Wie zijn de leden van de VIP?
We zijn in België geëvolueerd naar pluimveeslachthuizen die ook het uitsnijden en de verwerking van het vlees op zich nemen. Dat gaat voornamelijk om braadkippen, maar ook om soepkippen, dus legkippen die aan het einde van hun productie geslacht worden. Een van onze leden doet ook in het slachten van konijnen, maar dat is een heel klein segment. Niet al onze leden slachten nog, enkele zijn geëvolueerd naar de verwerking van kippenvlees.
Pluimveesector groeit
Recente cijfers tonen dat het aantal pluimveeslachtingen in Vlaanderen al meer dan 10 jaar stabiel is en zelfs stijgt.
De pluimveesector is niet de grootste veehouderijsector in Vlaanderen, maar we doen het inderdaad wel goed. Het is de jongste jaren een van de economisch best presterende sectoren binnen de dierlijke productie en het aantal slachtingen blijft op peil (zie figuur 1). De productie van braadkippen is zelfs licht gestegen, al zit daar door de beperkingen rond stikstof wel een plafond op. Bij de slachtcijfers voor soepkippen zien we meer fluctuatie, omdat deze tak een heel andere marktwerking heeft. Slachters zijn afhankelijk van wanneer de pluimveehouder beslist dat zijn dieren nog te weinig eieren leggen. Daarnaast heeft de vogelgriep de voorbije jaren ook harder toegeslagen in de sector van de leghennen.
Hoe verklaar je die goede cijfers voor gevogelte, terwijl bijvoorbeeld rundvlees het moeilijk heeft?
Gevogelte is een dankbaar product. Het is, in tegenstelling tot varkensvlees, toegankelijk voor alle religies. Doordat het verwerkt wordt tot een brede waaier aan vleesproducten – van burgers tot kippenblokjes – zorgt het ook voor voldoende variatie en slaat het aan bij jong en oud. Uiteraard is er ook de prijs: kippenvlees is goedkoper dan andere vleessoorten. Al die elementen maken dat gevogelte populair blijft in de winkelkar.
Trager groeiende kippen
Effect van vogelgriep
Gestegen export
Hoe belangrijk is export voor de Belgische pluimveeproductie?
90% van de braadkippenproductie komt uit Vlaanderen, 10% zit in Wallonië. Kijken we naar export (figuur 2), dan is het opvallend dat die vorig jaar met 11% is gestegen ten opzichte van 2022. 90% van ons kippenvlees wordt afgezet binnen Europa, in een straal van ongeveer 500 km rond ons land. Frankrijk is een van onze grootste afnemers van kippenvlees, net als Nederland en Duitsland. Buiten de EU staat het Verenigd Koninkrijk op kop, maar die handel is sinds de Brexit veel complexer geworden.
Uitdagingen en ongerustheid
Het is echter niet altijd zo rooskleurig in de braadkippensector. Wat zijn de grootste uitdagingen?
Nu is de rendabiliteit in de braadkippenproductie goed, maar er zijn ook erg moeilijke periodes geweest. Ik denk aan de energiecrisis en de start van de oorlog in Oekraïne, toen energie- en voederprijzen door het dak gingen en de productiekosten dus hoog opliepen. Daarna werd beslist om de quota op Oekraïens kippenvlees te laten wegvallen, met oneerlijke concurrentie voor de Europese sector tot gevolg. Dat komt doordat de eisen – onder andere op het vlak van dierenwelzijn, antibioticagebruik en arbeidsvoorwaarden – waaraan producenten en verwerkers in Oekraïne moeten voldoen zijn, veel minder strikt zijn dan in de EU. Recent is er politiek beslist om opnieuw een controlemechanisme in te bouwen, met de bedoeling om de Oekraïense import onder controle te houden.
En dan is er nog stikstof. Hoe groot is de ongerustheid in de sector?
Die is duidelijk aanwezig, zowel bij pluimveehouders als bij slachthuizen die een nieuwe vergunning nodig hebben. De eisen rond emissiearme stallen zijn zo streng dat niet alle bedrijven hiernaar zullen kunnen overstappen. Daarnaast is er bijvoorbeeld het feit dat er veel pluimveebedrijven gevestigd zijn in het Turnhouts Vennengebied, waarvoor nog geen duidelijkheid is. Ik vrees dat de impact van de stikstofwetgeving op onze sector zich zal manifesteren in de komende jaren.