Startpagina Varkens

Scharrelvarkens, een kwestie van waarden en terugkeren naar de roots volgens Luc Lefèvre

De 80 zeugen en biggen van Luc Lefèvre leven op de weilanden van het Condroz-dorp Dorinne. De varkens worden hier geboren en grootgebracht in de openlucht. Deze Waalse varkenshouder opende voor ons de deuren van zijn bedrijf om ons meer te vertellen over zijn aanpak.

Leestijd : 4 min

Als we vragen waarom hij koos voor dit type van fokkerij, antwoordt Luc Lefèvre meteen: “Varkens moeten buiten leven, dat is logisch voor mij. Ik voorzie voor mijn dieren dus een natuurlijke leefomgeving." Het was een keuze die hij zo'n 20 jaar geleden maakte, toen hij besloot om de boerderij van zijn ouders over te nemen. In die tijd werkte deze landbouwer als technicus in een veterinair centrum.

Dat was in een periode waarin het Waalse Gewest de varkenshouderij verder wilde ontwikkelen. Luc Lefèvre specialiseerde zich in deze sector, om daarna zijn eigen weg in te slaan en de familieboerderij te verbouwen. “Ik heb inlichtingen ingewonnen en heb heel wat varkensbedrijven bezocht. Er was een echte vraag naar dit soort alternatieve productie. Ik koos trouwens voor varkens, omdat we niet mogen vergeten dat dat het vlees is dat het meest gegeten wordt in België, ook al ligt een groot deel van de productie in Vlaanderen...

Bovendien zaten we in een tijd waarin de wetgeving over dierenwelzijn sterk evolueerde. Kiezen voor varkensproductie in de openlucht was voor mij het juiste om te doen, omdat ik koos voor een manier van werken die overeenstemde met mijn waarden”, herinnert hij zich.

De 5 ha weiland zijn verdeeld in verschillende zones naargelang de productiefase van de zeug.
De 5 ha weiland zijn verdeeld in verschillende zones naargelang de productiefase van de zeug. - Foto: DT

Gestopt met afmesten

De varkenshouder begon zijn carrière met 80 zeugen. Hij heeft nog steeds evenveel zeugen. Zijn aanpak is echter wel geëvolueerd.

“Toen ik begon, deed ik ook de afmest van de vleesvarkens op biologisch strooisel. Ik had 400 vleesvarkens, maar vorig jaar ben ik daarmee gestopt", zegt deze varkensliefhebber. “Ik heb deze beslissing genomen na de sluiting van het slachthuis van Charleroi. Steeds meer slachthuizen sluiten in Wallonië. Daardoor moest ik helemaal naar Ath. Dat was niet langer mogelijk... Dat was jammer, want de zaken gingen goed. Ik leverde elke week aan 4 slagers en aan een coöperatie. Bovendien moest ik ingrijpende werken uitvoeren in het gebouw, dat 21 jaar oud was. Ik moest dus investeren in dure inrichting zonder te weten wat de toekomst zou brengen..."

De laatste en beslissende factor voor Luc was dat er enkele vleesvarkenshouders bereid waren om met hem samen te werken. De biggen gaan naar deze partners als ze 2,5 maand oud zijn, om ze dan bij hen af te mesten. "Ze hebben een slagerij op hun boerderij. De varkens worden tijdens hun afmestfase op stro gehouden. Ik heb ook een klant die ze in de openlucht houdt, net als ik. Ze delen allemaal mijn filosofie, en ik heb het geluk dat ik met hen kan samenwerken.”

Groepsgewijs management: 4 groepen van 20 zeugen

Het ras van zijn varkens is een kruising tussen het Landras, bekend om zijn moedereigenschappen, en de Duroc, bekend om zijn vleeskwaliteit. De Piétrain-lijn is ook aanwezig in een kwart van zijn dieren.

Luc Lefèvre werkt met 4 productiegroepen van 20 zeugen, met een interval van 5 weken. Elke zeug van dezelfde groep bevindt zich dus in een vergelijkbare fysiologische fase. Vijf weken lang staan de drachtige zeugen samen in de wei. Ze verhuizen dan naar een ander perceel om te werpen en blijven daar een maand met hun biggen.

Op donderdag speent Luc de biggen. De inseminatie gebeurt op dinsdag. Vier weken later bevestigt de echografie dat die inseminatie succesvol is geweest.
Op donderdag speent Luc de biggen. De inseminatie gebeurt op dinsdag. Vier weken later bevestigt de echografie dat die inseminatie succesvol is geweest. - Foto: DT

Daarna volgt de speenfase. De gespeende biggen gaan naar een aparte stal, waar ze een oormerk krijgen en gevaccineerd worden. "Ik heb deze stal gebouwd in 2019. Er kunnen 36 biggen in verblijven.” De zeugen gaan naar de dekafdeling, waar de varkenshouder kunstmatige inseminatie uitvoert. En zo gaat het verder. Deze manier van werken – in een meerwekensysteem – is gemakkelijk voor Luc, en het bezorgt hem ook grotere loten biggen.

"De enige voorwaarde om alles goed te laten verlopen, is het succesvol insemineren van de zeugen. Over het algemeen zijn deze zeugen best wel vruchtbaar. Dat is een van de voordelen van scharrelvarkenshouderij: de zeugen vangen voortdurend daglicht op, wat goed is voor hun vruchtbaarheid.”

Volgens Luc voorkomt deze productiewijze ook een snelle overdracht van ziekten."De druk op de gezondheid is minder groot, omdat ze buiten rondlopen.” Kortom, dankzij dit systeem heeft het bedrijf een hogere gezondheidsstatus.

Nadeel van vrije uitloop

Het is echter niet allemaal rozengeur en maneschijn bij varkensproductie met vrije uitloop. Er is één groot nadeel en dat is het risico op biggensterfte. De biggen worden geboren in een kraamhok in de weide. Door de natuurlijke geboorte zijn ze bijzonder gevoelig gedurende de eerste 2 dagen na hun geboorte. "Vorig jaar had ik een gemiddelde van 14,2 levend geboren biggen en behaalde ik 11,4 gespeende biggen. Deze verliezen zijn een specifiek probleem voor de scharrelproductie. Er is geen bescherming voor de biggen, dus moeten we hoofdzakelijk rekenen op de moedereigenschappen en de rust van de zeug”, gaat Luc verder.

Luc begeeft zich één keer per dag naar de weiden om de dieren te voederen. Hij geeft de dieren een rantsoen dat aangepast is aan hun hun behoeften: als ze drachtig zijn, in de zoogperiode, als big en in de eerste afmestfase.

De inrichting van zijn stallen volgt dezelfde logica. Zo kunnen de biggen in de periode na het spenen gaan liggen in het deel van de stal waar het plafond lager is. Daardoor kunnen de jonge varkens zich beschermen tegen de kou, zonder dat het gebouw verwarmd hoeft te worden.

De stal voor de gespeende biggen is niet verwarmd, maar dankzij een dak dat verlaagd kan worden, zijn de biggen beschermd tegen de koude.
De stal voor de gespeende biggen is niet verwarmd, maar dankzij een dak dat verlaagd kan worden, zijn de biggen beschermd tegen de koude. - Foto: DT

"Mijn bedrijf verbruikt heel weinig energie," bevestigt Luc. Zijn maandelijkse elektriciteitsrekening bedraagt 100 euro per maand voor de hele boerderij! Wie doet beter?

Déborah Toussaint

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken