
Bestaande problematiek
De problematiek van het slachten voor die korte keten gaat al een tijdje mee. Tijd zal de oplossing niet brengen, daar de inschatting is dat dit zeker niet het laatste slachthuis is dat de deuren moet sluiten. Rond alternatieven wordt er gestudeerd. Ook wettelijke kaders worden aangepast om die alternatieven mogelijk te maken.
Toch is het voor vele landbouwers vandaag 5 na 12. Alle inspanningen voor de korte keten ten spijt, oplossingen in de marge zullen voor hen mogelijks te laat komen.
Kan het anders?
Vanuit het credo dat er geen lokaal vlees kan zijn zonder nabije slachtinfrastructuur, werd er door de Franse minister van Landbouw vorige maand een heus nationaal slachthuisplan (zie www.agriculture.gouv.fr/plan-abattoirs-un-nouveau-plan-ambitieux-pour-de...) opgezet. Gedurfd, omdat het slachten van dieren in de huidige tijdsgeest nu niet onmiddellijk politiek doet scoren. Naast een uitgebreide aandacht voor controle op het slachten, kiest men er in Frankrijk voor om volop te investeren in het in stand houden van de lokale infrastructuur om de regionale voedselketen mogelijk te houden. Met 115 miljoen euro zullen er straks 123 moderniseringsprojecten worden gelanceerd in de Franse slachthuizen.
Gaan we er in Vlaanderen te gemakkelijk vanuit dat de oplossing voor het slachten van dieren wel uit de markt zal komen? De realiteit vandaag toont onomwonden aan dat die markt faalt. Bedrijfsleiders in de resterende kleinschalige slachthuizen melden bovendien dat diverse controlerende instanties hun het ondernemen quasi onmogelijk maken. Dat niemand zich ten gronde lijkt te bekommeren om de gevolgen van het wegvallen van kleinschalige slachtcapaciteit is niet minder dan onverantwoord.