Nederland was weer toe aan een beurs

Met de LandbouwRAI in Amsterdam kende Nederland in het verleden een grote nationale landbouwmechanisatiebeurs. De bereikbaarheid was echter niet optimaal en de kosten rezen de pan uit. Uiteindelijk besloot Fedecom – de brancheorganisatie van fabrikanten, importeurs en dealers in landbouwtechniek – om zelf een mechanisatiebeurs te organiseren en dat leidde in 2010 tot de eerste AgroTechniek Holland (ATH). Fedecom bracht de organisatie onder bij een dochter, Fedecom Fairs. Als locatie koos de organisatie voor de terreinen van Walibi Flevo in Biddinghuizen in de Flevopolder. Dat wordt ook gebruikt voor het grote popfestival Lowlands en de eerste jaren kon de organisatie een deel van de infrastructuur van Lowlands gebruiken.

Men heeft wel nog steeds kritiek op de datum in september, omdat er in die periode vaak nog te veel boeren druk bezig zijn met de oogst en omdat de gedachten ook nog niet zijn bij nieuwe investeringen. Voor een buitenbeurs bleek het echter toch de meest geschikte periode en de discussie hierover verstomde.

In 2013 organiseerde Fedecom Fairs voor de eerste keer ook een beurs voor bedrijven in groentechniek, de sector voor het onderhoud van de groene ruimte. Deze beurs, GroenTechniek Holland (GTH) werd om en om gehouden met ATH. In 2020 en 2021 waren er geen beurzen vanwege Covid-19 en Fedecom besloot om voor 2022 beide beurzen te combineren. Tenslotte zijn er veel exposanten die naar beide beurzen komen en datzelfde geldt ook voor veel bezoekers. De gecombineerde beurs bleek een succes, want er kwamen 55.000 bezoekers op af, wat een record is.

Goede stemming

De gecombineerde beurs opende de eerste 2 dagen met stralend weer en hoewel de oogst nog niet ten einde was, waren er veel bezoekers. Dat hoge bezoekersaantal bleef ook tijdens de laatste 2 beursdagen komen, hoewel toen het weer door korte felle regenbuien een stuk minder aangenaam was voor een buitenbeurs.

Blijkbaar was Nederland weer toe aan een mechanisatiebeurs, waarbij de bezoekers weer ouderwets tegen banden konden trappen, maar vooral in gesprek konden gaan met leveranciers en met elkaar. Hoewel er behoorlijk donkere wolken boven vooral de veehouderij hangen, bleek de stemming verrassend goed. De hoge melkprijzen en de grotendeels al binnengehaalde akkerbouwoogst, ook tegen goede prijzen, heeft daar zeker aan bijgedragen.

De beurs is in Nederland traditiegetrouw geen plaats voor het doen van handel, maar toch werden er wel machines verkocht. En de verwachting is dat er dit najaar nog wel een investeringsgolf komt, omdat boekhouders de keuze bieden uit belasting betalen of investeren. Dan valt de keuze al gauw op het laatste.

500 merken

Maar liefst 300 exposanten hebben zich aangemeld, met meer dan 500 verschillende merken. Alle grote merken waren dit jaar aanwezig en dat was in het verleden niet altijd het geval. Op maar liefst 75.000 m2 expositieruimte was heel wat te zien. Nieuw was de demonstratieruimte, waarop standhouders op de eigen stand hun noviteiten direct in actie konden laten zien en waar klanten er ook zelf mee konden werken. Dit was vooral het geval op GTH.

Speerpunten worden onder de aandacht gebracht in 2 paviljoens: het Zero Emission Paviljoen op GTH toonde machines die worden aangedreven door stroom uit accu’s of waterstof. Vooral in de groene sector is het werken zonder emissie van toenemend belang. In het paviljoen Grenzeloos Innovatief op ATH toonde de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van precisielandbouw, ontwikkelingen die vaak al bij de deelnemers van het project beproefd zijn. Ook toonde het ontwikkelingen waarmee landbouwers aan de steeds strengere regels voor de landbouw kunnen voldoen.

Voor kopers die geïnteresseerd zijn in bijna nieuwe machines was er een paviljoen met zo goed als nieuwe trekkers en machines. Deze mochten maximaal 500 uur op de klok hebben of één jaar oud zijn.

Innovatieprijzen

Beide beurzen – ATH en GTH – kennen een innovatieprijs toe voor de meest opvallende noviteit op de beurs. Exposanten konden hiervoor hun nieuwe items aanmelden en een jury van landbouwtechniekjournalisten nomineerde hieruit telkens de 10 meest aansprekende aanmeldingen en koos hieruit ook de winnaars. Voor GTH heet deze innovatieprijs het Gouden Klavertje Vier en voor ATH is het de Bronzen Sikkel.

De winnaar van de Bronzen Sikkel werd Kamps de Wild met de NuCrop. Dit is een nieuwe manier van loofdoding in de aardappelteelt zonder chemie. Door het gebruik van elektrische stroom (Volt.Apply) in combinatie met een geleidende vloeistof (Volt.Fuel) wordt het loof in één werkgang gedood. Het is veilig voor het gewas én duurzaam. Landbouwleven heeft hierover eerder al bericht.

De tweede plaats ging naar Agrifac met Atmos Adaptive Plus. Met een geïntegreerd weerstation zorgt het Atmos Adaptive Plus-systeem ervoor dat de spuitmachine zich aanpast aan veranderende weersomstandigheden. Het meet elke seconde de temperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheid en windrichting. Het berekent aan de hand hiervan onder meer het verdampingsniveau van het gewasbeschermingsmiddel. Atmos Adaptive Plus zorgt continu voor de juiste druppelgrootte, spuitdruk en hoeveelheid luchtondersteuning ten opzichte van de door de gebruiker vooraf ingestelde gewenste spuitinstelling. Hierdoor worden alle middelen en spuitmomenten effectiever benut. Dit brengt de ecologische voetprint omlaag en zo zetten we een stap verder in de duurzaamheid van de landbouw.

De derde plaats was voor Kverneland met het Pudama-systeem. Dit legt de kunstmest bij het maïszaaien precies onder de maïskorrel. Door deze vorm van puntgericht bemesten is de plant veel beter in staat om de startmeststof op te nemen. Uit onderzoek van de Universiteit van Keulen bleek dat op deze manier 25% op startmeststof kan worden bespaard ten opzichte van een traditionele rijenbemesting. Dit betekent een verminderde uitspoeling van fosfaat en stikstof naar het grond- of oppervlaktewater. Het levert hierdoor een bijdrage aan een duurzame maïsteelt, met behoud van het volle opbrengstpotentieel.

Innovaties in de groensector

Het Gouden Klavertje Vier ging naar Vredo voor de Fluid Feeder. Op basis van een DZ5-doorzaaimachine, voorzien van het Vredo-dubbelschijven-systeem, injecteert deze vloeistoffen zonder licht direct in de wortelzone. Op deze manier kunnen biostimulanten worden aangebracht, maar ook vloeistoffen met speciale nematoden ter bestrijding van engerlingen.

De tweede plaats was voor Milati Grass Machines, voor de Violette-autonome onkruidverwijderaar voor autonome, duurzame en mechanische onkruidbestrijding op sportvelden. Een camera lokaliseert het (penwortel)onkruid en verwijdert het met wortel en al. Dat gebeurt nauwkeurig, milieuvriendelijk en zonder chemie.

New Holland sleepte de derde plaats in de wacht voor de XPower XPA elektrische onkruidbestrijder aan een maaiarm. De XPower is een bestaande techniek van Zasso, op de markt gebracht door het CNHi-onderdeel AgXtend. Drie rijen elektroden brengen de planten in contact met 8.000 volt, opgewekt door een generator achter op de trekker. Door de hoge spanning raken de plantencellen onherstelbaar beschadigd. Door de XPA-maaiarm van Maaiers Verschueren uit Lochristi is deze techniek veel breder inzetbaar voor de bestrijding van exoten langs wegen of op taluds. Tot nu toe was de machine alleen aangebouwd in de fronthef van een trekker. De XPA-maaiarm is ook te gebruiken met een klepelmaaier.

