Startpagina Tuin

Keukenkruidenvan A tot Z ( deel 2 )

Vorige week zongen we hier al de lof van een aantal lekkere keukenkruiden. We stelden toen vast dat heel wat van deze kruiden een mediterrane of meer exotische oorsprong hebben en dat het bijgevolg vaak echte zomerplanten zijn die best wel wat droogte kunnen verdragen.

Leestijd : 5 min

S ommige kruiden stellen weinig eisen aan hun omgeving, zoals bieslook of munt. Ze groeien overal en malen niet om wat schaduw meer of minder. Andere, vooral mediterrane, kruiden geven de voorkeur aan een eerder droge en niet te voedzame grond. Wil je ze in de volle grond planten dan kan het helpen om zware gronden wat lichter te maken door er grof zand onder te mengen. Het vermengen van de (pot)grond met basalt- of lavameel maakt het meer waterdoorlaatbaar en voorziet de kruiden van de nodige mineralen. De meeste kruiden doen het gelukkig ook goed in potten. De kruiden die weinig eisen stellen aan hun omgeving kunnen in een goede potgrond worden geplant, de mediterrane doen het beter als de potgrond wordt verbeterd (zoals hierboven beschreven). Geef de voorkeur aan potgrond voor groenten, deze bevat voldoende (organische) meststof maar niet te veel stikstof. Daardoor gaan de kruiden wat trager groeien maar hebben ze een sterker aroma en een meer uitgesproken smaak.

Dille

Dille (Anethum graveolens) is een heel aromatisch eenjarig kruid dat tot 1 m hoog wordt, met een enkele stengel en veerachtige bladeren. Halverwege de zomer is de plant getooid met stervormige schermen van piepkleine, geelgroene bloemetjes die gevolgd worden door ellipsvormige, platte vruchten. In de zomer doet dille sterk denken aan venkel maar de plant is korter en de anijssmaak is subtieler. In de keuken worden zowel de blaadjes als de zaden (sterker van smaak) gebruikt om gerechten, gaande van brood over vis tot eiergerechten en groentebereidingen, een anijssmaak mee te geven. De zaadjes mogen mee gekookt worden, het loof niet; vandaar dat dit vaak gebruikt wordt als garnering.

Teelt: Dit kruid komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa en Azië en heeft bij ons nood aan een losse, goed doorlatende, voedzame en kalkrijke bodem en een plek in de volle zon. Dille laat zich vanwege zijn lange penwortel moeilijk verplanten en wordt daarom vanaf half april ter plaatse gezaaid op rijen met 30 cm tussenafstand. Zaaien kan tot begin augustus: er wordt dan geen zaad meer gevormd maar men kan van deze late zaai het loof oogsten tot aan de eerste vorst.

Dragon

Dragon of Artimisea dracunculus is e en van de populairste keukenkruiden vanwege zijn opvallende, anijsachtige smaak. Dragon is een echte smaakma ker -niet meekoken, anders gaat de smaak verloren- in visgerechten, soepen, sausen, verse salades en kip- en vleesgerechten. Het versterkt de smaak van wortelen en pastinaak. Het is een doorlevende, dichte, bossige plant die tot 60 à 90 cm hoog wordt met vertakte, rechtopstaande stelen en dunne, smalle, donkergroen glimmende blaadjes die aan de onderkant iets lichter van kleur zijn. Opgelet: er is nog een andere soort op de markt ( A. dracuncoloides ) die ook verhandeld wordt als dragon en in tegenstelling tot de echte dragon gemakkelijk te vermeerderen is vanuit zaad. De smaak is echter totaal verschillend (flauw, licht bitter, kervelachtig). Het onderscheid zie je aan het blad, waar dat van echte dragon lang en smal is, is dat van de andere soort veel groter en grover.

Teelt: Oor spronkelijk komt deze plant uit Zuid-Europa en Azië maar nu komt het wereldwijd verspreid voor in de gematigde gebieden. Bij ons heeft dragon nood aan een eerder vochtige, goed doorlatende, eerder arme bodem op een plek in de volle zon. In de late herfst het loof dicht bij de grond afsnijden en tijdens strenge vorst kan dragon best wat beschermd worden door zijn groeiplaats af te dekken met afgevallen bladeren. Dragon wordt vermeerderd door in het vroege voorjaar goed uitgegroeide planten te scheuren en ze open te planten of door middel van gemakkelijk wortelende stekjes in de loop van het groeiseizoen.

Kervel

Kervel of Anthriscus cerefolium is e en winterharde eenjarige plant met een felgroen, samengesteld blad en een hoogte tot ongeveer 30 cm. Hij lijkt niet alleen wat op gladde peterselie, ook de geur en de smaak doen denken aan peterselie. Met zijn delicate smaak, opvallender dan die van peterselie, is het een goede aanvulling in vele gerechten en bovendien brengt hij de smaak van andere kruiden naar voren. Als smaakmaker wordt hij slechts kort of niet meegekookt om zijn kleur en smaakeigenschappen te bewaren. Natuurlijk mogen we zijn kwaliteit als soepgroente – wie lust geen kervelsoep - niet vergeten.

Teelt: O orspronkelijk afkomstig uit het Midden-Oosten en Rusland laat dit kruid zich bij ons gemakkelijk kweken. Kervel heeft een voorkeur voor vochtige, goed doorlatende gronden, voedzame bodems op een plekje in de volle zon tot halfschaduw en past zonder meer in elke goede moestuin. Regelmatig zaaien van maart tot september zorgt ervoor dat steeds vers loof kan geoogst worden door het zo’n 5 cm boven de grond af te knippen. Op die manier kan men 2 tot 3 keer oogsten per plant. Zaai kervel ter plaatse op rijen met 20 cm rijafstand en éénzaadje om de 2 cm. Kervel kan men makkelijk telen in potten en bakken als men op zonnige dagen zorgt voor voldoende vocht en schaduw.

Koriander

Koriander of Coriandrum sativum is een sterke eenjarige plant met een doordringend aroma dat het midden houdt tussen dat van citroenschil en salie. Verder heeft het een kantachtig geveerd blad en is het in het begin en het midden van de zomer bedekt met wolken piepkleine witte tot zachtpaarse bloemetjes die gevolgd worden door gerimpelde zaden. Koriander wordt tot 60 cm hoog en heeft ondanks zijn ijle loof een wat rommelig uiterlijk. De blaadjes zijn pikanter dan de zaden, die weer zoeter zijn van smaak. Koriander wordt voornamelijk gebruikt in kerrieschotels en in chutneys, de bladeren worden ook gebruikt in verse salades.

Teelt: Dit kruid komt oorspronkelijk uit het noorden van Afrika en de mediterrane streek en geeft bij ons de voorkeur aan een goed doorlatende vruchtbare grond en een warme, zonnige standplaats. Zorg voor een beschutte plek want de zwakke stengels vallen snel om. Koriander wordt in het voorjaar ter plaatse gezaaid en doet het ook goed in een ruime pot.

Lavas

Lavas of Levisticum officinale is e en kruidachtige overblijvende plant die tot wel 2 m hoog kan worden. Hij heeft glanzende, grote, geveerde bladeren met een wat selderachtige geur en vanaf juli brede schermen met bleekgele bloemetjes. Het verse fijngehakte blad is lekker in soepen, stoofpotten en gemengde salades, de zaden worden meegebakken in koekjes of brood. Dit kruid wordt vaak gebruikt als gezond alternatief voor keukenzout.

Teelt: De herkomst van deze plant is wat onduidelijk omdat ze momenteel niet meer voorkomt in het wild, tenzij ‘ontsnapt’ uit een tuin. In ieder geval doet deze plant het goed in onze tuinen op bijna iedere grondsoort behalve op zware klei. De voorkeur van deze doorlevende plant gaat uit naar een plek in de zon tot halfschaduw op een vochtige, goed doorlatende, humusrijke grond. Lavas wordt in het voorjaar ter plaatse gezaaid of in het najaar op een wachtbed zodat men in het voorjaar over jonge planten beschikt die men op hun definitieve plek kan uitplanten (70 cm op 70 cm). De plant laat zich ook vermeerderen door het delen van de wortelpol in het voor- of najaar. Door zijn omvang en doorlevende karakter past deze plant beter achteraan in de border dan in de formele kruidentuin.

GB

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken