbeidsgemak en tijdswinst op.”

De opvolging van de melkkoeien gebeurt onder meer via stappentellers en het Afrifarm-managementprogramma, waarbij tochtdetectie, koeherkenning, activiteitsmeting, opvolging van rust- en ligmomenten... worden gemonitord. Ook de melkmeting, die gekoppeld is aan de krachtvoergist, wordt nauwlettend bekeken.

Daardoor kon onder meer al de tussenkalftijd worden ingekort. Die bedraagt nu ongeveer 405 dagen. De jaarproductie zit op 10.000 l met gehaltes van 4,2% vet en 3,5% eiwit. Het grootste deel wordt geleverd aan zuivelverwerker Milcobel.

Het andere deel (10%) wordt sinds 1995 in huis verwerkt tot onder meer ijs, boter en yoghurt. Die zuivelproducten worden dan ook in de eigen hoevewinkel verkocht. Daarnaast gaat Peggy met de zuivelproducten naar 4 markten in de ruime omgeving.

De akkerbouw bestaat uit teelten voor het ruwvoeder van het melkvee: 45 ha in totaal in het teeltplan, met 20 ha maïs, 20 ha gras en 5 ha tarwe voor de derde teelt.

Toekomstplannen

Wat de toekomst brengt, is nog onduidelijk. Of Frederik het bedrijf overneemt of wat volgt, hangt onder meer af van de keuze die hij samen met zijn vriendin Mieke Vander Schueren maakt.

“We zien dat wel. Locaties kan je niet samenvoegen, maar je zou wel dieren van het ene naar het andere bedrijf kunnen overbrengen.”

“We willen vooreerst behouden wat we vandaag hebben. Nee, groeien in aantal dieren zullen we hier niet meer doen. Onze focus ligt nu op de verdere optimalisering. Dat doen we al enkele jaren en dat zullen we ook blijven doen. Groeien dus door te verbeteren, niet door meer dieren te houden”, zegt vader Lieven. Dat staat in tegenstelling tot wat tot de grote expansie van de Vlaamse melkveehouderij leidde.

“Zoals onder meer het biestmanagement, de opfokjongvee”, geeft Frederik als voorbeelden mee. “Dat gaf al een hogere productie, arbeidsvreugde en mooie resultaten op de shows. Deze richting stimuleert ons om verder te gaan.”

LV