Startpagina Onderwijs

Wie staat er in de hogeschool?

Iemand met ervaring, dat is zeker. Gepassioneerd door landbouw stapte ze uiteindelijk in het onderwijs om haar ervaringen te delen met de jongeren van nu. “Als ik mijn studenten kritisch en oplossingsgericht kan leren denken in en over de sector, is mijn opdracht geslaagd”, geeft Rina Hulsbosch mee.

Leestijd : 4 min

Rina Hulsbosch

- 42 jaar, getrouwd en moeder van twee kinderen

- Studeerde landbouwingenieur aan het KHK te Geel.

- Werkte bij de Belgische Zuivel Unie (nu gekend als Milcobel), Liba, Crelan en Campina

- Nu leerkracht ‘rundveehouderij’ aan de Thomas More Hogeschool in Geel.

En bovenal: een echte boerendochter

“Bij ons thuis hadden we een melkveebedrijf. Daar begon het voor mij ook te kriebelen, in tegenstelling tot mijn zus, die geneeskunde wou studeren. Mijn twee broers echter kregen de microbe ook te pakken en hebben hun eigen bedrijf. Ik weet nog dat het elke morgen een strijd was om het eerst op te staan, zodat we konden helpen tijdens het melken. Het is zeker fijn dat ik nabije familie in de sector heb, want dit helpt ook voor mij om up to date te blijven in mijn lessen.”

 

Hoe was u als student?

“Mijn ouders hadden niet gestudeerd en stuurden ons bewust naar het internaat, omdat ze wisten dat we anders te veel in de stallen zouden zitten. In het weekend konden we wel helpen thuis.”

 

Wilde u graag leerkracht worden?

“Ik had absoluut niet gedacht dat ik in het onderwijs zou terecht komen. Bij de geboorte van mijn tweede kind kreeg ik de kans om leerkracht rundvee te worden, want ik had in se ook geen schrik om voor veel mensen te spreken. Bovendien is het fijn om samen met studenten een gedeelde passie te hebben en die samen uit te diepen.”

 

Hoe bepaalt u de lesinhoud?

“Het curriculum wordt samengesteld in samenspraak met de leerkrachten, zo kan je verschillende onderdelen erin betrekken. Daarnaast is het ook een continu proces om actueel te blijven en dus de leerstof te herschrijven als dat nodig is. We lezen vakbladen, nemen deel aan beurzen, volgen studiedagen en natuurlijk houden leerkrachten elkaar op de hoogte van de sector. Het gebeurt regelmatig dat in de schoolvakanties de lessen worden voorbereid. Elke week ziet er anders uit. We willen de studenten zo veel mogelijk mee krijgen naar bedrijfsbezoeken, beurzen en studiedagen. Voor stage is iedere leerkracht verantwoordelijk voor zijn eigen stageplaatsen. Studenten gaan gedurende een jaar, twee dagen per week naar een bedrijf naar keuze waar ze verbeterpunten zoeken op het bedrijf, verantwoordelijkheid leren opnemen en nadenken over rendabiliteit van het bedrijf. Dat is niet alleen nuttig voor de student, maar ook voor de landbouwer zelf.”

 

Hoe zien uw klassen er- uit?

“Ik geef les aan groepen van 250 studenten, maar ook aan kleinere groepjes van ongeveer 10 studenten. Hoe gespecialiseerder het vak, hoe kleiner de groep. Het valt op dat in de vakken van ‘Land- en tuinbouw’ en ‘Landbouwmechanisatie’ meestal meer jongens zitten dan meisjes. Vooral in ‘Dierenzorg’ zitten de meeste meisjes. We merken ook dat de jongeren die starten, weten waar ze naartoe willen. Het gebeurt zelden dat een student omschakelt naar een andere specialisatie.”

 

Hoe houdt u iedereen geboeid en zorgt u ervoor dat iedereen mee kan met de les?

“Door mijn loopbaan en mijn landbouwachtergrond kan ik de leerstof koppelen aan anekdotes en verhalen in het landbouwmilieu. Als er een passend filmpje is, laat ik dat ook zien. Het is belangrijk om het niet enkel theoretisch te houden. Ik geef zo veel mogelijk interactief les en terugkoppelen is belangrijk. Door het sociaal contact houden we elkaar op de hoogte: de manier van werken bij de ene landbouwer is niet per se dezelfde als bij een andere. Ik wil ze daarbij vooral een houding aankweken: ze moeten nieuwsgierig willen zijn, open staan voor nieuwe dingen en kritisch leren denken.”

 

Wat kan er verbeteren in het onderwijs?

“Het is zo dat de overheid het secundair onderwijs meer middelen geeft dan het hoger onderwijs. We moeten echter in staat blijven om goede ondernemers op de arbeidsmarkt te zetten. We voelen de besparingen wel in het onderwijs, en dat zou op lange termijn kwalitatief onderwijs in de weg kunnen staan. ”

 

En tot slot: blijft u in het onderwijs?

“Ik blijf zeker in het onderwijs. Het geeft me veel voldoening. Bovendien is de landbouwwereld zeer klein en kom je overal oud-studenten tegen. Ook van hen kan ik nog bijleren.”

MV

Lees ook in Onderwijs

Meer artikelen bekijken