Elektrische trekker

Elektrisch aangedreven machines zijn in de groensector vooralsnog belangrijker dan in de landbouw. De meest opvallende nieuwe elektrische machine stond echter toch op ATH. Bij Abemec-dochter Agromec stond de elektrisch aangedreven 700 Vario Electric, een volledig elektrische trekker. Het origineel, een Fendt 718 Vario, heeft zoveel mogelijk zijn functies zoals compactheid, capaciteit, comfort en wendbaarheid behouden. De trekker heeft nog de originele Vario- transmissie. Hierdoor kan er in de toekomst gemakkelijk gewisseld worden van krachtbron.

In de trekker zelf zit een accupakket van 70 kWh, maar belangrijker is het pakket in de fronthef. Dit heeft 140 kWh en is gemakkelijk verwisselbaar. Dat houdt in dat de trekker de hele dag ingezet kan worden door het ene pakket te laden, terwijl het andere in de fronthef hangt om ermee te werken. Die lange gebruiksduur was een heel belangrijke eis bij de ontwikkeling. De elektromotor heeft een vermogen van meer dan 150 kW. De eerste machine is inmiddels in gebruik bij een klant en er zijn al meerdere verkocht.

Agromec is de Abemec-dochter, die de Fendt-trekkers en -machines importeert en verkoopt. Op de stand stond ook de Fendt 700 Vario Gen 7. Landbouwleven stelde deze trekker al uitgebreid voor en voor de Nederlandse landbouw was ATH de gelegenheid om deze trekker zelf te bewonderen. Ook de tweede importeur van Fendt in Nederland, de Mechan Groep, had deze trekker op de stand staan.

De Mechan Groep importeert naast Fendt ook Massey Ferguson en Valtra. Het had van elk merk slechts één trekker op de stand staan. Dat was opvallend, want de meeste merken pakken breed uit met hun hele assortiment. De Mechan Groep had er echter voor gekozen om niet veel trekkers neer te zetten. Waar veel kopers lang op hun nieuwe trekkers moeten wachten, vond de Groep het niet logisch om op de stand wel veel nieuwe trekkers neer te zetten. Het hechtte meer belang aan het ontmoeten van hun klanten en mogelijke klanten en aan met hen verbinding te zoeken. Hier was de stand op ingericht.

Voor degenen die toch graag even het merkgevoel wilden krijgen, was er de mogelijkheid om op 3 van de 4 beursdagen even met een trekker te rijden. De Mechan Groep had zich namelijk verbonden aan de wedstrijd De Beste Chauffeur van Nederland, georganiseerd door het vakblad Trekker. Hiervoor waren een aantal trekkers van Fendt, Valtra en Massey Ferguson in gebruik tijdens de finale op vrijdag en beschikbaar voor een korte proefrit op de andere dagen.

Overige noviteiten

New Holland en Case IH bleken echte primeurs op de stand te hebben. Bij New Holland ging het daarbij om de T5S en bij Case IH om de nagenoeg gelijke Farmall A. Het zijn heel eenvoudige trekkers in 2 uitvoeringen, van 90 en 100 pk. Bij New Holland vervangt de T5S de TD5, bij Case IH handelt het om een update van de Farmall A.

John Deere stond op de gedeelde stand van de 2 overgebleven dealers in Nederland: Groenoord en Kraakman. Het bracht een breed pakket aan trekkers en machines onder de aandacht, waarbij de vorig jaar geïntroduceerde 6R als grote blikvanger moest dienen.

Argi is importeur voor de Benelux van de trekkers van Argo. Het had onder meer een Landini uit de vorig jaar geïntroduceerde 7-serie met korte wielbasis meegenomen. De 7-165 is voor het eerst in Nederland. Het is de kleinste uit de serie, die bestaat uit een viercilinder en een zescilinder van 165 pk en een vier- en zescilinder van 175 pk. De 7-165 heeft een 4,5 l FPT- motor. Deze kan naar keuze worden gekoppeld aan een Robo-Six zestraps powershifttransmissie of aan de traploze V-Shift.

Verder nieuws bij Argi is dat het de no-till-zaaimachine van Novag in zijn pakket heeft opgenomen.

De meest opvallende trekker op de stand van Zetor-importeur Zetrac was de Turkse Armatrac-trekker. Zetrac wilde graag peilen of er in Nederland belangstelling bestaat voor deze trekkers.

Arend Jan Blomsma