Het systeem van inzaai van zomergerst of rogge bij stuifgevoelige gronden in vlakke zaaiteelten kent bij ons nog weinig ingang. Toch beseffen we op dagen zoals 11 april en 11 mei dat hulp om jonge plantjes te beschermen tegen schurende zandstormen welkom zou zijn. Deze winderosie noemen we ‘stuiven’.
De techniek bestaat erin dat men gerst zaait op hetzelfde ogenblik als men de teelt zaait. Dit kan in schorseneer, kleine worteltjes en zaaiui. Maar ook in bieten en maïs.
De zaaihoeveelheid hangt af van hoe men deze zaai precies doet. Indien men dit met een gewone graanzaaimachine zaait is 50-60 kg voldoende en gebeurt de kieming vlot. Deze zaden samen met de meststoffen strooien met de kunstmeststrooier kan ook. Indien men dit dieper inwerkt is 70-80 kg beter, maar zal de opkomst onregelmatiger en trager zijn. Indien men kiest om het niet in te werken maar breedwerpig te strooien na zaai is 20-30 kg voldoende. Maar dan is regen nodig om groei te krijgen en kan men wild aantrekken.
Uiteraard biedt de gerst de eerste weken na zaai geen bescherming bij gelijktijdige zaai. Daarvoor zou men de gerst een 2-tal weken voor het gewas moeten zaaien, maar aangezien dat een uitdrogend zaaibed niet gewenst is voor de kieming van deze fijne zaaiteelten is dit geen optie. Toch kan bij voldoende vochtige grond de kieming snel gaan.
De gerst wordt dan bij een grootte van 15-20 cm doodgespoten zodat er geen concurrentie naar vocht en mineralen plaats vindt. Maar er vond dan toch reeds wat beworteling plaats om verdere bescherming te bieden. Ook in doodgespoten toestand houden de wortels de losse grond vast en breekt het dorre gewas nog weken lang de wind.
De zaai in doodgespoten groenbemester is uiteraard ook een goede techniek voor bieten of maïs.
Magnesium ligninesulfonaat is een product waar goede ervaringen mee zijn. Dit product wordt kort na zaai op een vochtige ondergrond gespoten en biedt wekenlang bescherming. Het nadeel is de stevig kostprijs van +/- 300 euro/ha. Stroken behandelen kan echter al helpen.