
Onkruidbestrijding bij gelijktijdig inzaaien van maïs en gras
Onkruidbestrijding bij onderzaai 4-6de bladstadium
Bij onderzaai met Engels raaigras in het 4-5de bladstadium moet de onkruidbestrijding in naopkomst al vroeg worden toegepast (bijvoorbeeld bij 2-3de bladstadium) en moet er minstens een intervalperiode van 10 dagen zijn met de inzaai. Bij het inzaaien wordt ook onvermijdelijk de herbicidenfilm doorbroken, wat de nawerking van de toegepaste bodemherbiciden beperkt.
In 2022 gaven in Geel de combinatie 0,7 l/ha Frontier Elite + 1,5 l/ha Laudis + 0,4 l/ha Samson + 0,25 kg/ha Callam, de combinatie 0,4 l/ha Frontier Elite + 2,25 l/ha Laudis + 15 g/ha Peak en de combinatie 0,75 l/ha Calaris + 1,5 l/ha Laudis + 15 g/ha Peak in het 2-3de bladstadium een belangrijke onkruidreductie en bleef er nog respectievelijk 9,3, 4 en 12% gladvingergras achter (6,3, 2,7 en 8,2 planten/m²). De grasontwikkeling was dan weer zo beperkt dat je na de oogst niet kon spreken van een echt gesloten zode. In 2023 (late zaai op 23 mei) bleek in Geel de combinatie van 0,5 l/ha Frontier Elite + 1,5 l/ha Laudis + 0,5 l/ha Onyx + 0,25 l/ha
In Moortsele (vroegere zaai op 4 mei) werden in 2023 bij alle objecten (behandeling op 25 mei en inzaai gras op 7 juni) goede onkruidbeheersingsresultaten verkregen. Bij alle objecten was de gras-ontwikkeling van het ingezaaide gras echter finaal onvoldoende, allicht ook voor een deel om dezelfde redenen als in Geel. In het algemeen blijkt het zeer moeilijk voor Engels raaigras te zijn om voldoende te concurreren met het maïsgewas in volle groei.
Onkruidbestrijding bij onderzaai 8-9de bladstadium
In het geval van onderzaai met Italiaans raaigras in het 8-9de bladstadium is er wel voldoende tijd tussen de onkruidbeheersing en de inzaai. Ook hier wordt de herbicidefilm bij de inzaai doorbroken en is het moeilijk om nog voldoende grasontwikkeling te verkrijgen in een context van chemische onkruidbeheersing.
Zo was in 2022 de combinatie van 2,25 l/ha Laudis OD + 0,3 l/ha Samson Extra 60 OD + 0,5 l/ha Kart + 0,4 l/ha Frontier Elite in Balegem wel succesvol op het onkruid, maar stond er nagenoeg geen gras. De combinatie van 0,75 l/ha Calaris + 1,5 l/ha Laudis + 0,5 l/ha Frontier Elite + 15 g/ha Peak of dezelfde combinatie, maar Calaris vervangen door 1 l/ha Callisto, had in Geel dan weer de beste werking op gladvingergras, met respectievelijk 4% en 2,7% overblijvend gladvingergras (respectievelijk 2,7 en 1,8 overblijvende planten/m²). Ook hier was de grasontwikkeling echter zo goed als nihil. In 2023 resulteerde de combinatie van 0,7 l/ha Frontier Elite + 2 l/ha Focus Plus + 1 l/ha Dash + 0,6 l/ha Callisto + 0,25 l/ha Callam in Geel in het 4-5de bladstadium (na een late zaai op 23 mei) in het laagste aantal onkruiden. Het ondergezaaide gras stond wel het dunst, wat niet relevant is voor de praktijk. De iets hogere en in de tijd latere dosering van Frontier Elite (door de late zaai), gecombineerd met een korte interval ten opzichte van de inzaai van slechts 10 dagen, zal hiervoor allicht een verklaring zijn. Ook was het na 14 juli vrij nat, wat de werking van de bodemherbiciden nog versterkte.
In 2023 gaf het object in Moortsele met 0,25 l/ha Adengo in vooropkomst gecombineerd met 2,25 l/ha Laudis OD + 0,5 l/ha Frontier Elite in het 3-4de bladstadium het beste onkruidbeheersingsresultaat van deze proef, met op wat haagwinde na een volledig resultaat. De grasontwikkeling was echter nagenoeg nihil. Werken met Focus-resistente maïs kan allicht een oplossing zijn.
Mechanische onkruidbestrijding?
In deze proeven werd vooral met chemische onkruidbeheersing gewerkt. Onkruid kan je ook mechanisch bestrijden. Nawerkingen van bijvoorbeeld bodemherbiciden spelen dan geen rol in de ontwikkeling van het gras. Dit geldt echter enkel voor onderzaai. Bij gelijktijdige inzaai wordt het gras immers samen met de maïs ingezaaid en kan er niet meer worden gewiedegd of geschoffeld. De meest mogelijkheden zijn er bij onderzaai in het 8-9de bladstadium. Er kan dan mechanisch worden gewerkt tot het zaaitijdstip van het gras bereikt is.
Conclusies en bedenkingen
De techniek van onderzaai van gras in maïs is geen optie bij een hoge onkruiddruk of bij aanwezigheid van echte probleemonkruiden, zoals glad vingergras, doornappel of knolcyperus. Dan moet je kiezen voor een maximale aanpak van de onkruiden, enerzijds om verdere verspreiding of opbouw van een zaadvoorraad te voorkomen, anderzijds ook omwille van de reglementeringen. Bij chemische onkruidbeheersing blijkt de grasontwikkeling bij inzaai in het 4-5de of 8-9de bladstadium in de regel ondermaats als gevolg van een combinatie van factoren, zoals droogte of nawerking van een herbicide bij een natte zomer.
Een volledig mechanische onkruidbeheersing kan voor een deel de impact van herbiciden op het ingezaaide gras vermijden, maar kan op het vlak van overblijvende laatkiemende ongewenste onkruiden dezelfde problematiek geven. Het gras maakt iets meer kans op een betere ontwikkeling in natte zomers. Mechanische onkruidbestrijding kan niet bij gelijktijdige zaai.
Uit de proeven blijkt tot slot dat de grasontwikkeling in droge omstandigheden vaak minimaal is, waardoor de effecten gericht op een lager nitraat-residu allicht overschat worden. Het lijkt dan vanuit praktijkoogpunt meer aangewezen om systematisch te opteren voor tijdige inzaai van maïs. Daarbij kies je het best voor eerder vroege tot halfvroege rassen, zodat een tijdige inzaai van een groenbedekker na de oogst van de maïs veel meer kansen op slagen biedt.