tijdens PotatoEurope in Kain uit met een uitgebreid demoproject over precisielandbouw. Dit in samenwerking met Inagro en het landbouwbedrijf Witdouck. Tjörven Van de Velde, Marketing Manager Benelux, gaf ons meer duiding.


Herhaling van editie 2017
Opvolging van de voorafgaande teelt
Variabel poten
Sensoren in het veld
De onderzoekers plaatste ook sensoren, namelijk een regensensor en de FarmXtend van Apps For Agri die op een meter hoog in het gewas de luchtvochtigheid meet. Op basis van die gegevens kan bijvoorbeeld beslist worden of er behandeld moet worden tegen de aardappelplaag. Voor dit perceel werd echter geen apart advies gegeven aan de landbouwer. Met een bodemsensor werd op verschillende dieptes de vochtbalans gemeten. Omdat op dit perceel niet beregend kon worden, werd ook deze informatie ook niet gebruikt in de praktijk.
Geen bijbemesting
Tussen mei en augustus werd de CropXplorer viermaal ingezet via montage op de spuitboom. Een andere manier is om deze scanner vooraan te monteren in combinatie met de meststofstrooier, dan kan je in real time de stikstoftoestand van het gewas meten. Op basis van die gegevens kan je direct variabel meststof toedienen (dit algoritme is samen met de Universiteit van Wageningen en een Duitse Universiteit ontwikkeld). Een tweede mogelijkheid is om bij elke phythophthorabestrijding de evolutie te meten door de scanner op de spuitmachine te plaatsen.
Op basis van de verschillende kaarten kan je dan beslissen om nog bij te bemesten of niet, zoals gebeurde in deze proef.
Dronevluchten hoeven niet altijd
In de twee jaar die verstreken zijn sinds de vorige proeven tijdens PotatoEurope staken de onderzoekers natuurlijk al heel wat op over de diverse toepassingen binnen de precisielandbouw.
Van de Velde: “We zien een evolutie sinds 2017. We deden indertijd heel wat dronevluchten. Nu hebben we meerdere malen de CropXplorer ingezet. De sensoren op de tractor of op spuitmachine meten onmiddellijk. Ze geven een nog duidelijker beeld. Bij inzet van sensoren heb je ook geen ‘last’. Bij dronegebruik moet je immers een erkende piloot beschikbaar hebben, bijkomende administratie in orde maken en aan de regelgeving voldoen, zeker in de nabijheid van luchthavens.
Naast de informatie van de sensoren beschikken we ook wekelijks (of frequenter) over gratis satellietbeelden, ze geven bij goed weer een behoorlijke indicatie over je gewasstand. Dronebeelden leveren dan wel beelden met een betere kwaliteit, ze wegen niet op tegen de combinatie van SoilXplorer, CropXplorer en tractordata met satellietbeelden die voldoende is om bijvoorbeeld variabel te poten of te bemesten. Daarom hebben we tijdens deze proef ook niet meer gevlogen dan nodig, we beschikten over voldoende data. Zoals eerder aangehaald heb je soms ook data voor het grijpen zonder extra bewerkingen of kosten te doen, bijvoorbeeld met de wielslipkaart. Bovendien is er gelukkig ook nog het gezond boerenverstand, een landbouwer kent zijn percelen meestal wel goed.
We zien dus dat dronegebruik er een beetje uitgaat voor bepaalde toepassingen. Voor planttellingen of variabele ziektebestrijding heb je natuurlijk wel detailbeelden van de drone nodig.”
Potentieel van precisielandbouw aantonen
Tjörven Van de Velde toont onder meer de dronekaarten en opbrengstkaarten van de wintertarwe in het vorige seizoen. “De variatie aan kleuren betekent dat het betreffende perceel niet volledig homogeen is, maar de variaties zijn erg klein. We zien in de bodemscankaarten trouwens ook weinig verschil in de EC-waarden (geleidbaarheid) in de bovenste bodemlaag.
Naargelang deze data/kleuren werd op 18 april variabel gepoot met afstanden die varieerden tussen 28 en 36 cm. Als standaard plantafstand voor de gebruikte potermaat hanteert het bedrijf Witdouck 32 cm. Omdat er meer groeipotentieel is bij een hogere EC-waarde, werd in die zones iets dichter geplant - dit op advies van Inagro - in de zones met een lagere EC werd iets ruimer geplant. Doel is een homogener gewas te realiseren. Jammer genoeg konden we dus niet variabel bemesten. We zijn weliswaar benieuwd naar de opbrengstresultaten!”
Het onderzoeksteam wilde met deze proef in de praktijk aantonen dat precisielandbouw vandaag veel meer is dan gewoon recht rijden. “Precisielandbouw is een ruim pakket aan technieken en mogelijkheden waarmee je een economisch voordeel kan behalen, onder meer door minder input (pootgoed, gewasbescherming, bemesting…) te gebruiken en meer output (opbrengst) te realiseren. In een proef op een minder gekend en minder homogeen perceel kan je waarschijnlijk grotere verschillen aantonen bij inzet van precisielandbouwtechnieken.
Verder willen we natuurlijk ook onze kennis over precisielandbouw verder uitbouwen. Er valt duidelijk nog veel te leren. De vaststelling dat dronevluchten zeker niet altijd een meerwaarde opleveren en de beschikbaarheid en het nut van tractordata vind ik alvast opmerkelijke vaststellingen uit deze demoproef”, besluit Tjörven Van de Velde.