Belangrijk om weten is dat de impact van het weer afhangt van het tijdstip van voorkomen tijdens het landbouwseizoen. Daarom is er nood aan risico-evaluatie, impactanalyse, adaptatiemaatregelen en opties. Extreme weersomstandigheden kunnen bijvoorbeeld frequent voorvallen, maar als dat buiten het landbouwseizoen valt, is er sprake van een lage impact. Een ander soort van extreem weer kan dan weer minder voorvallen, maar heeft een catastrofale impact, omdat het wel in het landbouwseizoen valt. “Denk maar aan de enorme wateroverlast van vorig jaar”, illustreert Anne Gobin.
Verzekerd voor het weer?
Aan het risico wordt dan een verzekering gekoppeld. Heeft een landbouwer hoge opbrengsten, dan was er weinig risico aan verbonden en is er geen sprake van verzekeringen. Voor een risico dat catastrofaal is voor de oogst kan het rampenfonds aangesproken worden. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. Zo moet het natuurverschijnsel een uitzonderlijk karakter hebben of uitzonderlijk hevig zijn (met een voorkomen van één keer op 20 jaar), moeten er regionaal verschillende aangiften bekend zijn en moet bewezen zijn ten opzichte van de normale oogst dat er schade is door het weer. Sinds 1996 is ook droogte erkend. Niet alles kan vergoed worden door het landbouwrampenfonds. Privéverzekeraars vergoeden voor overstroming, hagel en slagregen.
Wat is ‘schade’?
Waar precies schade voorkomt, is moeilijk te voorspellen. Toch worden drie zaken hierbij in acht genomen. Ten eerste is de ruimtelijke verdeling van de teelt over België belangrijk. Aardappelen worden bijvoorbeeld zeer veel geteeld in West-Vlaanderen, zodat de kans op schade toeneemt. De verdeling tussen verschillende rassen van een teelt zijn een andere belangrijke factor. Afhankelijk van het voorkomen van extremen kunnen vroege of late aardappelrassen meer of minder schade ondervinden. Ten slotte kunnen remote sensingbeelden veel informatie verschaffen, en kunnen deze een hulpmiddel zijn bij het bepalen van de omvang van de schade.