Startpagina Melkvee

“Je moet geen gloednieuwe stallen hebben om de beste melkkwaliteit te leveren”

Luc Criel uit Sleidinge stond dit jaar voor de zesde keer op de lijst van kwaliteitsmelkers van het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC). Een geheim daarvoor heeft hij niet, maar aangezien hij in 2020 ook al de tweede plaats behaalde voor de Bioveiligheidsaward van DGZ, kan je ervan uit- gaan dat zijn aanpak werkt.

Leestijd : 7 min

Luc omschrijft zichzelf als iemand die altijd leergierig is, en die niet opgeeft tot hij zijn doel heeft bereikt. Toen hij in 2002 het melkveebedrijf van zijn ouders volledig overnam, zat het gemiddelde celgetal tussen 250.000 en 300.000. Hij besloot om daar iets aan te doen en riep de hulp in van het M-team (UGent). Zij zijn gespecialiseerd in de bestrijding van mastitis en in melkkwaliteit.

Hulp van M-team

Na een bezoek aan zijn bedrijf, gaf het M-team Luc een plan van aanpak. “Met kleine aanpassingen zijn de arbeidslast en de melkkwaliteit op mijn bedrijf sterk verbeterd”, legt Luc uit. “Als eerste moest ik alle oudere koeien met een verhoogde kans op mastitis opruimen. Dat was niet gemakkelijk, want dat waren vaak ook koeien die veel liters melk gaven, en ik ken al mijn koeien heel goed. Ik geef ze zelfs namen. Daarna moest ik enkele jonge dieren die besmet waren 5 dagen behandelen om ze te genezen.

Ik werk met een melkstal 2x5, dus ik heb het melkproces helemaal zelf in de hand. Daar kan ik met kleine hygiënemaatregelen een groot verschil maken om besmettingen te voorkomen. Zo melk ik altijd met handschoenen, en gebruik ik per koe een nieuw papier om de spenen proper te maken.

Wanneer een koe via melkproductieregistratie (MPR) een verhoogd celgetal vertoont, dompel ik dat melkstel als het klaar is in heet water van 75-80 graden om mastitiskiemen te doden. Zo verkleint de kans dat er iets wordt overgedragen naar de volgende koe die dat melkstel gebruikt. Als je dat niet doet, kunnen de kiemen zich nog verspreiden op de 7 volgende koeien. Om de koeien met een hoog celgetal te herkennen, krijgen die dieren bandjes rond de poten. Zo weet ook mijn vrouw welke koe extra aandacht nodig heeft, want zij melkt zoveel mogelijk mee, naast haar deeltijdse job.

Na het melken moeten de spenen ook ontsmet worden door ze te dippen in een ontsmettingsmiddel. Dat middel doodt de mastitiskiemen die na het melken op de speenhuid zijn achter gebleven. Daardoor vermindert de kans op het ontstaan van infecties tussen de melkbeurten door.”

De melkkwaliteit van Luc zijn koeien behoort tot de beste in Vlaanderen.
De melkkwaliteit van Luc zijn koeien behoort tot de beste in Vlaanderen. - Foto: SN

Goed onderzoeken en noteren

“Voor alle koeien met een verhoogd celgetal liet ik – en laat ik nog steeds – een sporadisch bacteriologisch onderzoek uitvoeren. Zo weet ik welke bacteriën aanwezig zijn die mastitis kunnen veroorzaken. Met een aanvullend antibiogram kan men dan vaststellen voor welke antibiotica de bacterie gevoelig is. Elke 2 jaar trekken we ook bloed van enkele koeien om na te gaan of de bloedwaarden nog ok zijn.

Als ik een koe behandel, schrijf ik alle gegevens zorgvuldig neer. Ik noteer het kwartier dat eventueel een ontsteking heeft, het aantal behandelingen, hoeveel dagen ze behandeld is enzoverder. Voortaan komt mastitis nog maar sporadisch voor op mijn bedrijf, en als dat toch gebeurt, is dat snel genezen.

Omdat ik goed op de hoogte ben van de gezondheid van mijn koeien, kan ik nu ook 87% droogzetten zonder antibiotica. Dat doe ik vanaf de moment dat ze nog zo’n 10-12 l per dag geven, en daarvoor gebruik ik altijd speenafsluiters.

Mijn doel is om dat aantal nog te verbeteren, hopelijk zelfs tot 100%. Ik vreesde eerst dat selectieve droogstand niet zou werken, maar mijn bedrijfscelgetal bleef zelfs dalen. Vroeger had 5-10% van de koeien op mijn bedrijf mastitis, nu is dat minder dan 1%.

Als ik iets voor ogen heb, ga ik daarvoor. Ik doe geen half werk. Zo deed ik ooit ook mee met het Oost-Vlaams kampioenschap wielrennen voor boeren en boerinnen, en ik moest dat winnen. Ik trainde heel veel, en dat wierp ook zijn vruchten af. Ik eindigde als eerste”, lacht Luc.

Bioveiligheid

“Om ziektes optimaal buiten te houden, heeft elke stal bij mij een kleurcode, ook de sleufsilo. Al het materiaal van één stal wordt gekenmerkt door dezelfde kleur tape, en zal zelden in een andere stal gebruikt worden. We hebben dus alles drie- of vierdubbel, maar dat verhoogt ook weer het arbeidsgemak, want alles staat dichtbij.

Een veehandelaar zal ook nooit in mijn stallen komen, want ik breng de kalveren en koeien naar de laadplaats. Daar kan hij ze dan ophalen. Elke vrijdag komt hier dezelfde handelaar langs, en geef ik hem mijn dieren mee voor een correcte prijs. Ik werk graag op basis van vertrouwen.

Ik wil natuurlijk gezonde koeien met weinig veeartskosten, en daarom laat ik alle vaarzen ook genetisch testen. Zo weet ik zeker dat ik de gezondste en sterkste dieren houd. Mijn koeien staan in de zomer op de weide, maar mijn vaarzen niet meer. Vroeger wel, maar toen kalfden ze vaak af als drie-speen. Dat is nu verleden tijd. Mijn koeien staan wel buiten in de zomer.”

Elke stal heeft zijn eigen materiaal dat gemarkeerd is met een kleur.
Elke stal heeft zijn eigen materiaal dat gemarkeerd is met een kleur. - Foto: SN

Jongveeopfok

“Een goede koegezondheid begint natuurlijk bij de jongveeopfok, en ook daar let ik goed op hygiëne. Tot 10 weken staan ze in een eenlingbox, waarna ze naar een grotere groep gaan. De eenlingboxen worden dan heel goed gereinigd en ontsmet, waarna ik even leegstand probeer te creëren. Dat is ook belangrijk om ziektes te voorkomen.

De biest is van de beste kwaliteit en geef ik zo veel en zo snel mogelijk na de geboorte. Natuurlijk controleer ik altijd de kwaliteit. Daarna krijgen de kalveren tot 10 weken volle melk. Dankzij die maatregelen komt diarree op ons bedrijf zelden voor.

Het liefst heb ik zo weinig mogelijk jongvee op het bedrijf, want dat is verlieslatend. Daarom maak ik bij mijn vaarzen en mijn beste koeien gebruik van gesekst sperma. Het overige deel insemineer ik bijna uitsluitend met witblauwe kruisingstieren.”

Streven naar hoge graskuilkwaliteit

“Doordat ik het rantsoen zelf bereken en maandelijks de MPR goed opvolg, produceer ik bijna 6.000 l ruwvoermelk. Dat is bij de top van Vlaanderen. Je moet niet altijd verkopers geloven die uitrekenen hoeveel krachtvoer je nodig hebt. Dat zijn verkoopstechnieken. Als je ruwvoer goed is van kwaliteit, moet je weinig supplementen bijkopen. In ons rantsoen zit nu soja, eigen geplette gerst, eigen graskuil en eigen maïskuil. Daaraan voeg ik nog enkele mineralen en een samengesteld krachtvoer toe.

Ik kijk zeer weinig naar hoe anderen hun werk doen. Ik werk graag op gevoel. Zo voelt het voor mij bijvoorbeeld beter om het gras vroeg en jong te maaien. In 2021 was onze graskuil nog de beste van Oost-Vlaanderen. Naar mijn gevoel is een jonge graskuil nog beter dan krachtvoeder, maar iedereen gebruikt natuurlijk zijn eigen techniek.”

Bioveiligheidaward DGZ

In 2020 werd ik tweede voor de Bioveiligheidaward van DGZ. Daar was ik natuurlijk supertrots op, want mijn nieuwste stal is van 1991, en het winnende bedrijf was gloednieuw. Daar kan je moeilijk tegen op.

Sinds mijn overname is er heel wat veranderd in de stallen. In 1991 stapte ik in het bedrijf van mijn ouders, en in 2002 nam ik het volledig over. Sindsdien heb ik waterbedden geplaatst, boxen verhoogd, zijmuren vervangen door gordijnen, nieuwe waterbakken en ventilatoren geplaatst, het voerhek verhoogd….

Dat waren allemaal grote werken, maar ik knutsel ook graag zelf van alles in elkaar om het arbeidsgemak te vergroten. Zo maakte ik zelf eenlingboxen met waterdrinkbakjes die gemakkelijk verplaatsbaar zijn met de heftruck, en ik ontwierp ook een mat waarop ik zieke koeien kan verslepen. Mijn dierenarts heeft er zelfs al één bij mij besteld. Ik maakte ook een betonnen potenbad waar de koeien wekelijks doorlopen via een omleiding in de stal, en ik maakte zelf de laadplaats voor verkochte koeien en kalveren. In mijn hoofd ben ik altijd bezig met wat ik nog beter kan doen.

Ik wil ook steeds blijven bijleren, en daarom volg ik heel veel cursussen. Zo volgde ik al een cursus over elektriciteit, ziektes, teelten, klauwgezondheid, enzoverder. Zo blijf ik altijd van vrij veel op de hoogte. Ik nam ook al deel aan verschillende projecten van onderzoeksinstellingen en ik vul ook steeds enquêtes in als studenten die opsturen. Zij zijn immers de toekomst.”

De kalverhokken die Luc zelf maakte.
De kalverhokken die Luc zelf maakte. - Foto: SN
Elke stal heeft zijn eigen materiaal dat gemarkeerd is met een kleur.
Elke stal heeft zijn eigen materiaal dat gemarkeerd is met een kleur. - Foto: SN

Melk van de beste kwaliteit

“Dit jaar ontving ik van MCC voor de zesde keer het diploma van kwaliteitsmelker. De voorwaarden daarvoor hebben betrekking op het kiemgetal (<10.000/ml), het coligetal (<10/ml) en het celgetal (<150.000/ml). Ik ben ervan overtuigd dat iedereen kwaliteitsmelker kan worden mits enige inspanning. Als je er echt voor wil gaan, kan dat zeker lukken.

In de melkveehouderij is men nog veel te weinig bezig met bioveiligheid. Bij varkens en kippen is dat een must, en dat zou het ook bij koeien moeten zijn. Ik trek soms grote ogen als ik op andere bedrijven kom. De beste tip die ik kan geven, is om het M-team een keer uit te nodigen, of om advies te vragen via andere instanties. Zonder dat je het weet, ben je ‘bedrijfsblind’ geworden, en zie je tussen je gewoontes door de mogelijkheden niet meer.

Ik leer ook graag bij van andere landbouwers in mijn boekhoudgroep. We leggen dan de boekhouding open en bloot voor iedereen en vertellen hoe we onze resultaten bereiken”,vertelt Luc.

Zijn diploma’s hangen netjes op in de stal.
Zijn diploma’s hangen netjes op in de stal. - Foto: SN

Carrière bijna op zijn einde

“Binnen enkele jaren ga ik met pensioen, en dan zal er jammer genoeg geen opvolger klaarstaan. Mijn zonen kozen ervoor om een andere richting uit te gaan, en daar heb ik helemaal geen probleem mee. Misschien heb ik dat zelf wel een beetje in de hand gewerkt door zo veel tijd en werk in mijn dieren te steken. Dat kan hen hebben afgeschrikt.

Als ik stop met boeren, zal ik alle dingen proberen in te halen die ik als melkveehouder moest missen. Ik ga van het leven genieten, samen met mijn familie”, geeft hij nog mee.

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken