Startpagina Veeteelt

Meer methaan door verschuiving naar melkvee

Volgens Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns krimpt de rundveestapel in Vlaanderen met 5%. “Maar door het vervangen van dieren voor vleesproductie door dieren die naast hun slachtwaarde ook melk produceren, wordt met een kleinere veestapel meer methaan uitgestoten door runderen”, meent de minister.

Leestijd : 5 min

V laams minister Brouns (cd&v) verwacht dat de methaanuitstoot door runderen kan gecounterd worden dankzij innovatie en ontwikkeling, onder meer in veevoer, keuzes in het management en genetische selectie. Dat zei hij in de commissie Landbouw van het Vlaams parlement op 20 juni.

Chris Steenwegen van Groen wees er op dat meer dan 70% van de methaanuitstoot in Vlaanderen afkomstig is van de veeteelt. “Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat die uitstoot stijgt in plaats van daalt, met bijna 11% tussen 2005 en 2021”, stelde Steenwegen.

“Omdat de landbouw zijn broeikasgasemissies moet reduceren, werd in 2019 het Convenant Enterische Emissies Rundvee (CEER) afgesloten. Dat convenant heeft tot nu toe echter niet geleid tot een daling van de emissies. Er is ook weinig geloof dat alleen dit convenant tot reducties zal leiden.

Het jaarverslag van het convenant voor 2022 lijkt die scepsis te bevestigen. De maatregelen uit het convenant focussen uitsluitend op voeder-additieven en management. Impact op de uitstoot is er na 4 jaar amper. Wetenschappers zijn het erover eens dat een methaanreductie van 30% niet zal lukken met alleen innovaties. Zij geven aan dat er ook moet worden gekeken naar de omvang van de rundveestapel. Het convenant voorziet een evaluatie in 2025, maar een vroegere evaluatie dringt zich op”, meende het parlementslid van Groen.

Extra maatregelen nodig

Samen met Arnout Coel van N-VA ziet Steenwegen graag extra maatregelen komen om de methaanuitstoot in de veeteeltsector te verminderen. “De verschuiving naar meer melkvee heeft geleid tot meer emissies. Daarom wordt in onze maatregelen en ambities ook vooral naar die rundveecategorie gekeken”, zei minister Jo Brouns.

“Onze acties en maatregelen om de methaanuitstoot bij rundvee te verminderen, situeren zich op het vlak van bedrijfsmanagement, voedermanagement en genetische selectie. Door voederadditieven kun je al tot 30% methaanreductie bereiken. Op het vlak van voedermanagement zijn er al concrete stappen gezet. Er zijn een aantal rantsoensamenstellingen wetenschappelijk gevalideerd en voor de toepassing daarvan geven we ook steun binnen de ecoregelingen van het GLB.”

Management vergt tijd

“Op het vlak van bedrijfsmanagement kunnen emissies gereduceerd worden door de langleefbaarheid van dieren te verbeteren, maar ook veestapelmanagement kan een bijdrage leveren. Dat vraagt wat tijd. Het is dus niet evident dat de resultaten op dat vlak nu al zichtbaar worden, maar daar wordt wel degelijk in de praktijk aan gewerkt. Onder andere via de versnelde uitrol van de Klimrek-tool (KLImaatMaatRegelen mét Economische Kansen op het landbouwbedrijf) wordt bedrijfsmanagement in verschillende deelsectoren verbeterd.

Hetzelfde geldt voor genetische selectie. Dat proces vraagt tijd, zeker ook omdat Vlaanderen een van de enige regio’s is die zich in die mate op methaan concentreren. Dergelijke genetische aanpassingen moeten dus specifiek voor onze regio worden uitgewerkt.

De evaluatie van het Convenant Enterische Emissies Rundvee zal al in 2024 starten, wat vroeg is. Je moet natuurlijk eerst de kans krijgen om die maatregelen uit te werken, voordat er een impact kan worden waargenomen. Die evaluatie zal ervoor zorgen dat er een bijsturing kan komen samen met de partners van het convenant, zodat de sector de vooropgestelde doelstelling kan halen”, zei Brouns.

Veestapel krimpt door PAS

“De maatregelen van het convenant hebben technisch potentieel. De rundveehouders moeten de komende jaren worden overtuigd om die maatregelen maximaal op te nemen, hierin gesteund door het beleid en de keten. Ten slotte zullen ook de andere beleidskaders, zoals het Mestactieplan (MAP) of de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), en de natuurlijke evolutie van de land- en tuinbouwpopulatie, een positieve impact hebben”, beloofde Brouns.

De afbouw van de varkensstapel met 30% door de uitkoopregeling van de Vlaamse regering is volgens Brouns heel realistisch en haalbaar. “De reductie van de varkensstapel met 30% resulteert in 0,1 megaton CO2 minder aan enterische emissies en 0,2 megaton CO2 minder aan emissies uit mestopslag. Ook de andere maatregelen in het stikstofakkoord zullen tot een daling van het aantal dieren en dus ook van de uitstoot leiden.”

“U blijft vasthouden aan die technologische maatregelen. U zegt dat die additieven tot een vermindering van 30% kunnen leiden, maar dat is een beetje zoals die luchtwassers. Dat is zo in theorie of op laboschaal. In de praktijk wordt dat nog maar heel weinig gebruikt. Als ik dan hoor wat de experten daarover hebben gezegd, dan zijn die het er eigenlijk unisono mee eens dat dat niet volstaat. Professor Avermaete zei dat het met de huidige maatregelen niet mogelijk is om de CO2-emissies van de Vlaamse landbouw voldoende te reduceren, laat staan een vermindering met 30% te halen”, repliceerde Steenwegen tijdens het debat.

Ook Arnout Coel was bezorgd of de Vlaamse veeteelt wel op het goede spoor zit. “Ik besef dat heel wat van die maatregelen tijd vragen om daar effect van te zien, bijvoorbeeld rond die voederadditieven, rond genetica, rond de langere levensloop van de koe. Ik geloof dat het een tijdje vraagt voor je daar effect van ziet op het terrein, maar we vertrekken natuurlijk met een handicap doordat het probleem nog is toegenomen sinds we de doelstellingen hadden afgesproken. Dat komt door die shift naar een groter aandeel van de melkveestapel”, stelde Coel.

Niet compatibel

Coel had gehoopt dat minister Brouns nog extra maatregelen aan het voorbereiden was. “Maar ik begrijp dat we gaan wachten tot de evaluatie van 2024-2025. Dat maakt het natuurlijk wel kort dag, want als we dan de bijsturingen gaan doen, dan zullen dat maatregelen zijn die ook weer enige tijd nodig hebben voor we daar effect van zien. Voor je het weet zijn we 2030.”

Coel wees er voorts op dat methaanmaatregelen niet altijd compatibel zijn met stikstofmaatregelen. “Dat veevoederadditief zou ervoor moeten zorgen dat we die methaanreducties realiseren, maar dat vereist een soort van gesloten setting waarbij we het voederrantsoen heel gecontroleerd houden, zodat de juiste dosis van het additief ervoor zorgt dat je de methaanreductie realiseert. Anderzijds willen we inzake stikstof meer weidegang om de ammoniak te reduceren. Hoe is dat compatibel met elkaar?”, vroeg Coel zich af.

Voorsprong nemen

De oppositie gelooft minder sterk in vooruitgang of technologie dan minister Brouns. “Die voederadditieven hebben wel degelijk een impact tot 30%. Wij zijn momenteel de enigen die daarin een voorsprong nemen. Dat toont nogmaals dat wij in Vlaanderen voorloper zijn. We staan aan de vooravond van een gesloten stalsysteem dat stikstofneutraal is en waar je met plasmareactoren ammoniak kan omzetten in kunstmest. Het moet gevalideerd en vergunbaar zijn, maar we moeten daar wel in geloven en het kansen geven”, besloot Brouns.

Filip Van der Linden

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken