Planten die voor een fleurige Allerheiligen zorgen

Chrysanten blijven nog steeds de populairste ‘kerkhofbloem’.
Chrysanten blijven nog steeds de populairste ‘kerkhofbloem’. - Foto: Pixabay

Deze overgangsperiode ging vroeger gepaard met allerlei rituelen en feesten. Sinds de vroege middeleeuwen gaf de Katholieke Kerk een christelijke betekenis aan deze ‘heidense’ feesten in de vorm van het feest van Allerheiligen en Allerzielen. Sedertdien herdenken we op die dagen onze dierbare overledenen en daar hoort dan ook een bloemetje of een plantje op het graf bij. Naast de klassieke chrysant zien we steeds vaker winterharde bloeiende planten opduiken die een hele winter lang voor wat kleur zorgen op de begraafplaatsen.

Potchrysant

De favoriet bij ons in Vlaanderen is nog steeds de overweldig bloeiende troschrysant. Deze kortedagplant bloeit laat in de herfst, op een moment dat de meeste bloeiende planten het voor bekeken houden. Het grootste nadeel van de potchrysant is het feit dat ze niet vorstbestendig is en dat net op het moment dat de eerste nachtvorst zijn intrede doet. Als men in de periode rond Allerheiligen vorst voorspelt, kan men de planten beter binnen op een vorstvrije, niet verwarmde, klare, plaats bewaren, om ze pas op het laatste moment op het kerkhof te plaatsen. Verwijder dan echter wel de plastic hoes en geef de planten regelmatig water, zodat de potkluit niet uitdroogt.

Hebe

De hebe is een schitterende potplant, die ook vaak verhandeld wordt als struik Veronica of Hebe-Veronica. Deze plant heeft zachte, groene of bonte bladeren en opvallend grote witte of paarsblauw getinte, 3 tot 7 cm lange, rechtopstaande bloempluimen. Met een beetje geluk – en met de hulp van een zachte winter (ze verdragen temperaturen tot -5 °C) en een beschutte standplaats – overleven ze zelfs de winter en bloeien ze volgend jaar opnieuw van juli tot november. Zorg voor een zonnige standplaats, voorzie een voldoende ruime pot gevuld met een goede potgrond en geef vanaf juni regelmatig wat vloeibare meststof voor bloeiende planten. Het verwijderen van de uitgebloeide bloemen zorgt voor een lange, rijke bloei.

Gaultheria en Pernettya

Beide plantjes behoren tot de familie van de Ericaceae . Gaultheria of bergthee heeft een leerachtig, aanvankelijk donkergroen blad, dat later op het jaar verkleurt naar allerlei tinten rood en groen. Na de bloei ontwikkelen zich kleine oranjerode bessen, die tot lang in het voorjaar aan de struik blijven zitten. De Gaultheria is goed winterhard en kan in volle grond worden aangeplant als bodembedekker, maar doet het ook prima als decoratieve solitair in potten of bakken.

Hoewel deze uiterlijk erg verschillend is, wordt Pernettya of parelbes vaak verward met bergthee. Net als bergthee, wordt deze plant voornamelijk in het najaar verhandeld op het moment dat ze overladen is met bessen. Deze iets krachtiger groeiende plant is prima geschikt als decoratieve solitair in pot. Pernettya draagt enkel bessen, in kleur variërend van wit over roze tot kersrood, op de vrouwelijke planten.

Vul de potten van deze plantjes met een licht zure potgrond (meng gewone potgrond met de helft potgrond voor zure planten) en zet de plantjes op een plekje in de zon tot halfschaduw.

Viooltjes

De normale bloeiperiode van gekweekte viooltjes valt ergens tussen maart en september. Door het vroeger of later zaaien onder geklimatiseerde omstandigheden zijn gespecialiseerde kwekers nu ook in staat om bloeiende viooltjes aan te bieden in het najaar. Deze viooltjes bloeien vanaf de late herfst tot diep in het voorjaar. Viooltjes groeien en bloeien goed bij lage temperaturen. Bij gemiddelde temperaturen lager dan 6 ° C. wordt de bloei geremd, maar wanneer de temperatuur terug oploopt gaat de bloei hernemen.

Viooltjes doen het bovendien zeer goed als potplant. Omdat in de winter de groei toch wat minder is, worden de plantjes het best voldoende dicht bij elkaar geplant voor een mooi effect. Als ze geplant worden in een kwalitatief goede potgrond, vragen ze verder geen bijzondere aandacht. Wel bloeien ze langer als de uitgebloeide bloemetjes regelmatig worden verwijderd. Geef ze in droge periodes regelmatig water, zodat de potgrond nooit volledig uitdroogt.

Calluna en winterharde erica's

Bij deze laag blijvende struikjes, die in de volksmond ook wel ‘heidekruid’ worden genoemd, zijn er een aantal die precies rond dit tijdstip bloeien en die bovendien ook nog winterhard zijn. Zo bestaan er van de winterheide (Erica carnea) enkele cultivars die eind oktober - begin november bloeien met paarsroze, dieppaarse of witte bloemetjes. Deze plantjes geven de voorkeur aan zure, goed doorlatende grond, maar doen het ook in gewone tuingrond en mogen dus vollegronds uitgeplant worden.

Een ander alternatief zijn laatbloeiende Calluna vulgaris-selecties. Ook deze 'heidekruidjes' bloeien in deze periode en behouden hun bloemen, ook bij strenge vorst, tot in het vroege voorjaar. Ze bloeien met verschillende roze, blauw-paarse en witte tinten, maar verdragen – in tegenstelling tot erica's – geen gewone (kalkrijke) tuingrond. Gebruik voor aanplant in bakken en potten steeds een potgrond voor zuurminnende planten.

Conifeertjes

Rond deze periode worden ook een aantal conifeertjes in kleine potmaat te koop aangeboden, die zich uitstekend lenen voor het maken van een grafversiering, eventueel in combinatie met de eerder besproken planten.

Chamaecyparis lawsoniana 'Ellwoodii' is een vrij breed, rechtop groeiend conifeertje met een zacht, pluizig staalblauw loof. Van deze conifeer bestaat ook een gele ('Ellwoods Gold') variant en eentje waarvan de uitlopers wit gekleurd zijn ('Ellwoods White'). Er zijn ook bolvormig groeiende conifeertjes op de markt. Vaak zijn dit Thuya-cultivars, die heel traag groeien.

De laag blijvende breed uitgroeiend conifeertjes, met hun stekelige naalden zijn Juniperus- soorten. Deze zijn verkrijgbaar met groen, blauwgroen en geel loof. Er is dus keuze te over en deze plantjes zijn gegarandeerd wintervast.

Skimmia

Deze groenblijvende planten met hun harde, leerachtige, donkergroene bladeren, dragen al in het najaar opvallende trossen (gesloten) bloemknoppen, waardoor ook dit plantje een hele winter lang lijkt in bloei te staan. Pas in het voorjaar openen de rode of witte bloemknoppen zich echt en ontpopt deze plant zich tot een vroeg bloeiende (maart – mei) lekker geurende plant.

En dan maar hopen op mooi weer om in een ingetogen sfeer van al dat fraais, te kunnen genieten. En onthoud dat Allerheiligen, net als bijvoorbeeld de naamdag van St.- Medard, een lotsdag is, die bepalend is voor het weer in de erop volgende periode zoals mag blijken uit volgende weerspreuk: ‘Allerheiligen is een waterken of een winterken’. Geef ons dit jaar dan toch maar dat ‘waterken’.

Geert Brantegem

Meest recent

Meest recent