Startpagina Archief

Onderzaai gras in maïs niet evident qua onkruidbeheersing

Onderzaai van gras in maïs houdt in dat gras (zoals rietzwenkgras) gelijktijdig met de maïs gezaaid wordt. Er kan ook gras worden gezaaid tijdens de groei van de maïs, waarbij afhankelijk van het groeistadium een grassoort met meer of minder concurrentievermogen wordt gekozen. Op het vlak van onkruidbeheersing en ontwikkeling van het ingezaaide gras zijn er wel heel wat beperkingen.

Leestijd : 7 min

In het 4-5de bladstadium kan je bijvoorbeeld opteren voor Engels raaigras. In het 8-10de bladstadium kan je denken aan Italiaans raaigras, omdat de groeiconcurrentie met de maïs dan minder speelt. In een aantal proeven in lichte zandgrond in het kader van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen (LCV) kon zo een lager nitraatresidu na de oogst worden verkregen. Vooral bij de gelijktijdige zaai was er een duidelijk effect op het nitraatresidu. Bij latere tijdstippen van onderzaai nam het effect op nitraatresidu af. In MAP 7 wordt deze techniek beschouwd als een terugverdienpraktijk, waarmee een bemestingsreductie ongedaan kan worden gemaakt.

In figuur 1 (zie hieronder) wordt de techniek voorgesteld. Daarnaast worden de kansen en beperkingen op het vlak van nitraatresidu, concurrentie naar de maïs en maïsopbrengst, onkruidbeheersing en beperkte aanbevelingen voor chemische onkruidbeheersing samengevat. Het LCV legde de voorbije jaren al verschillende proefvelden aan op diverse locaties en kwam tot de volgende resultaten en adviezen.

Onkruidbestrijding bij gelijktijdig inzaaien van maïs en gras

Zaai je rietzwenkgras samen met maïs in, dan is het belangrijk om de dosering van dimethenamide te beperken tot 360 à 504 g/ha (bijvoorbeeld een maximale dosering van 0,5 tot 0,7 l/ha Frontier Elite) en om een beperktere dosering van mesotrione van 60 g/ha toe te passen (maximale dosering van 0,6 l/ha Callisto, Lumica, Border…). Nicosulfuron (bijvoorbeeld Samson) mag je niet opnemen in de combinatie.

In het droge jaar 2022 gaven de toegepaste combinaties bij gelijkzaai met riet-zwenkgras zowel op de proeflocaties in Balegem als in Geel geen volledige onkruidbeheersing. In Geel bleven gemiddeld 5,3 planten gladvingergras/m² achter bij de combinatie 1 l/ha Callisto + 1,5 l/ha Laudis + 0,5 l/ha Frontier Elite + 15 g/ha Peak. Dit was het beste resultaat in de proef op een totaal van 9 objecten. In Balegem werd het beste resultaat verkregen bij de combinatie 0,7 l/ha Frontier Elite + 1,25 l/ha Stomp Aqua + 0,6 l/ha Callisto + 250 g/ha Callam in het 3-4de bladstadium, met nog beperkt overblijvende haagwinde en straatgras. De ontwikkeling van het riet-zwenkgras was matig, maar aanvaardbaar. In 2023 kon in Geel pas op 23 mei worden gezaaid, met droge omstandig-heden tot 20 juni. De toegepaste combinaties gaven een goede onkruidbeheersing, maar de ontwikkeling van rietzwenkgras was verwaarloosbaar.

In Moortsele werd bij de onderzaai van rietzwenkgras in 2023 (zaai op 4 mei) de beste onkruidbeheersing gehaald bij de volgende 2 objecten: een eerste combinatie van 0,75 l/ha Calaris + 1 l/ha Laudis OD + 0,5 /ha Frontier Elite + 15 g/ha Peak in het 3-4de bladstadium en een tweede combinatie van 1 l/ha Callisto + 1 l/ha Laudis OD + 0,5 l/ha Frontier Elite + 15 g/ha Peak in het 3-4de bladstadium. De grasontwikkeling was met Calaris in de combinatie iets minder, maar nog voldoende voor de praktijk. Er werd wel minder remming op de maïs vastgesteld (dat was bij alle objecten met inzaai van rietzwenkgras een gegeven). Finaal was de ontwikkeling van rietzwenkgras begin augustus en ook na de oogst nog behoorlijk. Bij deze objecten bleef er nog respectievelijk 6,8 en 8,4% van de op dat perceel voorkomende stekelige hanepoot en 19,2% gewone hanepoot over bij beide combinaties, wat overeenkomt met circa 1 tot 1,2 planten/m². Dit leidt op iets langere termijn uiteraard tot een opbouw van de zaadvoorraad.

In de proeven die in de jaren 2015 tot 2020 werden uitgevoerd op de Proefhoeve Bottelare en de Hooibeekhoeve trad in geval van een te sterke ontwikkeling van het rietzwenkgras een opbrengstreductie op bij de maïs, als gevolg van concurrentie voor het aanwezige vocht. Daarom wordt aangeraden om een zone van 20 cm rond de maïsrij te vrijwaren van gras en onkruid.

Onkruidbestrijding bij onderzaai 4-6de bladstadium

Bij onderzaai met Engels raaigras in het 4-5de bladstadium moet de onkruidbestrijding in naopkomst al vroeg worden toegepast (bijvoorbeeld bij 2-3de bladstadium) en moet er minstens een intervalperiode van 10 dagen zijn met de inzaai. Bij het inzaaien wordt ook onvermijdelijk de herbicidenfilm doorbroken, wat de nawerking van de toegepaste bodemherbiciden beperkt.

In 2022 gaven in Geel de combinatie 0,7 l/ha Frontier Elite + 1,5 l/ha Laudis + 0,4 l/ha Samson + 0,25 kg/ha Callam, de combinatie 0,4 l/ha Frontier Elite + 2,25 l/ha Laudis + 15 g/ha Peak en de combinatie 0,75 l/ha Calaris + 1,5 l/ha Laudis + 15 g/ha Peak in het 2-3de bladstadium een belangrijke onkruidreductie en bleef er nog respectievelijk 9,3, 4 en 12% gladvingergras achter (6,3, 2,7 en 8,2 planten/m²). De grasontwikkeling was dan weer zo beperkt dat je na de oogst niet kon spreken van een echt gesloten zode. In 2023 (late zaai op 23 mei) bleek in Geel de combinatie van 0,5 l/ha Frontier Elite + 1,5 l/ha Laudis + 0,5 l/ha Onyx + 0,25 l/ha Callam het best te zijn naar onkruidbeheersing toe. Verder bleek de gras-ontwikkeling vrij goed te zijn bij de beoordeling half juli. Na de oogst bleek het gras evenwel verdwenen, ondanks het feit dat er nadien nog voldoende neerslag viel. Precies dit laatste kan ervoor hebben gezorgd dat de bodemherbiciden te veel doorwerkten op het ingezaaide gras.

In Moortsele (vroegere zaai op 4 mei) werden in 2023 bij alle objecten (behandeling op 25 mei en inzaai gras op 7 juni) goede onkruidbeheersingsresultaten verkregen. Bij alle objecten was de gras-ontwikkeling van het ingezaaide gras echter finaal onvoldoende, allicht ook voor een deel om dezelfde redenen als in Geel. In het algemeen blijkt het zeer moeilijk voor Engels raaigras te zijn om voldoende te concurreren met het maïsgewas in volle groei.

Onkruidbestrijding bij onderzaai 8-9de bladstadium

In het geval van onderzaai met Italiaans raaigras in het 8-9de bladstadium is er wel voldoende tijd tussen de onkruidbeheersing en de inzaai. Ook hier wordt de herbicidefilm bij de inzaai doorbroken en is het moeilijk om nog voldoende grasontwikkeling te verkrijgen in een context van chemische onkruidbeheersing.

Zo was in 2022 de combinatie van 2,25 l/ha Laudis OD + 0,3 l/ha Samson Extra 60 OD + 0,5 l/ha Kart + 0,4 l/ha Frontier Elite in Balegem wel succesvol op het onkruid, maar stond er nagenoeg geen gras. De combinatie van 0,75 l/ha Calaris + 1,5 l/ha Laudis + 0,5 l/ha Frontier Elite + 15 g/ha Peak of dezelfde combinatie, maar Calaris vervangen door 1 l/ha Callisto, had in Geel dan weer de beste werking op gladvingergras, met respectievelijk 4% en 2,7% overblijvend gladvingergras (respectievelijk 2,7 en 1,8 overblijvende planten/m²). Ook hier was de grasontwikkeling echter zo goed als nihil. In 2023 resulteerde de combinatie van 0,7 l/ha Frontier Elite + 2 l/ha Focus Plus + 1 l/ha Dash + 0,6 l/ha Callisto + 0,25 l/ha Callam in Geel in het 4-5de bladstadium (na een late zaai op 23 mei) in het laagste aantal onkruiden. Het ondergezaaide gras stond wel het dunst, wat niet relevant is voor de praktijk. De iets hogere en in de tijd latere dosering van Frontier Elite (door de late zaai), gecombineerd met een korte interval ten opzichte van de inzaai van slechts 10 dagen, zal hiervoor allicht een verklaring zijn. Ook was het na 14 juli vrij nat, wat de werking van de bodemherbiciden nog versterkte.

In 2023 gaf het object in Moortsele met 0,25 l/ha Adengo in vooropkomst gecombineerd met 2,25 l/ha Laudis OD + 0,5 l/ha Frontier Elite in het 3-4de bladstadium het beste onkruidbeheersingsresultaat van deze proef, met op wat haagwinde na een volledig resultaat. De grasontwikkeling was echter nagenoeg nihil. Werken met Focus-resistente maïs kan allicht een oplossing zijn.

In 2022 gaf de ingezette combinatie in Balegem van 1 l/ha Focus Plus + 1 l/ha Dash + 0,7 l/ha Frontier Elite + 0,6 l/ha Callisto + 250 g/ha Callam in het 4-5de bladstadium een goede onkruidbeheersing. Deze combinatie veroorzaakte wel remming bij de maïs, allicht als gevolg van de uitvloeier Dash en een marginale ontwikkeling van het gras. In 2023 gaf in Moortsele een vergelijkbare combinatie zonder Dash eveneens remming, slechte opbrengstresultaten en een marginale grasontwikkeling. In Geel werd die remming bij de maïs niet vastgesteld in 2023, maar de grasontwikkeling was ook onvoldoende.

Mechanische onkruidbestrijding?

In deze proeven werd vooral met chemische onkruidbeheersing gewerkt. Onkruid kan je ook mechanisch bestrijden. Nawerkingen van bijvoorbeeld bodemherbiciden spelen dan geen rol in de ontwikkeling van het gras. Dit geldt echter enkel voor onderzaai. Bij gelijktijdige inzaai wordt het gras immers samen met de maïs ingezaaid en kan er niet meer worden gewiedegd of geschoffeld. De meest mogelijkheden zijn er bij onderzaai in het 8-9de bladstadium. Er kan dan mechanisch worden gewerkt tot het zaaitijdstip van het gras bereikt is.

Conclusies en bedenkingen

De techniek van onderzaai van gras in maïs is geen optie bij een hoge onkruiddruk of bij aanwezigheid van echte probleemonkruiden, zoals glad vingergras, doornappel of knolcyperus. Dan moet je kiezen voor een maximale aanpak van de onkruiden, enerzijds om verdere verspreiding of opbouw van een zaadvoorraad te voorkomen, anderzijds ook omwille van de reglementeringen. Bij chemische onkruidbeheersing blijkt de grasontwikkeling bij inzaai in het 4-5de of 8-9de bladstadium in de regel ondermaats als gevolg van een combinatie van factoren, zoals droogte of nawerking van een herbicide bij een natte zomer.

Door het verminderen van de dosering van bodemherbiciden (onder meer bij gelijkzaai van riet-zwenkgras) en/of het doorbreken van de herbicidenfilm bij onderzaai in het 4-5de of 8-9de bladstadium is de nawerking op laat kiemende ongewenste onkruiden (zoals doornappel, maar ook gierstgrassen…) vaak onvoldoende. Onvermijdelijk volgt daaruit een opbouw van de zaadvoorraad en meer problemen qua onkruidbeheersing in de volgende jaren. Dit kan niet de bedoeling zijn en is problematisch in de rotatie in geval van doornappel.

Een volledig mechanische onkruidbeheersing kan voor een deel de impact van herbiciden op het ingezaaide gras vermijden, maar kan op het vlak van overblijvende laatkiemende ongewenste onkruiden dezelfde problematiek geven. Het gras maakt iets meer kans op een betere ontwikkeling in natte zomers. Mechanische onkruidbestrijding kan niet bij gelijktijdige zaai.

Uit de proeven blijkt tot slot dat de grasontwikkeling in droge omstandigheden vaak minimaal is, waardoor de effecten gericht op een lager nitraat-residu allicht overschat worden. Het lijkt dan vanuit praktijkoogpunt meer aangewezen om systematisch te opteren voor tijdige inzaai van maïs. Daarbij kies je het best voor eerder vroege tot halfvroege rassen, zodat een tijdige inzaai van een groenbedekker na de oogst van de maïs veel meer kansen op slagen biedt.

Joos Latré, Valérie Claeys, Gert Van de Ven, Shana Clerckx, Patrick Vermeulen (LCV)

Actueel

Kruising van Wagyu en Holstein levert mooie resultaten op

Libramont In rundvee bestaan er tal van rassen en kruisingen tussen rassen zijn zo oud als de veeteelt zelf. Soms zijn er toch verrassende, nieuwe kruisingen. De Waalse familie Pierard kruist systematisch Wagyu met Holstein en is heel tevreden met het resultaat.
Voir plus d'articles
Meest gelezen