Startpagina Tuin

Keukenkruiden van A tot Z

Officieel begint de zomer op 21 juni, maar einde mei kon het voorspel ook al tellen: temperaturen van om en bij de dertig graden en droge oosten- en zuidenwinden. Dat betekent voor de tuinier druk in de weer zijn met tuinslang en emmers om de moestuin en de potplanten van voldoende water te voorzien.

Leestijd : 5 min

H oog tijd dus om in de tuin over te schakelen op zomermodus, ’t is te zeggen wat minder te werken en wat meer te genieten. En hoe kan dat bij deze heerlijk vroege zomer beter dan met een barbecue waarbij rijkelijk gestrooid en gemarineerd wordt met heerlijk geurende kruiden. Je kan ze gedroogd, gemengd en versnipperd kopen of oogstklaar afgekweekt in potten. Maar je kan ze natuurlijk ook zelf kweken. Ze zijn ideaal in potten en bakken maar kunnen ook in de volle grond. De meeste kruiden geuren niet alleen lekker, ze hebben vaak fraai loof en een rijke bloei. Sommige soorten kan je nu nog zaaien of stekken maar je kan de plantjes nu ook massaal kopen in de tuincentra. Dan hoef je ze enkel nog uit te planten. Omdat heel wat kruiden van mediterrane origine zijn, verdragen ze zonder problemen felle zon en hoge temperaturen.

Basilicum

Basilicum of Ocimum basilicum is een teer eenjarig kruid, met ovale lichtgroene bladeren en bosjes kleine witte bloemen vanaf de late zomer. Planten met harige, vierkante stengels die afhankelijk van de selectie, 20 tot 60 cm hoog worden. De bladeren zijn buitengewoon aromatisch, met een frisse, sterke, kruidnagelachtige geur. Basilicum stamt uit India en het Midden-Oosten waar het groeit onder (sub)tropische omstandigheden.

Teelt : bij ons is het een moeilijk te kweken kruid dat nood heeft aan een warme, beschutte groeiplaats in de volle zon op een goed afwaterende, vochthoudende humusrijke grond. In ons klimaat is het eerder een potplant voor in de kas, die het ook in huis goed doet. Voorzie hiervoor een plaatsje aan een zuiderraam. Basilicum wordt gezaaid vanaf april-mei en gedurende de zomer. Zaaien gebeurt in de kas of binnen bij een temperatuur van 20°C. De jonge, verse blaadjes en de jonge topjes van de scheuten (door te toppen worden de planten bossiger) worden gebruikt in een keur van mediterrane gerechten maar mogen pas op het einde van het kookproces worden toegevoegd omdat anders de geur verloren gaat.

Bernagie

Bernagie of komkommerkruid (Borago officinalis) is een gemakkelijk groeiend eenjarig kruid met rechtopstaande stengels, bezet met ruwe haren, dat tot 1 m hoog wordt. De rimpelige, ruw behaarde bladeren zijn weinig of niet aromatisch en hebben een licht komkommerachtige smaak. In de regel is deze mediterrane plant éénjarig, maar in volle grond zaait ze zichzelf zo gemakkelijk uit, dat ze vroeger weleens als doorlevend beschouwd werd. Het vele zaad is afkomstig van de fel lilablauwe bloemetjes die lekker en zeer decoratief zijn voor het versieren van slaatjes.

Teelt : De plant groeit in elke bodem maar groeit het best op lichtere, voedzame en voldoende vochtige bodems die niet te zuur zijn. Een plekje in de volle zon verdient de voorkeur maar halfschaduw kan ook. Bernagie is eenvoudig te vermeerderen uit zaad in de periode van maart tot augustus en wordt gewoon ter plaatse gezaaid (breedwerpig of op rijen). De bladeren, met hun komkommerachtige smaak worden vaak toegevoegd aan frisdranken en wijn.

