rekenen met dierlijke mest
Dierlijke mest is dierbaar. Naast stikstof en fosfor bevat het ook andere belangrijke voedingselementen, zoals kalium en magnesium. Het brengt ook organische stof aan, wat het bodemleven stimuleert. Dat verhoogt op zijn beurt de mineralisatie in de bodem, en dus ook de stikstoflevering!
Samenstelling dierlijke mest, analyse of forfait
Er zijn grote verschillen tussen mestsoorten (bijvoorbeeld rundermest ten opzichte van varkensmest), maar ook binnen 1 mestsoort bestaat er veel variatie tussen bedrijven en opslaglocaties, zelfs tussen verschillende vrachten van 1 opslag. Indien mogelijk kan het mixen van mest zorgen voor een homogener product.
Uit cijfers van het labo (Inagro en BDB) blijkt dat de stikstofinhoud van runderdrijfmest vaak onder de forfaitaire waarde zit. Voor zeugen- en mestvarkensmest is dit omgekeerd. Daar kan je op inspelen met een mestanalyse van de gebruikte mest. Een mestanalyse geeft het meest correcte beeld. Laat naast stikstof en fosfor ook andere nutriënten (K, Mg, minerale N ...) analyseren, dit vraagt meestal maar een kleine meerprijs. Wanneer er geen analyse voorhanden is, kan je werken met de forfaitaire waarden, terug te vinden in tabel 3.
Hoeveel mest dien ik toe om mijn advies in te vullen?
We duiden dit met een voorbeeld voor stikstof. Als de norm van dierlijke mest op een perceel 170 kg totale N/ha is, en je gebruikt runderdrijfmest met een inhoud van 4,8 kg/ton, dan kan je op dat perceel 35 ton (170/4,8=35) uitrijden. Je brengt dan 170 kg totale N/ha aan.
Maar niet alle stikstof is het eerste jaar na toedienen beschikbaar. Herinner je de werkingscoëfficient van runderdrijfmest: 60%. Hier zal je dus slechts 102 kg werkzame N hebben toegediend (170 x 60% = 102). Deze kan in mindering gebracht worden van het bemestingsadvies.
Welke mest past het best?
Elke mestsoort heeft zijn troeven en aandachtspunten: aanbreng van organisch materiaal, fosfor-stikstofverhouding, aanvoer van kalium, snelheid van vrijstelling. Daarmee kan rekening gehouden worden in de keuze van een bepaald type mest voor een bepaalde teelt of een bepaald perceel. Op percelen met een zeer hoge fosfaatvoorraad gebruik je het best fosforarme meststoffen (bijvoorbeeld bewerkte mest), want dierlijke mest bevat meestal ook fosfaten. Ook runderdrijfmest zal minder fosfor aanbrengen in vergelijking met varkensdrijfmest.
Op percelen laag aan organische koolstof kan gekeken worden of er mestsoorten voorhanden zijn die veel organisch materiaal aanleveren (bijvoor
Verlies vermijden door emissiearm toe te dienen
Hou je hoofd koel met de B3W-tool
In de tool (zie ook tabel 2) is het mogelijk om verschillende meststoffen te kiezen (organisch en/of kunstmest) en om een dosis in te vullen. Vervolgens geeft de tool weer hoeveel voedingselementen die bepaalde meststof levert. Dit doet de tool niet enkel voor stikstof en fosfor, maar ook voor andere belangrijke voedingselementen.
In de tool werden verschillende zaken samengebracht. Zo zal na het invullen van de bemesting en bemestingsnormen op het betreffende perceel berekend worden of je de norm al dan niet overschrijdt en tegelijkertijd kan je ook zien of het advies (dat je zelf invult) voor het perceel werd ingevuld door de gekozen bemesting.
Tabel 1 geeft een voorbeeld van de werking van de meststofkiezer, ingevuld voor 35 ton runderdrijfmest + 140 kg chloorkali + 144 kg KAS. De tool geeft de werkzame hoeveelheid van de voedingselementen weer die voor elke mestsoort wordt aangeleverd. Door het invullen van de norm en het advies voor het betreffende perceel vergelijkt de tool dit met wat je wil toedienen. Bij het voorbeeld zien we dat het advies voor stikstof, fosfor en kalium volledig wordt ingevuld met de gekozen meststoffen en dat wordt aangegeven of we daarmee de norm overschrijden.
Meer informatie over de Meststofkiezer en hoe deze te gebruiken vind je bij de rekentools op het B3W-platform.





