De klassiekers doen het ook schitterend in potten of bakken, maar er zijn ook heel wat minder bekende voorjaarsbollen die het goed doen in pot en die al vanaf het vroege voorjaar zorgen voor kleur op het terras. Wie dus nog wat potten op voorraad heeft, moet maar eens gaan rondneuzen in de tuinwinkels, waar momenteel een groot assortiment winterharde bollen te koop wordt aangeboden.
Bollen planten in potten
Gebruik voor bollenbeplanting het liefst ruime potten die niet te conisch toelopen, zo kan je de bollen ver genoeg van de kant planten. Daardoor is er minder risico op bevriezing van de bollen. Hoewel voorjaarsbollen aangeplant worden in de volle grond en winterhard zijn, is het risico op vorstschade in potten immers niet denkbeeldig.
De minimale diepte van de pot is minstens 3 keer de hoogte van de bloembol. Zorg voor een voldoende groot drainagegat onderaan in de pot en leg op de bodem van de pot een laag hydrokorrels of potscherven, zodat het overtollige giet- of regenwater vlot kan weglopen.
Plant de bloembol 2 keer zo diep als de hoogte van de bol en vul de potten verder met een goede potgrond tot ongeveer 1 cm onder de rand. In een grotere pot kan men bloembollen in lagen planten, waardoor de bloei over verschillende maanden gespreid kan worden. Plant de grootste bollen onderaan, dek daarna af met een laag potgrond. Leg een laag met kleinere bollen ervoor en dek opnieuw af met potgrond. Zo kan je afhankelijk van de diepte van de pot naar hartenlust grote en kleine bollen combineren. Door te spelen met bloeitijdstip, planthoogtes en kleuren, krijg je in het voorjaar schitterende combinaties.
Verzorging
Voor een goede ontwikkeling hebben de bollen vocht nodig, Na het planten mogen de potten dus flink begoten worden en van dan af wordt de grond steeds licht vochtig gehouden tot aan de bloei. Af en toe gieten zal dus noodzakelijk zijn.
Om vorstschade te voorkomen worden de potten het best binnen in een koude ruimte gezet. Licht hebben ze niet echt nodig tot de eerste neuzen bovenkomen. Men kan de potten ook op een beschutte plek op de zuid- of westkant dicht tegen een muur zetten. Bemesten is niet nodig, de bollen bezitten voldoende reservevoedsel om de planten het eerste jaar rijkelijk te laten bloeien.
Bloembollen in potten overhouden gaat moeilijk. Sommige soorten gaan in het tweede jaar nog wel wat bloeien, maar het resultaat is meestal teleurstellend. Plant daarom ieder jaar nieuwe bollen in de potten. Eenmaal bloeiende bollen, zoals heel wat tulpenrassen, gooi je na de bloei weg. Doorlevende soorten – de meeste voorjaarsbloeiende bollen zijn doorlevend – plant je na de bloei in de volle grond, waar het loof kan afrijpen. Zo kunnen deze bollen voldoende voeding opnemen om het volgende jaar opnieuw te kunnen bloeien.
De mooiste bolgewasjes voor in pot
In theorie kan je alle soorten voorjaarsbloembollen planten in een pot, maar het resultaat zal niet altijd even geslaagd zijn, omdat de planten te hoog uitgroeien, de kleuren te flets zijn, de bloemen te onopvallend… De soorten die we hierna bespreken, doen het in ieder geval prima in pot en zullen je in het voorjaar niet teleurstellen.
Alliumsoorten (sieruien): Heel wat soorten uit dit grote geslacht doen het goed in pot, maar omdat de bladeren vaak al geel worden voor de bloem zich goed heeft ontwikkeld, valt het resultaat toch nog vaak tegen in pot. Allium akaka (breedbladige look) is een minder bekende soort, maar heeft bladeren die langer mooi blijven dan bij de meeste van zijn soortgenoten. Het plantje wordt ongeveer 20 cm hoog en bloeit in mei-juni met een 5 tot 10 cm grote, roze bloeiwijze.
Ook de bladeren van Allium karataviense (puinlook) blijven mooi tot na de bloei. Tussen de brede, grijsgroene bladeren ontwikkelt zich een stevige, 10 tot 20 cm hoge stengel, met aan het einde een zachtroze tot witte, bolvormige bloeiwijze.
Wie het meer heeft voor de hogere sieruien, kan het best opteren voor Allium christophii. Dat is een soort waarvan de 20 cm breed wordende bolvormige bloeiwijzen op het einde van een 50 cm hoge zeer stevige stengel staan. Plant sieruien niet te diep (1 keer de hoogte van de bol) in een goed bemeste potgrond.
Anemone blanda (blauwe of Oosterse anemoon) Dit bolgewas of een van zijn vele rijkbloeiende cultivars, doen het schitterend in pot. In maart ontwikkelen zich de eerste knoppen gelijktijdig met de drietallige ingesneden blaadjes. Ze vormen een dicht bloemtapijt van ongeveer 10 cm hoog. Koop de knolletjes zo vers mogelijk of laat oudere knolletjes een nachtje weken in lauw water vooraleer ze te planten. Plant ze niet te diep (5 cm) en zet de potten op een beschutte, vorstvrije plek.
Chionodoxasoorten (sneeuwroem) Dit zijn bolgewasjes die al in februari kunnen bloeien. Ze verlangen naar een humusrijke grond (potgrond is dus ideaal) en naar een plaatsje in de lichte schaduw. De stervormige bloemetjes staan in trossen aan tere bloemsteeltjes en het felgroene blad is lang en smal. Plant de bolletjes ongeveer 5 cm diep en zet de potten op een vorstvrije plek tot aan de bloei. Een zeer rijkbloeiende soort die het zeer goed doet in pot, is C. sardensis. Deze soort heeft helderblauwe bloemetjes met een iets lichter hart.
Irissoorten Het is misschien verrassend, maar ook sommige irissoorten, met hun bijzondere bloemen (6 bloemblaadjes, waarvan er 3 rechtop staan en 3 horizontaal tot sterk afhangend zijn) doen het goed in pot. Plant ze volgens de regel van ‘2 keer zo diep als de hoogte van de bol’ en zet de potten vorstvrij tot de eerste neuzen bovenkomen.
Iris danfordiae (dwergiris), met zijn goudgele bloemetjes met fraaie donkere stippels op de onderste bloemblaadjes en zijn blauwgrijs, grasachtig blad, bloeit vanaf maart schitterend in een pot. Ook Iris histroides, of een van zijn cultivars, een laagblijvend (tot 10 cm) irisje dat al in februari bloeit met blauwe bloemetjes, is een mooie potplant. Iris reticulata, met zijn slanke, geurende, donkerpaarse bloemen op dunne steeltjes, is vroeg in het voorjaar een opvallende verschijning op het terras.
Geert Brantegem