Startpagina Akkerbouw

Welke vanggewassen inzaaien na late aardappelen?

Na vroege aardappelen twijfelen we meestal niet aan het nut van vanggewassen, maar na late aardappelen stellen we het nut van een vanggewas wel vaker in vraag. B3W organiseerde over dit thema enkele thematische uitwisselingsmomenten (TUM).

Leestijd : 4 min

Iedereen kent ondertussen het nut van vanggewassen: een lager nitraatresidu, extra aanbreng van organische stof, erosiebestrijding, onkruidbestrijding, vermindering van de aaltjesdruk, stimuleren van de biodiversiteit, behoud van bodemstructuur, enzomeer. Naast ons gezond boerenverstand stuurt ook de wetgeving echter aan op het sneller en meer inzaaien van vanggewassen.

Meer dan beredeneerd bemesten

Aardappelen laten soms meer stikstof in de bodem na dan we zouden willen. Dit kunnen we beperken met een beredeneerde bemesting. Daarnaast kan een vanggewas heel wat van de stikstof die achtergebleven is, of die vrijkomt na de teelt van aardappelen, opnemen en behoeden voor uitspoeling. De stikstofopname door het vanggewas hangt in grote mate af van het zaaitijdstip (hoe vroeger, hoe warmer en dus meer kans op een goed ontwikkeld vanggewas), van het type vanggewas (grasachtige, bladrijke of vlinderbloemige) en van de bodemomstandigheden (onder andere voldoende vocht).

Zes weken voldoende

Na het rooien van vroege aardappelen kan jesteeds een vanggewas inzaaien, ook als je in het najaar nog van plan bent om granen of gras in te zaaien. Een beperkte tussentijd van minstens 6 weken is immers voldoende om een succesvol vanggewas te telen! Als er voldoende vocht is voor de kieming en voor de ontwikkeling van je vanggewas, kan er heel wat biomassa worden aangemaakt en stikstof uit de bodem opgenomen worden. Hierbij raadt B3W aan om voor bladrijke vanggewassen te kiezen, want die maken op deze korte teeltduur het meeste biomassa aan en nemen het meeste stikstof op. Komt er na de aardappelen geen teelt meer, dan kan je naast bladrijke ook andere vanggewassen inzaaien, maar weet dat bladrijke vanggewassen de meeste biomassa aanmaken.

Praktijkervaring binnen de B3W-werking

Na het rooien van vroege aardappelen liet Andy (melkveehouder uit Oostkamp) zijn perceel meestal enkele weken braak liggen. Dit doet hij om het gras dat hij daarna zaait niet te lang de winter in te laten gaan. De TUM ‘Een vanggewas tussen hoofd- en nateelt, zijn 6 weken voldoende?’ inspireerde Andy om een vanggewas als tussenteelt te proberen. Zo zaaide hij in de droge zomer van 2022 (na een bui van 16 l regen) op 18 augustus gele mosterd en Japanse haver in, na het rooien van de aardappelen. Het gewas ontwikkelde zich goed. Op 29 september werd dit vanggewas ingewerkt om direct erna gras in te zaaien. Andy was tevreden over zijn vanggewas als tussenzaai! De relatief korte teeltperiode had meer biomassa aangebracht dan verwacht. Het gras werd vlot ingezaaid en het ontwikkelde zich zeer goed. Zo werd de stikstof die vrijgesteld werd uit het vanggewas optimaal doorgegeven aan het gras dat opkwam.

Ook dit jaar organiseert B3W enkele uitwisselingsmomenten rond tussenvanggewassen. Meer informatie hierover vind je op hun evenementenpagina via http://b3w.vlaanderen.be.

Maar wat doen we nu het beste na het rooien vanlate aardappelen? Het is ondertussen duidelijk gebleken dat het belangrijk is om het vanggewas zo snel mogelijk in te zaaien. Iedere dag dat er vroeger gezaaid kan worden, is zeer positief naar plantontwikkeling toe. Hoe later je zaait (oktober- november), hoe kleiner het positief effect is van het inzaaien van een vanggewas of wintergraan ten opzichte van een braakliggend perceel. Voor eenzelfde inzaaidatum (vanaf oktober) ziet B3W weinig tot geen verschil in stikstofopname tussen raaigras, snijrogge en wintergranen. Ze zien altijd dat de N-opname pas goed op gang komt als er bovengronds meer biomassa te zien is.

Welk vanggewas inzaaien?

Welk vanggewas je het best inzaait na aardappelen hangt in de eerste plaats af van het oogsttijdstip van de aardappelen, maar ook van het zaaitijdstip. Is dit voor september, dan komt elk vanggewas in aanmerking. Zijn we begin september, dan komt Japanse haver of gele mosterd in aanmerking. Na 15 september komt enkel nog raaigras, wintertarwe, wintergerst of snijrogge in aanmerking.

Een ander criterium om het vanggewas te bepalen, is de teeltrotatie. Gele mosterd is af te raden als er koolgewassen in de teeltrotatie zitten. Facelia heeft het voordeel dat er geen verwantschap is met cultuurgewassen.

Conclusie

Hoe vroeger de zaai van het vanggewas (zowel na late als vroege aardappelen), hoe beter de ontwikkeling van de biomassa (als de omstandigheden goed zijn), hoe meer stikstof er kan opgenomen worden en hoe minder er verloren kan gaan. Een vanggewas zaaien dat 6 weken kan groeien, rendeert als tussenteelt! Pas de keuze van je vanggewas aan aan het oogsttijdstip van de aardappelen, aan het mogelijke zaaitijdstip van het vanggewas en aan de geplande teelt rotatie.

Anneline Brouckaert - B3W

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken