Startpagina Akkerbouw

Diversificatie om import uit buitenland te beperken

De landbouwer moet meer aan gewasdiversificatie doen. Dat is nodig om de import uit het buitenland te verminderen. In februari ging de kick-off door van het nieuwe landbouwtraject CropExplore for Farmers, dat de Vlaamse landbouwer meer info wil geven over de teelt van

hennep, yacon en deder.

Leestijd : 5 min

I n Vlaanderen wordt 87% van het landbouwareaal ingenomen door maar 4 teelten, namelijk wintertarwe, suikerbiet, aardappelen en maïs. Dit is een risicovolle situatie op ecologisch vlak, maar ook naar voedselzekerheid toe en naar economische rendabiliteit voor de landbouwer. Nu gebruiken wij veel meer grondstoffen dan deze 4 teelten en zijn we dus sterk afhankelijk van import uit het buitenland.

Diversificatie van het akkerbouwlandschap door nieuwe teelten te introduceren of door teelten te herintroduceren die we de laatste jaren uit het oog zijn verloren, is dus de oplossing.

Van innovatieve teelt tot product

Daar wil ook het beleid op inzetten. Het stimuleren om aan gewasdiversificatie te doen is namelijk ook een van de thema’s binnen de werkagenda’s van Vlaanderen Circulair en binnen het beleidsplan bio-economie van de Vlaamse overheid. Vlaanderen Circulair heeft namelijk een werkagenda rond het vinden van hoogwaardige toepassingen voor nevenstromen onder andere uit de landbouwsector en rond het ontwikkelen van nieuwe non-foodproducten.

In het beleidsplan bio-economie staat dat in een eerste fase de teelt, oogst en opbrengst van nieuwe gewassen moet geoptimaliseerd worden, om daarna in een tweede fase die nieuwe gewassen te verwerken tot innovatieve op bio gebaseerde producten.

Met CropExplore for Farmers wil men landbouwers inspireren, maar ook stimuleren om meer verschillende gewassen te telen met een breed areaal aan toepassingsmogelijkheden. CropExlore is een interclusterproject tussen Flanders’ FOOD en Catalisti, krijgt steun van VLAIO en is erkend binnen het Vlaams beleidsplan bio-economie. Andere partners zijn Catalisti, Boerenbond, HoGent, ILVO, Inagro, KU Leuven, Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) en VIVES

Nood aan extra teelten

Aardappelen staan erom bekend heel uitputtend te zijn voor de bodem. Een rustteelt achteraf is dus nodig. Je kan het best een uitgebreide teeltrotatie voorzien om de bodem weerbaarder te maken tegen ziektes, stress, en extreme weersomstandigheden. Biodiversiteit stimuleren vermindert ook de nood aan gewasbeschermingsmiddelen.

De business van de boer is bovendien sterk vatbaar voor veranderingen op de nationale en internationale markt. Er is niet altijd een zelfde aanbod van kunstmest beschikbaar op internationaal vlak. Ook op nationaal vlak zijn er veranderingen op til. De consument begint meer interesse te tonen in korte ketenproducten of producten van lokale telers. Daarnaast zijn er ook nog de vergroeningsmaatregelen die door de EU worden opgelegd. Ten slotte bestaat de nood aan samenwerking tussen landbouwers en verwerkers om een rendabele keten op te zetten.

Kennis samenbrengen

Sommige gewassen, zoals kikkererwten of hennep, werden vroeger wel geteeld, maar zijn de laatste decennia uit ons landschap verdwenen. Dit laat ons toe die teelten opnieuw te introduceren, omdat die kennis hier nog wel aanwezig is. Deze kennis zit echter erg verspreid. Sommige van die teelten worden nu terug op kleine schaal geteeld, maar kunnen niet opgeschaald worden. Er zijn immers te veel onzekerheden door ontbrekende kennis .

De vraag is hoe het zit met verdienmodellen bij nieuwe teelten. Hier moet namelijk ook een afweging gemaakt worden van wat zelf kan en wat uitbesteed wordt aan een loonwerker, bijvoorbeeld op het vlak van investeringen in machinerie. Daarom dat er binnen CropExplore for Farmers een tool voor landbouwers zal ontwikkeld worden om deze zaken voor elk gewas in kaart te brengen, waarin teelten vergeleken kunnen worden, maar waarin ook rekening gehouden wordt met de financiële haalbaarheid.

Belang voor voedingsbedrijven

Er is ook een duidelijke driver vanuit de verwerkende sector om met nieuwe grondstoffen aan de slag te gaan. Enerzijds moet de verwerkende industrie tegemoetkomen aan de trend dat consumenten meer op zoek zijn naar lokale, eerlijke producten van bij ons en ook naar gezonde voeding, wat automatisch gelinkt is aan een dieet gebaseerd op een breder arsenaal aan grondstoffen. Anderzijds staan we met z’n allen meer dan ooit ook open voor nieuwe producten.

De laatste jaren is het bovendien duidelijk geworden dat onze afhankelijkheid van het buitenland voor heel wat grondstoffen niet zo vanzelfsprekend is, en dat dit leidt tot tekorten en enorm hoge prijzen.

Op deze noodzaak is in het verleden al ingespeeld door in het eerste CropExplore-project een kennismatrix op te stellen met heel wat informatie over een groot aantal plantaardige grondstoffen. In die kennismatrix zaten een 400-tal gewassen, waarvan een 170-tal gekweekt worden in België. In die tool staan toepassingsmogelijkheden van de gewassen, maar ook nutritionele en functionele eigenschappen van de grondstoffen uit deze gewassen. Er zijn ook een aantal recepten mee opgenomen in de tool. Aangezien deze tool in eerste instantie voor de voedingsindustrie bedoeld is, zijn er slechts een beperkt aantal teeltgegevens mee opgenomen in de matrix. Daarbij werd ook geen rekening gehouden met nevenstromen. Vandaar dat dit complementair zal zijn aan de matrix die ontwikkeld wordt in dit project, in CropExplore for Farmers.

Flanders' FOOD is het innovatieplatform voor de agrovoedingsindustrie. CropExplore for Farmers heeft linken met verschillende programma’s binnen de werking van Flanders' FOOD. Het past vooral binnen New and Shifting Resources, aangezien het project bijdraagt tot een verhoogde biodiversiteit op het veld, tot een verhoogde weerbaarheid voor de teler en aangezien de grondstoffen circulaire en plantaardige alternatieven kunnen bieden voor de voedingsindustrie. Er zijn echter ook linken met de programma’s Resilient and Sustainable Agrifood systems en Personalised Foods and Healthy Diets .

Belang voor chemie- en plasticindustrie

Catalisti is de speerpuntcluster voorchemie en kunststoffen. Deze sector verduurzamen en hieraan economische groei koppelen is voor hen het doel. Dit gebeurt aan de hand van open-innovatieprojecten door de juiste partners samen te brengen over de waardeketen heen.

Catalisti is eveneens host van het Moonshot programma van de Vlaamse overheid. Dit programma wil de Vlaamse industrie CO2-neutraal maken tegen 2050 door projecten met strategisch basisonderzoek (SBO) te subsidiëren, waarna die resultaten ook doorstromen naar de industrie.

Het project CropExplore for Farmers past binnen het Catalisti-innovatieprogramma Biobased Value Chains. Biobased wil zeggen gemaakt op basis van bio-gebaseerde (neven)stromen. Maar de vraag gaat vandaag verder dan enkel bio-gebaseerde producten maken. Catalisti wil dat die producten ook een toegevoegde waarde hebben in ver gelijking met producten gevormd uit fossiele grondstoffen, doordat deze bijvoorbeeld minder toxisch zijn en/of gekenmerkt zouden worden door verbeterde producteigenschappen.

Interessante componenten uit de 3 geselecteerde gewassen van CropExplore for Farmers zijn lignocellulose uit hennep, suikers uit yacon en oliën & vetten uit deder die dan via chemische of enzymatische katalyse of via fermentatieprocessen omgezet worden tot waardevolle bio-gebaseerde

producten voor de chemie en plasticindustrie.

Flanders’ FOOD/Catalisti/

Boerenbond/MV

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken