Startpagina Libramont

Opnieuw plaats voor het trekpaard in het bos

Om verschillende redenen is het aantal boomslepers de laatste jaren sterk verminderd. In de bosbouwsector heeft het gebruik van paarden nochtans vele voordelen (minder bodemverdichting, behoud van de vegetatie, grotere wendbaarheid, enzomeer), zelfs in combinatie met bosbouwmachines. In dit opzicht trekt het werkpaard een groeiend aantal liefhebbers aan, waarvan sommigen actief zijn in onze bossen en wouden.

Leestijd : 8 min

De studies en vaststellingen die uitgevoerd zijn in bosgebieden tonen de vele kwetsbaarheden van ecosystemen en leiden tot de conclusie dat bossen veerkracht nodig hebben als verdedigingsmiddel tegen de verwoestende effecten van temperatuurstijgingen. Er zijn verschillende maatregelen om deze veerkracht te bevorderen: de voorkeur geven aan een heterogene ‘houtopstand’, nieuwe soorten kiezen die aangepast zijn aan de locatie en aan het veranderende klimaat, natuurlijke verjonging aanmoedigen, een continue bedekking behouden en bodems respecteren die geschikt zijn voor kieming en wortelontwikkeling van de vegetatie. In deze context komt het paard dat gebruikt wordt voor boomslepen in het bos weer in de belangstelling.

Voor- en nadelen van boomslepen met trekpaarden in het bos

In het bos heeft het gebruik van paarden vele voordelen, maar er zijn ook enkele nadelen die in rekening moeten gebracht worden...

Het opofferen van bomen Na de selectie en markering van de stammen, worden de bomen geveld en vervolgens gesnoeid, hetzij met een kettingzaag of met een gemotoriseerde velmachine met een beweegbare arm met een bereik van 7 tot 8 m. Het hout wordt in de lengte versleept (niet gezaagd) en in stapels verzameld vanaf de velzone tot aan de eerste uitsleeppiste (toegangsweg binnen de plantage), hetzij met een paard of met een machine. Wanneer het hout gekapt is, wordt het rechtstreeks weggevoerd door het paard of de machine.

Daarna wordt het vanuit uitsleeppistes uit het bos gesleept naar verharde wegen of opslagplaatsen, vanwaar ze worden geladen in een vrachtwagen. Het slepen gebeurt meestal door een tractor of skidder met een grijper die een grote hoeveelheid hout kan dragen.

In het bos kan het paard het hout slepen naar de uitsleeppiste over een afstand van maximaal 50 m. Verder is niet doeltreffend. Als aanvulling op het paard is de tractor nog steeds nodig om de stammen van de uitsleeppiste naar de verharde weg te slepen.

Boomslepen met paarden maakt het mogelijk om het aantal uitsleeppistes te beperken tot een pad om de 40 tot 50 m. Om de machines te gebruiken moet men meer bomenrijen opofferen om meer uitsleeppistes te maken om hen toegang te geven tot de beplanting. Bij gebruik van machines moet er dus elke 15 m een uitsleeppiste zijn (zie schema).

Er worden dus meer bomen opgeofferd wanneer machines gebruikt worden in de aanplant, waardoor het minder rendabel is.

Bodemverdichting Bij een verdichte bodem kan minder water in de bodem sijpelen, wat ervoor zorgt dat er minder water tot bij de wortels komt. Anderzijds wordt de bodem samengedrukt, waardoor er geen lucht meer in zit. De bodem stikt als het ware. Aerobe bacteriën en microfauna kunnen de grond niet langer bevochtigen, waardoor de bodem verarmt. Water en minerale elementen worden dan schaars.

Deze verschijnselen verminderen de voeding van bomen en de vegetatie in het algemeen, die zwakker wordt en vatbaarder voor ziekten. De hoeveelheid geproduceerd hout vermindert daardoor en de financiële rentabiliteit van het bos wordt zo negatief beïnvloed.

Een paard dat boomstammen sleept, weegt 850 tot 900 kg. De oppervlakte van de hoeven die in contact komen met de grond is ongeveer 880 cm2. De druk die het paard uitoefent op de grond is dus ongeveer 1 kg/cm2.

De voertuigen die gebruikt worden bij het boomslepen, oefenen slechts iets meer druk uit, maar op een veel groter oppervlak. Deze druk is nog groter als deze voertuigen uitgerust zijn met rupsen. Hun afdruk op de bodem is daarom veel groter vergeleken met de afdruk van de 4 hoeven van het paard.

De bodem wordt ook diepgaander aangetast met machines dan met paarden. Niet alleen heeft het gewicht van de machines meer impact, de motoren veroorzaken ook trillingen op de grond. De machines stampen de bodem dieper aan dan paarden.

Een bodem die in de diepte is aangetast, vernieuwt zichzelf niet of bijna niet. In de loop van de decennia zorgt het herhaaldelijke gebruik van gemechaniseerde werktuigen in de aanplant voor een verslechtering van de bodemstructuur.

Paarden daarentegen kunnen de structuur van de bodem behouden, zowel over grote oppervlakten als in de diepte.

Behoud van vegetatie Het behoud van de integriteit van de vegetatie ter plaatse draagt bij aan de instandhouding van de biodiversiteit en van de koolstofopslag. Het verbetert ook de rentabiliteit van het bos.

Het boomslepen met trekpaarden veroorzaakt weinig schade. De flank van het paard kan krassen maken op de boomstammen die blijven staan, maar stript de schors niet. Het kan ook gebeuren dat het paard met de boomstam die hij sleept een boom kan ontschorsen, omdat hij verkeerd geleid wordt door de boomsleper of omdat hij plots moet uitwijken. Dat kan je echter niet vergelijken met het metaal en de rupsbanden van de machines, die veel groter en zwaarder zijn en die de bomen die er staan beschadigen. Bij een volledige bodembedekking kan dat des te meer waargenomen worden.

Het paard kan zich veel gemakkelijker een weg banen door de bomen dan een machine. Het kan obstakels vermijden en omzeilen. Het kan 180 graden draaien op 1 m2 en de paar cm2 van zijn hoeven die op de grond staan, beperken het contact met zaailingen en jonge bomen. Het paard vlakt hooguit het gras en struikgewas af, maar beschadigt dit meestal niet.

De machines maken snel diepe rijsporen, die nog uitgebreider zijn wanneer ze uitgerust zijn met rupsbanden. Daardoor ontwortelen ze het gras en de struiken op hun pad.

Nauwkeurige beweging van het paard door de vegetatie.
Nauwkeurige beweging van het paard door de vegetatie. - Foto: VM

Productiviteit Paarden zijn trager dan gemotoriseerde machines. Een paard is veel minder snel dan een tractor op een pad of weg. Tussen de bomen is het echter wel even snel. Het is daar wendbaarder en kan wegen afsnijden of kortere wegen nemen. Het paard kan zich vrijer bewegen in dichtbegroeide zones.

Het paard is niet productief buiten de plantage, maar is zeer efficiënt binnen in de aanplant. Het is in staat om boomstammen te slepen die even zwaar zijn als een derde van zijn gewicht, ofwel ongeveer 250 tot 300 kg. Afhankelijk van de boomsoort ligt het volume hout waarmee dit overeenkomt tussen 0,5 en 0,7 m3. Het paard sleept de boomstammen continu over een afstand van 25 tot 50 m, afgewisseld met verplaatsingen zonder boomstammen, momenten waarop het paard stopt en uitrust.

In één dag sleept een paard tussen de 20 en 60 m3 hout, afhankelijk van het reliëf, de staat van het terrein en de boomsoort. Voor een machine (bosbouwtractor) bedraagt dit tussen 40 en 100 m3 per dag.

De productiviteit van het boomslepen met het trekpaard is des te belangrijker als het gecombineerd wordt met boomslepen met de tractor, die dan geleidelijk aan stapels boomstammen afvoert. Gecombineerd met het werk van de houthakker wordt de opbrengst verbeterd met 10%.

Wanneer het volume aan boomstammen groot is, kan de boomsleper werken met een span paarden. Hij kan ook gebruikmaken van een mallejan om de boomstammen op te tillen, zodat deze niet op de grond schuren, en om ze gemakkelijker te kunnen verplaatsen.

Van een gemiddeld volume hout van meer dan 0,6 m3, kan worden aangenomen dat de opbrengst van boomslepen met trekpaarden (aantal m3 gesleept hout) hetzelfde blijft of afneemt.

Gebruik van een span paarden met een mallejan.
Gebruik van een span paarden met een mallejan. - Foto: VM

Toegankelijkheid Oneffen gebieden, zoals sloten, hellingen, wetlands of biologisch zeer kwetsbare gebieden, zijn zeer zelden toegankelijk met machines.

Het paard kan zich over onstabiele grond bewegen zonder deze te beschadigen. Bij regenachtig weer veroorzaken de machines ernstige schade en kunnen ze veel langer niet ingezet worden in vergelijking met paarden.

Rivierbeheerders moeten de oevers onderhouden door opeengehoopt drijfhout te verwijderen (ophoping van takken en hout). De toegang tot de rivier verloopt moeizaam en is niet aanbevolen voor machines: er zijn vergunningen vereist, olielekken, weinig wendbaarheid, noodzaak om hout te kappen om toegang tot de rivier te krijgen en er is een grote verstoring van het biologische milieu van de rivierbedding. Het paard is hiervoor de oplossing bij uitstek vanuit economisch, ecologisch en praktisch standpunt er is geen specifieke vergunning voor vereist.

Oversteken van diepe kanalen voor het bereiken van de uitsleeppiste.
Oversteken van diepe kanalen voor het bereiken van de uitsleeppiste. - Foto: VM

Waar vind je de boomslepers in Wallonië?

De afgelopen decennia hebben opdrachtgevers de voorkeur gegeven aan de aanwezigheid van machines in de Waalse bossen. Dat is de belangrijkste reden waarom het aantal paardenboomslepers sterk is afgenomen. Het grotere comfort van werken met machines en het fysieke werk dat gepaard gaat met boomslepen met trekpaarden hebben ook bijgedragen tot de vermindering van het aantal boomslepers in de houtkap.

Het boomslepen met trekpaarden wordt betaald per dag of per gesleepte m3 hout. De kosten van een dag boomslepen met trekpaarden liggen tussen 240 en 300 euro/dag.

Om een inventaris van de boomslepers in Wallonië op te stellen, werd sinds 4 jaar een database bijgehouden van dienstverleners. Deze database is zeker niet volledig, omdat deze organisatie niet zo bekend is. Het goede nieuws is dat het trekpaard opnieuw in de belangstelling staat en dat het steeds meer liefhebbers aantrekt. Sommigen daarvan blijven echter onbekend.

De verzamelde gegevens omvatten niet alleen de boomslepers, maar ook alle andere dienstverleners die ook actief zijn in andere werkzaamheden te paard. Deze lijst toont aan dat er in het Waalse Gewest nog steeds een twintigtal boomslepers zijn die fulltime werken en die alleen boomslepen. De anderen, een vijftiental, bieden diensten te paard aan in verschillende disciplines (boomslepen, groenteteelt, gemeentewerken...). Velen van hen doen dit als bijverdienste. Het is ook mogelijk dat sommigen meer liefhebbers zijn en dat ze geen grootschalige werkzaamheden kunnen uitvoeren.

Sinds enkele jaren krijgt het beroep opnieuw meer belangstelling van een groeiend publiek en willen paardeneigenaren hun dieren aan het werk zetten en overwegen om werkzaamheden met hen uit te voeren.

Onder welke relevante voorwaarden gebruikmaken van paarden in het bos?

Het blijkt dat de 2 methoden om bomen te slepen in het bos (met paarden en met machines) gerechtvaardigd zijn in specifieke omstandigheden.

Het gebruik van machines is gerechtvaardigd en onvermijdelijk in grote gebieden, vooral als het grootste deel van het hout een volume heeft van meer dan 0,7 m3. Dit geldt vooral wanneer de specificaties een beperkte duur van de werkzaamheden vereisen. Het gebruik van trekpaarden is volledig gerechtvaardigd op kleinere of versnipperde gebieden, wat vaak het geval is bij privébossen. Het is duidelijk dat boomslepen met trekpaarden zeer relevant is tijdens de eerste 3 dunningen – ongeacht de betrokken aanplant – en des te meer waar de bosbeheerder de voorkeur geeft aan een volledige bedekking en aan de dichtheid van een gediversifieerd bos. Boomslepen met trekpaarden in het bos is noodzakelijk wanneer de toegang zeer moeilijk is, zoals bij hellingen, sloten, wetlands en rivieroevers.

Boomslepen met trekpaarden maakt het ook mogelijk om meer uit de percelen te halen door zo weinig mogelijk bomen op te offeren. Dat verhoogt de financiële rendabiliteit van het bos. Het paard verbruikt ook geen fossiele brandstoffen en stoot geen broeikasgassen uit.

Paarden hebben ook een onmiskenbare aantrekkingskracht. Een paard is een soort bemiddelaar tussen de bosbeheerders en het publiek, dat weinig begrip heeft voor het vellen van bomen en dat er soms heftig op reageert. Op het boomsleepterrein staat de aanwezigheid van het paard synoniem voor respect voor het bos en voor de duurzaamheid ervan. De machines hebben deze connotatie niet.

Valère Marchand

Tijdens de beurs van Libramont zijn er demonstraties met trekpaarden te volgen, zie p. 63.

Lees ook in Libramont

Een ode aan de sportpaardenfokkerij!

Libramont De driedaagse fokkerijwedstrijd voor sportpaarden in Libramont gaat nu door het leven als The Summer Breeding Show. De vrij nieuwe en dynamische benaming komt aldus des te meer tot haar recht als een revival na de pandemie. Gedurende drie dagen treden pony’s, twee- en –driejarigen, jaarlingen en veulens aan voor een zomerse fokkerijwedstrijd met alles erop en eraan.
Meer artikelen bekijken