Hoevetoerisme is

‘verblijfsrecreatie’

Landbouwers gaan alsmaar vaker hun landbouwactiviteiten ‘verbreden’. “Dit betekent dat men om extra inkomsten te verwerven, een extra activiteit gaat organiseren die rechtstreeks aansluit op de landbouwactiviteiten en als nevenactiviteit wordt uitgebaat”, zegt Bart Dochy (CD&V). Welke gevolgen heeft dat voor de nodige vergunningen? Onder ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’ wordt bedoeld stallen, schuren, serres, maar ook de bedrijfswoning van de landbouwer. Een andere opgenomen hoofdfunctie betreft de functie ‘verblijfsrecreatie’. Hieronder vallen vakantiechalets, maar ook hotels, bed and breakfast, gebouwen voor jeugdkampen... “Hoevetoerisme, een toeristische verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, valt niét onder de functie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’, maar onder de functie ‘verblijfsrecreatie’”, stelt minister Demir. Een landbouwer moet dus een vergunning voor een gedeeltelijke functiewijziging aanvragen van de functie ‘land- en tuinbouw in ruime zin’ naar de functie ‘verblijfsrecreatie’ indien hij aan hoevetoerisme wenst te doen.” Activiteiten zoals hoeveslagerij en hoevewinkel kunnen wel onder de functie ‘land- en tuinbouw in de ruime zin’ worden gebracht als ze aansluiten op de uitoefening van de plaatselijke landbouwfunctie en de commerciële functie beperkt blijft. Dan is sprake van van een para-agrarische activiteit.

LV