Razendsnelle evolutie op het veld

De wekelijkse monsternames werden dit jaar vroeger dan gewoonlijk gestart omwille van de aanhoudende droogte en het warme weer. Op basis van de cijfers van onze tweede ronde van bemonstering zien we nu al dat we op sommige locaties maar net op tijd gestart zijn met de observaties.

Door : Landbouwleven

Gepubliceerd op : 1/09/2022 00:00

Leestijd : 2 min

Op de locaties te Lichtaart en Meeuwen (zie tabel), waar de maïs bij het eerste persbericht reeds in een zeer vergevorderd stadium zat, stellen we de hoogste stijgingen in drogestofpercentage vast op weekbasis (respectievelijk 13,0% en 8,4%). Deze cijfers zijn ongezien en verbreken zelfs de records die we in de afgelopen jaren met grote droogte en hoge temperaturen konden optekenen.

Op de opvolgingsvelden in Lendelede en Geel-ten-Aard werden even spectaculaire evoluties op weekbasis gemeten. Op al deze locaties is de maïs momenteel al overrijp of in het beste geval klaar om op zeer korte termijn geoogst te worden.

Niet overal overrijp

Op de andere opvolgingsvelden is de situatie iets minder ver gevorderd. De stijgingen in drogestofpercentage zaten daar in een ‘normale’ vork van 2,5 tot 4,5% op weekbasis. De percelen te Tongeren, Boutersem en Bocholt hebben momenteel het oogstbaar stadium bereikt. Op de andere locaties zitten we 1 tot 2 weken achter op eenzelfde afrijpingstraject.

Vroege oogst

Aangezien er weinig of geen neerslag voorspeld wordt voor de komende periode, moeten we ervan uitgaan dat de huidige trend zich zal voortzetten en dat we dus mogen rekenen op een zeer vroege oogst.

Voor LCV : Jurgen Depoorter (CIPF), Gert Van de Ven,

An Schellekens (Hooibeekhoeve)