Startpagina Melkvee

Verbeterd management met het bodyconditiescoresysteem BCS

Zes melkveebedrijven namen gedurende het afgelopen jaar deel aan een proef met het Bodyconditiescoresysteem BCS. Dit maakt gebruik van een 3D-videocamera die geplaatst wordt in de robot, op de selectiepoort voor of na de robot of ook op de uitgangspoort van een traditionele melkmachine. Na een jaar is de situatie herbekeken en is nagegaan welke kengetallen direct en indirect verbeterd zijn door gebruik van deze camera.

Leestijd : 6 min

Alle verzamelde gegevens worden doorgestuurd naar het farm management software systeem. Daarnaast is samen met de veehouders besproken hoe zij deze gegevens praktisch konden gaan gebruiken om het management te verbeteren. Op deze zes melkveebedrijven zijn verschillende technische cijfers verzameld voordat zij gestart zijn met het Bodyconditiescore-systeem BCS. Daarna werden deze geëvalueerd. Ook zijn deze technische kengetallen omgezet in economische cijfers. Het economische voordeel kan oplopen tot 56,25€ per koe per jaar.

Leververvetting

Vetweefsel is het belangrijkste energetische buffersysteem in het metabolisme. Als de energieopname van de koe hoger is dan de energie die nodig is voor onderhoud en melk/groeiprestaties, wordt het energie-overschot opgeslagen in het vetweefsel. Bij onvoldoende energie-opname gebeurt mobilisatie van de opgestapelde reserves uit het vetweefsel.

Koeien die genetisch zeer sterk gedreven zijn naar hoge producties, kunnen in het begin van de lactatie nooit de hoeveelheid energie opnemen die ze nodig hebben om die vele liters melk te produceren. Aan het begin van de lactatie verkeren alle koeien dus in een tijdelijke negatieve energiebalans. Om dit energietekort aan te vullen, zal de koe een beroep doen op haar lichaamsreserves. Dit is een normaal fenomeen en indien het management optimaal is, is de duur van de negatieve energiebalans beperkt in tijd. Ze balanceren echter op een smalle lijn waarbij een klein foutje in het management al voldoende kan zijn om de balans te doen omslaan in de richting van ketonemie en leververvetting. Bij een suboptimaal management of bij dieren die zich niet vlot aanpassen (te weinig drogestofopname, te vette conditie, aanwezigheid van andere aandoeningen enz.), ontspoort dit systeem en wordt er massaal vetweefsel gemobiliseerd, wat uiteindelijk zal leiden tot vetopstapeling in de lever en een toegenomen productie van ketonen.

Ketonomie

Ketonemie, ook gekend als ketose of slepende melkziekte, is een belangrijke ziekte die voorkomt op alle melkveebedrijven. De klinische gevallen, die worden opgemerkt door een verminderde eetlust, een gedaalde melkproductie en een snel verlies van conditie, vormen slechts de top van de ijsberg. Een veel groter percentage van de melkkoeien maakt tijdens de eerste weken van de lactatie subklinische ketonemie door. De schade veroorzaakt door deze aandoening wordt meestal niet opgemerkt, maar is economisch veel belangrijker dan de kost van de klinische gevallen. Subklinische ketonemie zorgt immers niet alleen voor een daling van de melkproductie, maar heeft ook een negatieve invloed op de vruchtbaarheid en de afweer van de koe. De tussenkalftijd neemt toe, en ook andere ziekten zoals lebmaagverplaatsingen en uierontstekingen komen meer voor op bedrijven waar problemen zijn met subklinische ketonemie. Daarom is preventie van deze metabole stoornis één van de grootste uitdagingen in de moderne melkveehouderij.

Belang van conditiescore

Een eerste eenvoudig hulpmiddel om problemen in het begin van de lactatie te voorkomen is het opvolgen van de conditiescore. Door de vetreserves in te schatten op enkele oriëntatiepunten ter hoogte van de flank, de rug, het bekken en de staartbasis, wordt een score gegeven van 1 (zeer mager) tot 5 (zeer vet). Best gaan de dieren de droogstand in met een conditie tussen 2.5 en 3,5 en blijft die constant gedurende de volledige droogstand. Manuele conditiescoring is echter vrij arbeidsintensief en subjectief: om de dieren op de verschillende momenten goed te kunnen vergelijken, wordt de conditiescore best telkens door dezelfde persoon bepaald. Daardoor gebeurt dit op de meeste Belgische en Nederlandse bedrijven niet op regelmatige basis, en worden veranderingen bij individuele koeien niet vroegtijdig opgemerkt.

Betrouwbare camera

Daarom werd het geautomatiseerd bodyconditiescore-systeem BCS ontwikkeld. De camera wordt bevestigd in de robot, op de selectiepoort voor of na de robot of ook op de uitgangspoort van een traditionele melkmachine. Elke keer een koe passeert onder de camera, wordt een 3D video gemaakt. Daarna wordt het duidelijkste beeld door de camera geselecteerd en meet de computer het verschil in afstand tussen aangrenzende punten en berekent op basis daarvan een bodyconditiescore. De gemiddelde afwijking tussen herhaalde metingen op hetzelfde moment op dezelfde koe is 0.1 punt, wat de goede betrouwbaarheid van de geautomatiseerde metingen weergeeft. Het systeem geeft alle gegevens per koe door naar het bestaande farm management software systeem.

Verbeterd management

Gezien de hoge, maar vaak onzichtbare kosten van subklinische ketonemie, is het van het allergrootste belang om de koeien in optimale conditie te houden gedurende de volledige lactatie én risicokoeien in het begin van de lactatie vroegtijdig op te sporen. Met het gebruik van het Bodyconditiescore-systeem BCS kan het verloop van de conditie beter opgevolgd worden en kan door gerichte maatregelen gestuurd worden op een juiste conditie bij droogzetten en afkalven.

Gelijkblijvende conditiescore

We streven naar een optimale conditiescore van 3 à 3.5 bij het droogzetten, die gelijk blijft tot de volgende kalving. Door een aangepast rantsoen, kunnen we reeds aan het einde van de lactatie en tijdens de droogstand problemen tijdens de volgende lactatie voorkomen. Op dat moment is het immers belangrijk de verloren lichaamsreserves terug te herstellen, zonder onze dieren te laten vervetten.

Van hoog- naar laagproductief

Op één van de deelnemende bedrijven wordt het Bodyconditiescore-systeem BCS gebruikt om koeien over te zetten van een hoogproductieve groep naar een laagproductieve groep. Koeien die te ruim in conditie zijn worden eerder overgeplaatst naar de laagproductieve groep.

Gerichter krachtvoer

Ook het krachtvoerverbruik kan worden verlaagd met het gebruik van de camera in combinatie met een individuele krachtvoerautomaat. Door gerichter krachtvoer in te zetten en ruime koeien aan het einde van de lactatie minder energetisch krachtvoer te verstrekken, kunnen de krachtvoereenheden worden gedrukt. Hierdoor dalen de krachtvoerkosten.

Tussenkalftijd verkorten

Daarnaast kan met behulp van het Bodyconditiescoresysteem BCS bepaald worden wanneer een koe geïnsemineerd kan worden. Zodra de conditie vlak loopt of iets stijgende is, kan worden begonnen met insemineren. Hierdoor kan het interval kalven, eerste inseminatie en de tussenkalftijd worden teruggedrongen en zal het inseminatiegetal dalen. Gezien het project slechts een jaar gelopen heeft, zijn nog geen langetermijnvruchtbaarheidscijfers beschikbaar.

Voordelen van BCS

Een betere opstart van de lactatie met een hogere melkproductie en betere drachtresultaten zijn de belangrijkste voordelen van het Bodyconditiescore-systeem BCS na het eerste jaar. Deze directe gevolgen van een beter management alleen al, resulteren in een voordeel van gemiddeld 12,25€ per koe. Door tijdig in te grijpen, of beter te sturen aan het eind van de lactatie, hebben de dieren ook gemiddeld minder ketose. Dit heeft positieve gevolgen voor uiergezondheid, klauwgezondheid en vruchtbaarheid. Dit alles leidt tot minder melkverlies. Gemiddeld hebben de bedrijven 140 kg minder melkverlies per koe. Nemen we dat voordeel ook mee, dan levert dat nog eens ongeveer € 44,- per koe per jaar op.

Handige tool

Zowel klinische als subklinische ketonemie is een onderschat gevaar dat sluipend onder de melkgevende koeien kan aanwezig zijn en ongemerkt veel kosten en melkverlies kan veroorzaken. Het Bodyconditiescore-systeem BCS is een handige tool om een beter zicht te krijgen op het rantsoen, het management en de energievoorziening van de koe gedurende de volledige lactatie en droogstand. Ook kunnen individuele koeien op deze manier beter opgevolgd worden in het begin van de lactatie en in geval van te sterk conditieverlies, tijdig behandeld worden. Beter management, hogere productie en een betere gezondheid van de koeien leiden dus in totaal tot een gemiddeld voordeel van € 56,25 per koe per jaar.

Elke Depreester

Faculteit Diergeneeskunde, Ugent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken