Akkerbouwers kenden een zeer slecht jaar
De slechtere opbrengsten hadden een enorme invloed op de rendabiliteit van de sector in 2016. Het enige lichtpunt waren de aardappelprijzen maar hierbij werd vastgesteld dat vooral de oppervlakte aardappelen onder contract serieus toenam en de kg-opbrengsten ook overal aan de lage kant waren. Het barema daalde gemiddeld met 22 %, in de streken met iets meer aardappelen was de daling beperkt tot 16 %.
Ook vleesveehouders kenden een aanzienlijk minder goed jaar
De prijzen in de vleesveehouderij waren merkelijk lager dan in 2015. In combinatie met gedaalde krachtvoederprijzen maar minder ruwvoederopbrengst leidde dit globaal tot een daling van 7 tot 8,5 %.
De melkveehouderij had het moeilijk in 2016 maar herstelde zich naar het jaareinde toe.
Voor de melkveehouders betekende 2016 een daling van de melkprijs en van de opbrengst van de reformkoeien en de kalveren. Samen met de sterk gestegen melkproductie per koe en de lagere krachtvoerderprijs resulteerde dit in een daling van de semi-brutowinst met 4 %. Aan het niveau van de coëfficiënten liters melk per ha – onder andere nodig om de fictieve ha melk te berekenen - verandert er niets. De verhoging van de semi-brutowinst per ha voor de bedrijven met meer dan 25 ha melk blijft onveranderd. Deze stijging per ha boven de 25 ha, blijft dus 1 euro per ha. Een melkveebedrijf met 35 ha melk zal dus voor zijn ha melk boven de 25 de semi-brutowinst zien verhogen met 10 euro per ha.
Aftrekbare kosten
De individueel aftrekbare kosten blijven dezelfde (pacht, dierenartskosten, sociale bijdragen, intresten, …). De lonen en loonwerken zijn aftrekbaar tot een maximum van 430 euro per ha.
Zeugenhouders boekten in 2016 een beter resultaat
In de varkenshouderij werd een stijging van de biggen- en vleesvarkensprijs genoteerd in combinatie met een daling van de prijs van het krachtvoeder. Dit resulteerde in een semi-brutowinst van 160 euro per productieve zeug (20 euro semi-brutowinst in 2015) en 5,25 euro per verkocht vleesvarken (status quo). Dit jaar dienen opnieuw geen extra zeugen te worden aangegeven voor bedrijven met een hoger productiegetal. Gezien er van deze semi-brutowinst nog een aantal kosten individueel aftrekbaar zijn (sociale bijdragen, intresten, kosten dierenarts, loonwerk, pachten, sterftes…) zal er hier weinig of geen belastbare netto-winst overblijven. Voor varkenshouders op contract bleef de semi-brutowinst onveranderd 9,5 euro per afgemest varken.
Verliezen wegens sterfte van varkens
De aftrek van verliezen voor sterfte van varkens mogen gespreid afgetrokken worden over een periode van twee jaar. Dit betekent dat niet afgetrokken verliezen van 2015 kunnen afgetrokken worden in 2016, en de verliezen van sterfte van 2016 eventueel kunnen overgedragen worden naar het inkomstenjaar 2017.