Bieslook

Allium Schoenoprasum of bieslook is een winterhard, doorlevend kruid, de kleinste van de uiensoorten, met holle, op gras lijkende bladeren en wordt 20 tot 40 cm hoog. De plant groeit in dichte bosjes en overwintert met kleine bolletjes in de grond. Bieslook gedraagt zich als een vaste plant: het loof sterft af in de winter om in het vroege voorjaar weer op te duiken, waardoor het een van de vroegst te oogsten verse kruiden in de tuin is. Vanaf mei vormt de plant fraaie, bolvormige roze bloemhoofdjes waardoor ze niet misstaat in de siertuin of als potplant op de vensterbank of het terras. Bieslook kan in de loop van het groeiseizoen volledig terug geknipt (geoogst) worden, waarna het opnieuw uitloopt met jonge, verse pijpjes.

Teelt: dit plantje is afkomstig uit de koudere streken van Europa en doet het bij ons goed op rijke, humusrijke, goed vochthoudende, kalkrijke bodems met een voorkeur voor een zonnige standplaats. Deze sterke plant is een van de dankbaarste kruiden om zelf te kweken in volle grond of pot. Je kan hem zelf zaaien (binnen voorzaaien vanaf maart of gewoon in de volle grond vanaf eind april) om de pollen daarna op de gewenste plaats uit te planten of je kan een plant kopen en uitplanten. Om de planten vitaal en jong te houden worden ze na enkele jaren in het najaar gerooid en in kleine toefjes opnieuw uitgeplant. Zowel de bladeren (de pijpjes) als de bloemen zijn eetbaar en worden rauw gebruikt omwille van hun milde uiensmaak in salades, soepen, tomaten of stoofpotten.

Bonenkruid

Satureja hortensis of bonenkruid is een eenjarig kruid – er bestaat ook een doorlevende variant, Satureja montana , die in koude winters niet volledig winterhard is en bovendien onze vochtige winters slecht verdraagt – met smalle, leerachtige blaadjes en wordt ongeveer 30 cm groot. De blaadjes hebben een sterke, peperachtige geur en smaak en de plant bloeit vanaf juli met witte of lichtlila gekleurde bloemetjes. Van nature komt dit kruid voor in de mediterrane regio maar wordt het al heel lang bij ons geteeld. In de middeleeuwen ontbrak het – als middel tegen alle kwalen – in geen enkele kruidentuin. Nu wordt bonenkruid vooral gewaardeerd als smaakmaker in bereidingen en maakt het peulvruchten smakelijker maar ook beter verteerbaar.

Teelt: bonenkruid geeft de voorkeur aan een standplaats in de volle zon op een lichte, voedzame, kalkrijke bodem (geef wat extra kalk) en laat zich makkelijk vermeerderen door zaad. Zaai vanaf maart in een warme ruimte en plant de zaailingen na de ijsheiligen op hun definitieve groeiplaats of zaai in mei-juni gewoon ter plaatse.

Citroenmelisse

Melissa officinalis of citroenmelisse is een decoratieve en nuttige plant die in geen enkele (cottage)tuin zou mogen ontbreken. De plant groeit van nature bolvormig (60 tot 90 cm hoog) en het blad lijkt sterk op dat van munt. Wanneer men ’s zomers in het voorbij gaan (plant hem bij voorkeur langs een pad of langs het terras) de plant beroert, komt een sterke citroengeur vrij. In de zomer bloeit de plant met witte, eerder onopvallende bloemetjes die zeer geliefd zijn bij bijen.

Teelt: als oorspronkelijk mediterrane plant groeit dit kruid best in de volle zon of de halfschaduw in bijna elke grondsoort met een voorkeur voor voedzame, vochtige bodems. In geschikte bodems zaait ze zichzelf heel gemakkelijk uit. Vermeerdering gebeurt door zaaien (of door de spontane zaailingen in het voorjaar open te planten) maar nog gemakkelijker door de pol in het voorjaar te scheuren en de jonge toefjes open te planten. Het loont sowieso de moeite om de planten om de twee tot drie jaar te scheuren want oude planten schieten te hoog op en lopen vaak open waardoor de mooie vorm van de jonge plant verloren gaat. De verse blaadjes worden vooral gebruikt om salades, soepen, sauzen, stoofgerechten, desserts, vruchtensappen en likeuren een citroensmaak te geven.

GB

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken