Startpagina Milieu

22 maart - Wereldwaterdag: is het waterbeleid in Vlaanderen halfvol of halfleeg?

Aan regenval geen gebrek in ons Belgenland, en toch is de vraag naar water in droge periodes vaak hoger dan het aanbod. Het is een nijpend probleem dat alleen zal toenemen onder invloed van klimaatverandering, tenzij we werk maken van de juiste oplossingen. We vroegen aan 3 experten of het glas halfvol is of halfleeg.

Leestijd : 8 min

Met meer dan 90% van de meetpunten die een hoge tot zeer hoge grondwaterstand hebben, lijkt een droogteprobleem vandaag een ver-van-mijn-bed show. De voorbije jaren leren ons echter dat lange periodes van regen, gevolgd door warme, droge maanden, geen uitzondering zijn. Hoewel het veel regent in ons land, blijkt optimaal omgaan met dat water makkelijker gezegd dan gedaan. De hoge verstedelijkingsgraad, veel verharding en een hoge bevolkingsdichtheid spelen een belangrijke rol in dit probleem, net als de versnippering van bevoegdheden in ons land trouwens.

Kleine verbruiker

Landbouw is zowel deel van het probleem als van de oplossing. Kijken we naar het totale waterverbruik, dan is landbouw met 9% maar een kleine verbruiker. Industrie (39%) en huishoudens (34%) zijn veel grotere slok-oppen.

infograph-eau-01-web (2)

Het loont echter de moeite om dieper in te zoomen op de verschillen in watergebruik, rekening houdend met de bron van het water. 75% van de waterbehoefte van landbouw wordt immers ingevuld door grondwater: een hoogwaardige maar ook schaarse waterbron. Leidingwater staat voor 10%, oppervlaktewater voor 7% en hemelwater slechts voor 6%. Glastuinbouw en drinkwater voor vee zijn de belangrijkste afnemers van water in de landbouw. Land- en tuinbouwers zijn echter ook de eersten om oplossingen te zoeken, want ze voelen de impact van wateroverlast en droogte meteen aan den lijve.

infograph-eau-02-web

Regenwateropslag verplicht

Die oplossingen zijn zowel te vinden in een betere infiltratie van water in de bodem, in investeren in opslagcapaciteit en ook in het inzetten op hergebruik van water. Landbouwers zijn daarmee al aan de slag. Zo blijkt uit een bevraging van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij uit 2020 dat 62% van de Vlaamse boeren en tuinders regenwater opvangt, goed voor een capaciteit van 717.000 m³. Het voorzien van regenwateropslag is trouwens sinds 2014 verplicht voor landbouwers die (ver)bouwen. Andere vaak gebruikte technieken op het land- of tuinbouwbedrijf zijn waterzuivering via een infiltratievijver en het gebruiken van een hogedruktoestel om stallen of machines te reinigen.

De bodem is een spons

Landbouwers doen dus al heel wat inspanningen, maar het kan nog beter, zeker als we naar de lange termijn kijken. Een goed bodembeheer kan bijvoorbeeld een groot verschil maken voor de infiltratie van water. Minimale grondbewerking of niet-kerend werken, in combinatie met het toevoegen van organisch materiaal, maken de bodem tot een spons, en dat is zowel in droge als natte perioden een grote meerwaarde. Ook het kiezen van teelten die droogtetoleranter zijn, kan een stap vooruit zijn. Zadenfirma’s zetten hier de dag van vandaag al sterk op in bij het zoeken en veredelen van nieuwe rassen.

Ook beleidsmakers en lokale partners hebben echter een belangrijke sleutel in handen om waterbesparing, hergebruik en opvang mogelijk te maken. Het voorzien van de nodige infrastructuur om water op te vangen en te herverdelen is een lokale taak, maar ook het ontwikkelen van wetgeving die samenwerkingen zoals hergebruik van afvalwater uit de industrie mogelijk maakt, is cruciaal.

Fien Vandekerchove, adviseur water- en bodembeleid bij Boerenbond, watermakelaar Dries Mergaert van Inagro en Katrien Coene, directeur bij VVPW, werpen hun blik op de situatie.

Fien Vandekerchove: “De doelstellingen die Europa stelt, zijn niet haalbaar in Vlaanderen”

Door het steeds extremere klimaat is het topic ‘water’ de laatste jaren hoger en hoger op de prioriteitenlijst komen te staan, zo ook bij Boerenbond. De belangenorganisatie probeert niet alleen het beleid te adviseren over werkbare oplossingen, maar inspireert ook boeren om water te besparen, op te slaan en om de kwaliteit ervan te helpen verbeteren.

Fien Vandekerchove is adviseur water- en bodembeleid bij Boerenbond en geeft ons graag wat inzicht in de standpunten op het vlak van waterbeheer. Om dit verder te verbeteren, verwijst ze naar de kracht van lokale actoren: “Om de beschikbaarheid van water in droge periodes te verhogen en om wateroverlast bij overvloedige regen in te perken, is er vooral een sterk lokaal beleid dicht bij de beek nodig. Problemen moeten snel gesignaleerd kunnen worden om met alle betrokkenen een gedragen oplossing uit te kunnen werken, of, nog beter: om preventief verbeteringen door te voeren. Dat werkt het best met plaatselijke verantwoordelijken die dicht bij de landbouwers staan.”

Fien Vandekerchove vindt de Europese doelstellingen onhaalbaar in Vlaanderen.
Fien Vandekerchove vindt de Europese doelstellingen onhaalbaar in Vlaanderen. - Foto: Boerenbond

Onhaalbare doelstellingen

Boerenbond treedt ook in overleg met overheden om bezorgdheden rond waterbeleid aan te kaarten. “De wetgeving rond hergebruik van afvalwater uit industrie is recent aangepast in Vlaanderen, waardoor een watertoelating nodig zal zijn om dit water als irrigatiewater te gebruiken. Hergebruik van restwater zal in de toekomst een belangrijkere waterbron worden en het gebruik hiervan moet gestimuleerd worden. Het beleid moet zorgen voor een haalbare en betaalbare procedure voor de watertoelating.” Bovendien stelt Boerenbond zich vragen bij de haalbaarheid van de Kaderrichtlijn Water, die in 2000 door Europa werd vastgelegd. “We stellen vast dat de doelstellingen in een dichtbevolkt gebied als Vlaanderen met veel druk van andere actoren gewoon niet realistisch zijn tegen 2027.”

Druk op open ruimte

Ook landbouwers kunnen uiteraard een duit in het zakje doen, en dat gebeurt ook. “Opvang van regenwater is zo’n maatregel die heel veel wordt toegepast. In de serreteelt gaat het vaak om een volledig circulair systeem, waarbij het opgevangen hemelwater gebruikt wordt om de teelten te irrigeren.” Fien Vandekerchove haalt ook de aanleg van peilgestuurde drainage en stuwtjes aan die kunnen helpen om het waterpeil in akkers beter onder controle te houden. Het is niet uitzonderlijk dat de verschillende ruimtegebruikers zoals landbouw, natuur en bewoners tegenover elkaar komen te staan wanneer er oplossingen worden gezocht voor droogte- of overstromingsproblemen. De druk op open ruimte is immers groot. “We zien vandaag dat er heel wat projecten rond hermeandering of gecontroleerde overstroming van waterlopen opgestart worden. Het is goed dat er naar oplossingen wordt gezocht, maar uiteraard zien we er als Boerenbond op toe dat landbouw niet steeds de dupe is. De ideale grondwaterstand voor natte natuur ligt vaak hoger dan voor een landbouwakker en wanneer er aanpassingen gebeuren, moet dat in overleg zijn met de landbouwer en moet hij of zij ook vergoed worden indien er schade of opbrengstderving optreedt”, besluit Fien.

Dries Mergaert: “Zoeken naar haalbare oplossingen in de praktijk”

De vraag naar water verkleinen en het aanbod ervan vergroten: dat is simpel gezegd de sleutel tot een evenwichtiger waterbeheer. Heel wat organisaties zijn bezig met het zoeken naar oplossingen, zo ook de vele landbouwpraktijkcentra in Vlaanderen. Inagro heeft zelfs een watermakelaar in huis om de landbouwers te helpen met duurzamer watergebruik.

De provincie West-Vlaanderen telt niet alleen de meeste landbouwbedrijven, het aandeel watergebruik van die bedrijven ligt ook hoger dan het Vlaamse gemiddelde. De landbouwprovincie werkt daarnaast met een hoge variatie in bodemtypes, van polder tot leem en zand. De uitdagingen rond zowel droogte als wateroverlast zijn er groot. Proefcentrum Inagro ging in 2019 op zoek naar een watermakelaar en vond die in Dries Mergaert. Hij is elke dag op zoek naar kansen om water op een duurzame manier ter beschikking te stellen van landbouwers.

Watermakelaar Dries Mergaert is elke dag op zoek naar kansen om water op een  duurzame manier ter beschikking te stellen  van landbouwers.
Watermakelaar Dries Mergaert is elke dag op zoek naar kansen om water op een duurzame manier ter beschikking te stellen van landbouwers. - Foto: Inagro

Opportuniteiten spotten

“Mijn taak is om opportuniteiten rond water te spotten en om die toegankelijk te maken voor land- en tuinbouwers, vooral in de regio West-Vlaanderen”, begint Dries zijn verhaal. En zijn inzet werpt vruchten af, want de voorbije jaren konden er heel wat vruchtbare samenwerkingen op poten worden gezet. “Van kleinschalige bufferbekkens op een landbouwbedrijf tot hergebruik van afvalwater uit industrie, telkens proberen we landbouwers, overheden, industrie en andere partijen samen te brengen en oplossingen te zoeken. Dit doen we vaak samen met partners zoals Vlakwa of Boerenbond.”

Kostelijke zaak

Dries heeft al heel wat watertjes doorzwommen en kent de kansen en uitdagingen die gepaard gaan met waterbeheer. “De subsidies die voorzien worden om projecten als regenwateropslag te realiseren zijn waardevol, maar het blijft vaak een erg kostelijke zaak. Voor een landbouwer is dit wel rendabel in een erg droog jaar, maar ook met de klimaatverandering in het achterhoofd weet je weet niet op voorhand hoe vaak zich dat gaat voordoen. Daarnaast is op lange termijn afspraken maken met verschillende partners, bijvoorbeeld over het delen van water, niet altijd evident, want je moet blijven overeenkomen.”

Hergebruik niet evident

Hergebruik van industriewater is een oplossing die kansen biedt, maar die in de praktijk niet altijd even makkelijk te realiseren is. “Ten eerste is er de kwaliteit van het water. Het project dat we met Ardo, verwerker van diepvriesgroenten, hebben opgezet wilden we graag kopiëren naar andere bedrijven, maar vaak botsen we op te hoge zoutgehaltes in het afvalwater, bijvoorbeeld door zoutbaden voor het wassen van groenten of het ontharden van water. Daarbij komt dat de recent verstrengde Europese wetgeving de procedures voor hergebruik van afvalwater voor irrigatie van landbouwgronden nog moeilijker heeft gemaakt. Daar komt bovenop dat om veel water op te sparen, je een grote voorraad nodig hebt. Dit realiseren is niet altijd evident wat betreft locatie, kostprijs en vergunning.”

Katrien Coene: “Meer samenwerking voor een beter waterbeleid”

Het waterbeleid in ons land is danig versnipperd. Een van die beheerders is de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen (VVPW), beter bekend als Polders en Wateringen. Zij beheren onbevaarbare waterlopen in ongeveer 25% van het Vlaamse grondgebied, samen goed voor zo’n 10.000 km rivieren en grachten.

40% van de onbevaarbare waterlopen zit in het beheer van VVPW, dat wil zeggen dat 60% ervan onder de verantwoordelijkheid van andere instanties valt, zoals gemeenten, provincies, de Vlaamse Milieumaatschappij of de Vlaamse Waterweg. Het is niet simpel om op die manier een overkoepelende strategie rond waterbeheer uit te werken en in de praktijk om te zetten.

Van bron tot monding

Toch is het niet de versnippering van bevoegdheden die de basis is van het probleem, denkt Katrien Coene, directeur bij VVPW.

Samenwerking is de sleutel tot een beter waterbeheer, meent Katrien Coene.
Samenwerking is de sleutel tot een beter waterbeheer, meent Katrien Coene. - Foto: KC

“Die is er ook in andere landen. Nederland bijvoorbeeld werkt met Waterschappen, Rijks Waterstaat, gemeenten, provincies… maar geniet wel wereldfaam voor zijn waterbeheer.” Het probleem ligt bij ons dus eerder in het gebrek aan goede samenwerking tussen die verschillende overheden en organisaties. “Het regeerakkoord van 2019 wilde die versnippering aanpakken, maar heeft vooral voor heel wat onrust bij de diverse beheerders gezorgd. Aan de bevoegdheden is 4 jaar later nog niets veranderd, maar er zijn wel spanningen opgebouwd en die maken efficiënt samenwerken moeilijk.” Katrien pleit voor het afstappen van in hokjes denken en voor meer respect en begrip voor anderen. “Wij zijn bijvoorbeeld enkel bevoegd voor de stroomafwaartse gebieden. Er schort iets aan het systeem als je geen samenwerking hebt van bron tot monding.”

Geen ivoren toren

VVPW werkt met personeel, maar ook met besturen die gevormd worden door mensen ter plaatse. “Dat is onze grote sterkte. Beslissingen worden niet uit een ivoren toren genomen en onze mensen zijn gekend en aanspreekbaar. We willen dat problemen opgelost worden voor ze merkbaar zijn en daarvoor is een sterk lokaal netwerk heel belangrijk. Onderhoud van de haarvaten voorkomt het hartfalen.” Niet enkel onderhoud, maar ook het meewerken aan een betere waterkwaliteit zit in de missie van VVPW. “We zien het uiteraard niet graag gebeuren als er slib in onze beken terechtkomt en accidentele lozingen kunnen de inspanningen van tientallen jaren om zeep helpen. We zien echter wel dat de landbouwsector grote inspanningen doet om dit te vermijden.”

Evenwicht zoeken

Samenwerking is de sleutel tot een beter waterbeheer, daar is Katrien Coene van overtuigd. Zowel tussen beheerders als met landbouw en industrie. “We willen streven naar een goed evenwicht tussen voldoende water voor voedselproductie en het in stand houden van ons oppervlaktewater. Er is nog veel winst te halen uit het hergebruik van afvalwater uit industrie als irrigatiewater voor landbouw. Door die alternatieve waterbronnen te stimuleren kan de overheid landbouwers ondersteunen in de strijd tegen droogte.”

Nele Kempeneers

Lees ook in Milieu

Meer artikelen bekijken