Startpagina Uw stem

Opinie: ’t Loopt vroeg of laat verkeerd, als ’t volk zijn boeren niet waardeert

Overheden, op welk niveau ook, moeten snel bijsturen om de volgende generatie niet kwijt te spelen. Het Europees goedkoop-en-gezond-en-veilig-voedselverhaal staat op instorten', stelt Vandamme vast. Hendrik Vandamme is landbouwer en voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat.

Leestijd : 8 min

Ik liet vorig weekend het carnaval aan me voorbijgaan en Vette Dinsdag werd een vette vergaderdag. In Vlaanderen gingen de carnavalsstoeten uit als vanouds, met tractoren voor de karren, ook zoals vanouds of toch sinds eind van de jaren 50 van vorige eeuw. Toen werden paard en kar gaandeweg ingeruild voor enkele tientallen paarden onder een motorkap en kon de boer in zijn eentje meer en meer grond bewerken.

Slimme koppen Haber en Bosch ontwikkelden begin vorige eeuw een procedé om op grote schaal ammoniak te produceren, wat tijdens de oorlogsperiode ’40-’45 leidde tot de massale inzet van ammoniak als explosief. Na de Tweede Wereldoorlog gaf het vooral aanleiding tot een explosieve groei van het gebruik van ammoniak als kunstmest en plantenvoedingsmiddel. De gewasopbrengsten gingen in verhouding mee de hoogte in en deden de landbouw floreren en voedselschaarste verdwijnen. Gecombineerd met de genetische en technische ontwikkelingen in de dierlijke sectoren en de focus van de EEG op voedselvoorziening en -zekerheid werd een bedje gespreid voor intensivering van onze landbouw. Na de industriële revolutie in de negentiende eeuw was de zogenoemde groene revolutie een feit.

Steeds meer ammoniak

Die groene revolutie werd een belangrijk deel van de maatschappij waarin alles steeds meer draait om efficiëntie. Grote percelen zijn het efficiëntst om te bewerken met die tientallen paarden onder de motorkap, grotere stallen werken gemakkelijker en beide zijn puur economisch bekeken het meest aangewezen als uitbatingsvorm. Dat daarbij ook steeds meer ammoniak uitgestoten werd, daar had niemand erg in. Kleinschalige of middelgrote boeren die aan de groene revolutie wilden meedoen, moesten investeren. Zo ontstond wereldwijd, en niet het minst bij ons, een industriële tak van toelevering en verwerking, zwervend rond de boer en zijn erf, uitkijkend naar opportuniteiten om hun slag te slaan. Tegelijk hebben ze meestal geen baat bij een écht faire prijs voor de boer, de eigen marges primeren.

Laat een faire prijs nu net de ontbrekende sleutel zijn om als boer te kunnen inspelen op de steeds groter wordende vraag vanuit de hedendaagse westerse samenleving en vanwege de Europese Commissie om meer oog te hebben voor onze leefomgeving. Die vraag speelt ons al enige tijd parten, maar wordt de voorbije 2 jaar wel steeds luider gesteld.

Natura 2000

Begin jaren 90 werden op Europees niveau Natura 2000-gebieden aangeduid, ook bij ons. Alleen, in het amper een schort grote Vlaanderen werd toen geen ruimtelijke visie ontwikkeld om versnippering, of beter gezegd verrommeling, tegen te gaan. Het gevolg kennen we: waar je gaat langs Vlaamse wegen kom je zonevreemde activiteiten tegen. Open ruimte werd nog schaarser en de boeren moet je nu bij wijze van spreken gaan zoeken achter lintbebouwing en baanwinkels of tegen natuurgebied aan. Overal waar natuurliefhebbers 30 jaar geleden een plekje met enige groene meerwaarde zagen, werd het aangeduid op kaart en aangemeld bij Europa. Boeren werden toen voorgehouden dat er geen rechtsgevolgen aan vasthingen en dat bleef lange tijd zo, tot in 2014 de instandhoudingsdoelstellingen voor die aangemelde natuur op tafel kwamen voor 455 deelgebiedjes van wat intussen de ‘Speciale Beschermingszones Habitat (SBZ-H)’ genoemd werd.

Daarmee kreeg dat Europees aangemeld habitat zicht op beterschap. De gevolgen van die aanmelding bij Europa dragen we nu als boer elke dag. Procedures tegen vergunningsaanvragen werden ons deel omwille van de mogelijke impact op natuurwaarden, en rechters spraken zich steeds meer uit pro natuur, met als echte gamechanger het Stikstofarrest van 25 februari 2021.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen meende toen dat ook het Vlaams Ecologisch Netwerk, een puur Vlaamse aangelegenheid, “geen vermijdbare schade” mag oplopen door ammoniakuitstoot, lees landbouwactiviteiten. De juridisering van het beleid werd hiermee tastbaar op ons erf en tot in de stallen: de ammoniakemissies in Vlaanderen moesten sterk gereduceerd worden.

Het stikstofdossier

Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) werd door het stikstofarrest gedwongen om een robuuster beoordelingskader uit te werken voor stikstofemissies en haastte zich om een voorlopige ministeriële instructie uit te vaardigen met verschillende beoordelingen voor ammoniakuitstoters (de boeren) ten opzichte van de stikstofoxide-uitstoters (de industrie en transportsector). De Vlaamse regering sloot daarop op 23 februari 2022 haar intussen beruchte Stikstofakkoord, waar na een openbaar onderzoek, gevolg moet gegeven worden aan 20.000 bezwaarschriften en bijgestuurd moet worden waar mogelijk, maar vooral waar nodig. Boeren protesteren tegen het stikstofakkoord, midden februari, in Brussel.

Intussen leren we uit Nederland dat wetgeving bouwen op juridisch drijfzand uit den boze is. Een totale vergunningsstop dreigt. Geen wonder dat de industrie, die verantwoordelijk is voor luttele procenten van de stikstofemissies, bij monde van VOKA, druk zet. Ook zij hebben nood aan een juridisch robuust vergunningverleningskader. De tijd tikt. Als veehouders kunnen we geen kant meer op en de facto ervaren wij zo goed als een vergunningsstop door de zeer strikte beoordeling van onze omgevingsvergunningsaanvragen. Tijd om te schakelen dus bij de Vlaamse regering.

Hoelang nog?

We zijn intussen 2 jaar verder en nog ligt men op het Martelaarsplein over de kasseien te rollen zonder een bijgewerkt Stikstofakkoord. Het gevolg van de politieke impasse is voelbaar aan elke keukentafel, in elk gesprek en op elk erf. De onmenselijke en overwegend psychische druk op de veehouders en akkerbouwers in de buurt van SBZ-H en VEN door het stikstofdossier is niet in te schatten door wie niet elke dag met 2 voeten in het veld staat. De onzekerheid over de eigen toekomst en die van de kinderen is enorm.

Ouderen en jongeren zien in elkaars ogen steeds groter wordende vertwijfeling en schrik. Schrik voor wat komt, voor het dreigend verlies van wat generatie na generatie opgebouwd werd. Duizenden Vlaamse hoeves zijn terug te vinden op historische kaarten uit de laatmiddeleeuwse periode en onze voorouders droegen ook bij aan de welvaart van wat vandaag Vlaanderen is. Ferraris-kaarten die dateren uit de tweede helft van de 18de eeuw zijn zowat de referentie om historische hoeves op te sporen, maar ze worden onder bosonderzoekers steeds meer bovengehaald als referentie voor wat morgen opnieuw bos zou moeten kunnen worden, in uitvoering van wat ooit als ruimtelijk te bestemmen bos- en natuurareaal vastgelegd werd.

We mogen ons voorbereiden op een bijkomende afbakening van enkele tienduizenden ha bos en natuur. Ze zullen (opnieuw) op wat vandaag agrarisch gebied is gelegd worden. We kunnen als landbouwsector ook claimen om onze naaste buren, de uitdijende steden en industriezones terug te dringen en de de voorbije decennia aan de landbouw onttrokken gronden terug te geven aan de boeren, in functie van het verzekeren van voedselproductie dicht bij de stad.

De geschiedenis kan je niet herschrijven, maar de geschiedenis aangrijpen om gericht landbouw in de hoek te drummen, daar kan geen zinnig mens mee akkoord gaan. Het is bijzonder erg om ouders hun kinderen te horen afraden om in onze schitterende stiel te stappen. Jongeren kiezen steeds meer voor inkomens- en rechtszekerheid en verlaten de landbouw nog voor ze er goed en wel in begonnen zijn.

Voor iedere boer die start, stoppen er 2

Dit counteren is een van de grote uitdagingen voor beleidsmakers. Ik ben als 58-jarige een gemiddelde Vlaamse boer qua leeftijd en zit daarmee in dezelfde positie als veel collega’s in andere Europese lidstaten. Dat cijfer als gemiddelde leeftijd van hun voedselproducenten zou alle politici moeten alarmeren, maar niemand reageert op passende wijze, wel integendeel. Dat verontrust me meer en meer: wil men in de EU en Vlaanderen nog boeren of niet?

Amper 11 % van de boeren is jonger dan 40 jaar. De grens om als jonge boer bestempeld te worden door de overheid, en de voorbije 40 jaar stopte bijna 70 % van onze boeren. Over 10 jaar is de helft van de huidige boeren met pensioen en amper 12  % van hen heeft een opvolger.

Wil men die aan de slag krijgen in onze stiel, dan zullen overheden, op welk niveau ook, snel moeten bijsturen om de aanstromende generatie niet kwijt te spelen. Het Europees goedkoop-en-gezond-en-veilig voedselverhaal staat op instorten, alleen ziet men in de ivoren torens in Brussel niet wat er op het terrein aan het gebeuren is. Zelfs voorlopers in de zo gewenste transitie, de bioboeren, delen vandaag in de klappen door de inflatie. En toch moet de Green Deal van Europees commissaris Frans Timmermans onverminderd uitgevoerd worden, ondanks het feit dat door wetenschappers reeds meermaals aangetoond werd dat daarmee een forse Europese productiedaling (-23 % volgens de USDA) in de landbouw verwacht mag worden. Qua strategische blunder kan dat tellen!

Voedsel is strategisch

Voedselproductie en voedselautonomie is duidelijk geen issue meer aan het Schumanplein. Het is ooit anders geweest. De Amerikanen komen volgende maand op prospectie naar de haven van Rotterdam om hun overslagcapaciteit voor basisgrondstoffen, inclusief granen, te inspecteren. Zij zien hun kans schoon om de Europese bevolking zoet te houden door voedselzekerheid als middel aan te wenden. Graan is het voorbije jaar verworden tot een bijzonder strategisch goed door de oorlog in Oekraïne. Op verschillende platformen begon de roep naar voedselautonomie te weerklinken.

Ook op Europees niveau stuurde de commissaris voor Landbouw, de Pool Janusz Wojciechowski, gelijkaardige berichten de wereld in. De commissaris stond echter alleen in de Brusselse woestijn te roepen. Zijn communicatie werd meteen gecounterd door Timmermans en zijn harde aanhangers van de Green Deal, alsof voedselbevoorrading zo vanzelfsprekend is. Honger zullen we bij ons misschien niet meteen lijden, daarvoor is onze Europese en Vlaamse landbouw veerkrachtig genoeg, maar enige controle over en bijsturing van onze stocks is niet verkeerd. China, de VS en India zitten op graanvoorraden die hen toelaten respectievelijk 12 en 11 maanden de eigen bevolking te voorzien in hun dagelijks brood. De Europese Unie heeft ocharme een graanstock voor één maand. Tot zover het Europees strategisch voedselbeleid.

Essentiële en cruciale sector

Ondanks alles moeten er jongeren opstaan die in de stiel willen stappen en het ouderlijk bedrijf verder willen zetten. In de eerste Covid 19-maanden werd de landbouwsector door alles en iedereen als ‘essentiële en strategische sector’ beschouwd, als cruciaal om de maatschappij in haar geheel draaiende te houden. We slaagden er wonderwel in. De appreciatie daarvoor duurde zolang de crisis zich manifesteerde. Het is niet anders geweest de voorbije 2 jaar in Vlaanderen, met de niet aflatende kritiek op de milieu-impact van de hier aanwezige landbouw. Een landbouw die over-geïndustrialiseerd zou zijn, te grootschalig, te zwaar milieubelastend, te intensief en zelfs inwisselbaar voor overzeese producten.

Het tij kan nog gekeerd worden in de rechtbank en aan het Martelaarsplein of in het Vlaams Parlement. Wanneer men graag naar het noorden kijkt om stikstofregels uit te werken, dan moet men zeker zijn dat het gevolgde traject juridisch correct gebetonneerd zit. De hogere rechtbanken mogen ook een voorbeeld nemen aan het feit dat de Nederlandse Raad van State een wet naar de prullenbak verwees omdat die te hard was. De Raad motiveerde dat de zogenoemde toeslagenwet niet het beginsel van evenredigheid volgde en mensen onnodig in armoede duwde. De Raad was van mening dat een maatregel in verhouding moet staan tot het beoogde doel en dat er meer ruimte moet zijn voor maatwerk. Kort gezegd: extreme regelneverij is ongepast.

Een fuik

Maar in Vlaanderen is die regeldrift aan de orde van de dag, en rijden we ons klem in een steeds hoger wordende lasagne van beslissingen en beperkingen. De volgende weken en maanden zou bevestigd moeten worden dat onze noeste arbeid onmisbaar is, ook in het poststikstofakkoordtijdperk. Landbouw ligt aan de basis van onze beschaving. Landbouw is strategisch. Deze tegelwijsheid zegt alles: “Het is de boer wiens nijvre hand de kost verschaft voor ’t ganse land. ’t Loopt vroeg of laat verkeerd als ’t volk zijn boeren niet waardeert.

Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS)

Lees ook in Uw stem

Meer artikelen bekijken