Ogen op het terrein
Minister Brouns, bevoegd voor zowel leefmilieu als landbouw, vindt geen redenen om de jachtactiviteiten te beperken of stop te zetten.
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) volgt betreffende de vogelgriep bij wilde fauna de aanbevelingen voor jachtactiviteiten die werden opgesteld door de Belgische multidisciplinaire referentiegroep op het gebied van opkomende zoönotische ziekten of zoönosen. Zoönosen zijn infectieziektes die van dier op mens kunnen overgaan, en ook vice versa. De diergezondheidsbevoegdheden bij deze problematiek worden gedeeld door de federale en regionale autoriteiten. De multidisciplinaire referentiegroep voert epidemiologisch toezicht uit op het opduiken van impactvolle zoönosen voor België en geeft vervolgens ook advies over mogelijke reacties en beheersopties. Ze voert daartoe met alle betrokken experts maandelijks overleg, of sneller indien de epidemiologische situatie dat vereist.
Enkel bij verhoogd zoönotische risico
De sluiting van de jacht is een mogelijke maatregel wanneer het zoönotische risico van de circulerende vogelgriepstam toeneemt. Dat risico wordt gewogen door de Belgische referentiegroep en wordt vertaald in haar aanbevelingen. Daarnaast is het departement Zorg de bevoegde overheidsdienst voor de preventieve volksgezondheid. Zij kunnen, indien nodig, eveneens adviseren om contact tussen waterwild en jagers te vermijden, of dat zelfs verbieden indien de epidemiologische toestand op het gebied van volksgezondheid dat vereist. Het ANB volgt de adviezen van de referentiegroep en van het departement Zorg.
Het huidige protocol voor de te nemen bioveiligheidsmaatregelen is duidelijk beschreven op de website van het ANB en werd gecommuniceerd aan de jachtsector. Ook dat protocol wordt door het ANB afgestemd op de betreffende adviezen van de Risk Assessment Group – Veterinary – Emerging Zoonoses (RAG-V-EZ) en van het departement Zorg.