Verplichte afvoer van BVD-dragers

Op 10 oktober 2017 is een nieuwe versie van het koninklijk besluit betreffende de bestrijding van boviene virale diarree (BVD) verschenen. Dit nieuwe KB luidt een nieuwe fase in op het vlak van BVD-bestrijding. De belangrijkste wijziging in deze nieuwe fase is dat BVD-dragers, of IPI’s, voortaan binnen de 45 dagen na toekennen van het statuut afgevoerd moeten worden.

IPI’s of BVD-dragers zijn de belangrijkste besmettingsbron voor het BVD-virus. Ze scheiden hun hele leven massale hoeveelheden virus uit en vormen zo een risico voor de hele Belgische veestapel. Daarenboven worden deze dragers op termijn zelf ziek en sneuvelt de meerderheid van de BVD-dragers binnen de 2 jaar na geboorte.

Om die redenen verplicht het nieuwe KB om alle IPI’s van het bedrijf af te voeren, via euthanasie of slachten, binnen de 45 dagen nadat het statuut is toegekend. Bedrijven met IPI’s die langer dan 45 dagen aanwezig zijn, zullen volledig geblokkeerd worden. Dit wil zeggen dat er in afwachting van de afvoer van de IPI’s geen enkel dier in de handel terecht kan komen of naar het slachthuis gevoerd kan worden. Veehouders met IPI’s waarvan het statuut is toegekend vóór 20 oktober 2017, hebben tot 4 december 2017 de tijd om deze dieren te verwijderen van hun bedrijf.

Alle betrokken veehouders kregen een persoonlijke communicatie van DGZ om hen erop attent te maken de nog aanwezige BVD-dragers op tijd af te voeren.