Startpagina Bieten

Wanneer morgen de bietentelers verdwijnen, wordt de hele sector getroffen

De toekomst van de bieten- en suikersector ziet er alsmaar somberder uit. De Europese beslissingen, de volatiele wereldsuikermarkt, de klimaatverandering en meer recent de energiecrisis wegen op de hele sector, van de telers tot de industrie. Bovendien stoppen steeds meer telers met bieten, terwijl de bevoorrading in de fabrieken op peil moet blijven. Ze moeten deze uitdagingen dan ook samen aangaan om hun toekomst zeker te stellen.

Leestijd : 7 min

In België teelt niet minder dan 1 op de 5 landbouwers suikerbieten. De bieten- en suikersector is op zichzelf goed voor 8.500 rechtstreekse en meer dan 40.000 onrechtstreekse jobs. Toch gaat het slecht met de sector... Sinds 2017 hebben 1.000 telers de teelt opgegeven. Zo verminderde het ingezaaide areaal in 5 jaar tijd met 7.000 ha (-12%).

Vier spelers uit de sector, namelijk de Tiense Suikerraffinaderij, Iscal Sugar, de Confederatie van de Belgische Bietenplanters (CBB) en het Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB), verzetten zich tegen deze opvallende en zelfs zorgwekkende trend. Samen willen ze economische, agronomische en maatschappelijke oplossingen vinden om het voortbestaan van de hele sector veilig te stellen.

Daarom werd op 14 december 2022 de conferentie ‘Plan B(iet)’ georganiseerd. Jean-Paul Vanelderen, voorzitter van het Verbond van Vlaamse Suikerbietplanters en het CoCo Hesbaye, Robert Torck, CEO van Iscal Sugar, Bruno De Wulf, secretaris- generaal van de CBB, en Marine Raffray, econoom bij de Franse Kamers van Landbouw, praatten er over hoe belangrijk het is om de inkomsten van alle actoren, zowel de bietentelers als de industrie, te garanderen.

V.l.n.r. Jean-Paul Vanelderen (Verbond van Vlaamse Suikerbietplanters en het CoCo Hesbaye), Robert Torck (Iscal Sugar).
V.l.n.r. Jean-Paul Vanelderen (Verbond van Vlaamse Suikerbietplanters en het CoCo Hesbaye), Robert Torck (Iscal Sugar). - Foto: JV

V.l.n.r. Marine Raffray (Franse Kamers van Landbouw) en Bruno De Wulf (CBB).
V.l.n.r. Marine Raffray (Franse Kamers van Landbouw) en Bruno De Wulf (CBB). - Foto: JV

De toekomst veiligstellen dankzij de vraag en prijzen

Robert Torck trapte de debatten af: “De toekomst van de bietensector sterk zal afhangen van de toekomst van suiker zelf”, stelde hij. Hij heeft er niettemin vertrouwen in. Als eigenaar van een suikerfabriek merkt hij namelijk op dat chocolade- en koekjesfabrikanten steeds meer suiker nodig hebben, wat een goed voorteken is voor de sector.

“Onze klanten exporteren hun goederen over de hele wereld en bereiken markten die in volle groei zijn. In deze landen neemt het bevolkingsaantal toe en willen de mensen zichzelf iets gunnen, onder meer door zoete lekkernijen te kopen. Het groeipotentieel is zeer groot en als suikerleverancier kunnen we daar voordeel uit halen”, aldus Torck. Dat is goed nieuws voor de telers.

Ook de huidige financiële context zou gunstig zijn voor hen. “Tussen 2017, toen de quota afgeschaft werden, en 2020 was het klimaat in Europa niet goed, zoals blijkt uit de suikerprijzen. Die stijgen al enkele maanden, wat wijst op een betere toekomst”, vervolgde Marine Raffray.

We blijven echter met een onbekende factor zitten: wat zullen de landbouwers doen? De suikerprijzen stijgen, maar dat geldt ook voor de prijs van alle productiemiddelen. De huidige energiecrisis kan wel eens haar sporen nalaten. Raffray: “Bieten zijn een gewas met een grote toegevoegde waarde en het areaal ervan nam tijdens de oliecrisissen van de jaren 70 aanzienlijk toe. Het is echter nog te vroeg om te zeggen of dit patroon zich in de komende maanden zal herhalen.”

Bovendien herinnert het conflict tussen Rusland en Oekraïne ons eraan hoe belangrijk het is om onze voedselonafhankelijkheid te waarborgen. “Als zodanig zijn bieten een strategisch belangrijk gewas, want Europa is momenteel niet zelfvoorzienend op het gebied van suiker. Elk jaar moet 100.000 ton 'wit goud' worden ingevoerd en dit cijfer stijgt.” Het bietenareaal zal moeten toenemen als we volledig onafhankelijk willen worden. Er dienen zich kansen aan, maar niettemin neemt het areaal in België af...

Te laat betaald?

Als vertegenwoordiger van de telers nuanceert Jean-Paul Vanelderen enkele zaken. “Voor ons is de bietenteelt eigenaardig. De uiteindelijke prijs die aan de landbouwers wordt betaald, is pas enkele maanden na de laatste rooiingen bekend, wanneer het zaaien voor het volgende seizoen al heeft plaatsgevonden. Het is moeilijk om vooruit te kijken en het areaal uit te breiden als we niet precies weten hoeveel geld we zullen krijgen”, betreurde hij. Als gevolg daarvan lijden de bieten onder een zekere concurrentie: landbouwers schakelen over op gewassen waarvoor ze sneller betaald worden.

Jean-Paul Vanelderen is er daarom van overtuigd dat er een minimumprijs moet worden vastgelegd, die naar boven kan worden bijgesteld afhankelijk van de suikerprijs. “Het is nodig om op deze manier te werk te gaan. Zo kunnen telers meer vooruitkijken wat hun financiën betreft, maar ook hun investeringen en verplichtingen dekken.”

Bruno De Wulf ging nog verder: “De risico's zijn voor de telers te groot en de teelt wordt voor hen ook minder winstgevend. Bij graan kan het gebruik van de termijnmarkt een zekerheid bieden... Er moet stilaan worden nagedacht over een nieuwe manier om de relaties tussen de landbouwers en fabrieken contractueel vast te leggen, waarbij de suikerprijs als referentie behouden wordt.”

Bevoorrading en verwerking: onlosmakelijk verbonden

De CBB was bij monde van haar secretaris-generaal ook van mening dat de industriële installaties die zich in België bevinden, hier moeten blijven om de toekomst van de sector te waarborgen. Daarvoor moet echter de bevoorrading met bieten op peil blijven. De 2 zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zo blijkt ...

De Wulf: “De telers investeren in de suikerfabrieken en garanderen de levering van een vooraf overeengekomen hoeveelheid bieten. De deelname van de telers en de daarmee samenhangende leveringsrechten zorgen voor stabiliteit in de sector. We mogen de belangrijke rol van de landbouwers niet vergeten.”

De CBB vindt dat deze inspanningen beloond moeten worden. “De suikermarkt doet het goed en we hopen dat dit het hele jaar zo blijft. Dat moet te zien zijn in de prijs die betaald wordt aan de telers die in bieten geloofden, die op een betere toekomst hoopten en die het nodige werk deden in de bijzonder moeilijke afgelopen jaren”, aldus De Wulf.

De telers herinneren eraan hoe belangrijk het is dat de suikerfabrieken in België hier blijven om de bieten- en suikersector meer zekerheid voor de toekomst te bieden.
De telers herinneren eraan hoe belangrijk het is dat de suikerfabrieken in België hier blijven om de bieten- en suikersector meer zekerheid voor de toekomst te bieden. - Foto: JV

Met een schone lei beginnen

Robert Torck had begrip voor deze oproep, die terecht lijkt, gezien de evolutie die de suikermarkt in 10 jaar tijd heeft doorgemaakt. Hij zinspeelde zelfs op ruimte voor onderhandeling, met de uitspraak dat het tijd is om na te denken over een herziening van de manier waarop de contracten en prijzen worden vastgesteld. Op één voorwaarde: dat met een schone lei begonnen wordt, dat er vooruitgekeken wordt en dat alle actoren samen aan tafel gaan zitten om mogelijke oplossingen te bespreken.

“Met mijn ervaring in de koekjessector kan ik zeggen dat de industrie suiker nodig heeft. De huidige recepten zijn niet bevredigend wanneer ze zonder suiker of met alternatieve suikers worden gemaakt. Als morgen de telers zouden verdwijnen, wordt de hele sector getroffen”, vulde hij aan. Daaruit blijkt de grote rol van de eerste schakel in de keten.

Invoer zou nog steeds mogelijk zijn, zowel vanuit India als Brazilië, die respectievelijk de grootste en de op één na grootste suikerproducent ter wereld zijn. “Maar ten koste waarvan? En met welke gevolgen voor ons milieu?”, vroeg hij zich af. “De industrie kan niet zonder bietentelers. De tijd van lage prijzen is voorbij, er moet een correcte vergoeding komen”, stelde hij.

Geconfronteerd met stijgende productiekosten

De veelbesproken prijsverhoging wordt echter tenietgedaan door de snelle stijging van de productiekosten. Gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, brandstof, lonen, gas, elektriciteit... De kosten nemen toe op elk vlak! “Ik stel me liever niet voor hoe de situatie er zou uitzien als de suiker- en bietenprijzen niet dezelfde trend hadden gevolgd”, merkte Jean-Paul Vanelderen op.

Hij betreurde echter dat de industrie de bietentelers nog meer onder druk zet met een energiebijdrage die niet doorberekend kan worden. De telers nemen die dus voor hun rekening. Maar dan relativeerde hij: “Dit is niet de eerste crisis die we meemaken... De telers zijn inventief en komen dit wel weer te boven... zolang alle schakels samenwerken.”

Torck antwoordde: “De energiekosten vormen ongetwijfeld een probleem, maar het biedt ook een gelegenheid om na te denken over ons energieverbruik en om alle manieren te overwegen om het te verminderen.” Het biedt ook zelfs een gelegenheid om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen door een beroep te doen op alternatieven. De suikerindustrie ziet dit ook als een gelegenheid om haar CO2-uitstoot te verkleinen. Dat vereist echter zware investeringen. En daarvoor moet winst gemaakt worden. “Alle actoren moeten hun deel van de taart krijgen. Anders zijn we niet in staat om de ontwikkelingen te financieren die nodig zijn om onze gemeenschappelijke toekomst veilig te stellen.”

Pulp, een energiebron?

Naar verwachting zullen de energieprijzen de komende maanden hoog blijven. De sector zou echter aan autonomie kunnen winnen door de pulp te gebruiken voor biomethanisatie. Enerzijds zou er gas worden geproduceerd voor de suikerfabriek, en anderzijds zou het digestaat een interessante bodemverbeteraar zijn, nu de prijs van stikstofhoudende meststoffen de pan uit rijst”, voegde Marine Raffray eraan toe. Het zou een aanvulling zijn op de schuimaarde die nu al op het veld wordt gebruikt.

Mogelijk is dit echter in strijd met de behoeften van de veehouders, voor wie pulp een essentieel voeder blijft. Hoewel de bietentelers dus niet gekant zijn tegen het gebruik van dit bijproduct door de suikerfabrieken, willen ze wel dat het beschikbaar blijft voor de veehouders. “Of toch al zeker voor degenen die ook telers zijn”, benadrukte Bruno de Wulf.

Met trots!

Ondanks het circulaire karakter van de sector en zijn lokale verankering heeft bietsuiker te lijden onder de concurrentie van rietsuiker. “Sommige consumenten denken dat die laatste soort beter is”, merkte Jean-Paul Vanelderen bitter op. Hij sloot af met de volgende woorden: “We moeten die vooroordelen bestrijden. Laten we trots zijn op ons werk, op het feit dat we deel uitmaken van een duurzame sector en dat we bijdragen tot het behoud van vele banen in België.”

Jérémy Vandegoor

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken