Zomerbloeiende bolgewassen nu planten
Bij bolgewassen denken de meesten onder ons spontaan aan winterharde, voorjaarsbloeiende plantjes zoals sneeuwklokjes, krokussen, hyacinten en narcissen, die elk jaar opnieuw het begin van de lente aankondigen. In tegenstelling tot die vroege vogels zijn de gewassen die we hier bespreken vorstgevoelig en mogen pas in het late voorjaar geplant worden om ons later op het jaar te verrassen met hun vaak felle kleuren.



Het is dus hoog tijd om deze zomerse bolgewassen, die de laatste jaren wat aan populariteit verloren als tuinplant, maar waarvan sommigen een heropleving kennen als potplant, eens in het zonnetje te zetten. En dat mag je letterlijk nemen, want in het zonnetje voelen ze zich op hun best.
Zomerbloeiende bollen worden de laatste jaren steeds vaker verkocht als potplant en bloeien op het moment dat ook heel wat andere planten in bloei staan. Het is dus logisch dat die gewassen minder bekend zijn en dat vele mensen niet eens weten dat die rijkbloeiende begonia's, die sierlijke zantedeschia's of die felgekleurde ranonkels, ook bolgewassen zijn.
De populairste zomerbloeiende bollen
De term bolgewas wordt algemeen gebruikt voor alle gewassen die worden verhandeld met verdikte stengels of wortels (die dienst doen als opslagstructuren voor reservevoedsel). Zo worden ook wortelstokken (aronskelk en ranonkel) en knollen (dahlia en begonia) te koop aangeboden als bolgewas.
Knolbegonia (Begonia tuberhybrida)
Begonia is een geslacht uit de familie van de Begoniaceae, die meer dan 1000 soorten omvat. De cultivars uit het huidige assortiment 'tuinbegonia's' zijn meestal ontstaan uit kruisingen tussen verschillende soorten. Ze worden ingedeeld op basis van hun uiterlijke kenmerken. Zo zijn er groot- en kleinbloemige cultivars. Cultivars met enkele, halfgevulde of gevulde bloemen. Cultivars met gefranjerde bloemblaadjes (de Fimbriatasoorten) en cultivars met gemarmerde bloemblaadjes (de Marmorata's). De gedrongen soorten worden gecommercialiseerd als ‘Compacta's’ en de hangende soorten als ‘Pendula's’.
De bloemkleur gaat van wit naar geel en oranje en van roze tot dieprood. Knolbegonia's geven de voorkeur aan een vochthoudende, humeuze, licht zure grond. In februari – maart kunnen ze al opgepot worden en in
Dahlia’s
Dit plantengeslacht uit de familie van de Asteraceae
Ranonkels
Het geslacht Ranunculus omvat meer dan 400 soorten, waaronder het speenkruid (Ranunculus ficiara ), dat ook bij ons in het wild voorkomt. Van het speenkruid bestaan er talloze tuincultivars met witte en gele bloemetjes, die niet zo sterk woekeren als het speenkruid zelf. De cultivars van speenkruid zijn allen winterhard en kunnen dus gewoon in de grond overwinteren.
Een meer exotische soort uit dat geslacht is de Ranunculus asiaticus , die in de handel wordt verkocht onder de naam ranonkel en die zowel als potplant of als wortelstok te koop wordt aangeboden. Vanwege hun specifieke vorm worden ze ook wel ‘klauwtjes’ genoemd. Die van Azië afkomstige planten bloeien met felgekleurde, op pioenen lijkende bloemen, die het ook goed doen als snijbloem. In ons klimaat zijn ze helaas maar matig winterhard en worden ze voor de winter best opgerooid en vorstvrij overwinterd. Net als Dahlia's en begonia's kunnen ze al vroeg in het voorjaar opgepot worden. Ze kunnen dan overgehouden worden als kamerplant (bij temperaturen onder de 15 °C om bloeiremming te vermijden) of na de Ijsheiligen naar buiten worden gebracht als terrasplant of in de volle grond. Ranonkels geven de voorkeur aan eerder vochtige bodems, daarom kunnen ze vanaf eind april in volle grond geplant worden met de klauwtjes naar beneden op zo'n 10 à 15 cm van elkaar, om te bloeien van juni tot augustus.
Planttips voor zomerbollen
Zomerbloeiende bollen komen van origine voornamelijk uit subtropische gebieden zoals Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. Ze houden van warme en vochtige groeiomstandigheden en zijn bij ons meestal niet winterhard.
-Zomerbollen stellen weinig eisen aan de bodem, maar op natte plekken (slechte waterafvoer) is de kans groot dat ze wegrotten.
-Plant de bollen voorzichtig op de bodem van het plantgat met de spitse kant naar boven (begoniaknollen met de holle, ingedeukte kant naar boven). In vergelijking met de voorjaarsbloeiende bollen worden ze minder diep geplant (3-5 cm), zo kunnen ze beter profiteren van de bodemwarmte.
-De bollen worden het best geplant vanaf april. De kans op strenge vorst is dan niet meer zo groot.
En nog veel meer...
Wie dezer dagen eens een bezoekje brengt aan een tuincentrum of plantenzaak, kan nu het hele assortiment zomerbloeiende bollen zelf ontdekken. Er is voor elk wat wils en de meeste van deze planten doen het ook schitterend in een pot op het terras.