Startpagina Economie

Lins Heivers: “We kunnen accenten leggen, maar het voorzitterschap draait vooral om compromissen sluiten”

Op 1 januari begint er niet alleen een nieuw jaar, het is ook het startschot van 6 maanden Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Lins Heivers is coördinator van dat voorzitterschap vanuit het departement Landbouw en Visserij en geeft ons inzicht in wat we ervan mogen verwachten, en vooral, wat niet. “Het voorzittend land kan geen beleidsprioriteiten opleggen, maar we kunnen wel proberen om hier en daar onze aandachtspunten naar voor te schuiven.”

Leestijd : 7 min

D at ons land de eerste 6 maanden van 2024 voorzitter zal zijn van de Raad van de Europese Unie is intussen algemeen bekend. Maar dat er 3 jaar voorbereiding aan voorafgaat en wat precies de kansen en beperkingen van dat voorzitterschap zijn, is minder goed geweten. Wij gingen aankloppen bij Lins Heivers van het departement Landbouw en Visserij. Hij heeft een coördinerende functie in dit verhaal en kan ons wegwijs maken in de rol die ons land zal opnemen en in de gevolgen daarvan voor landbouw in Vlaanderen.

Lins Heivers is coördinator van het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie vanuit het departement Landbouw en Visserij.
Lins Heivers is coördinator van het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie vanuit het departement Landbouw en Visserij. - Foto: dep L&V

Het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie gaat van start op 1 januari, maar de voorbereidingen zijn waarschijnlijk al lange tijd bezig?

Dat klopt. Die zijn eigenlijk al een jaar of 3 geleden opgestart. Toen werd er op het niveau van de Vlaamse overheid voor elk beleidsdomein een contactpersoon naar voor geschoven, om de voorbereiding op te starten. Zelf werkte ik eerst aan de Belgische coördinatie van het Speciaal Comité Landbouw en in de Raad van landbouwministers, maar naarmate het voorzitterschap dichterbij kwam slorpte het voorzitterschap steeds meer van mijn tijd op. Ondertussen ben ik verantwoordelijk voor de volledige coördinatie vanuit het departement Landbouw en Visserij en sinds de zomer van 2022 neemt dit mijn tijd meer dan volledig in.

Is de Raad van de Europese Unie de enige Europese instelling met een voorzitterschap dat zo frequent roteert?

Ja, want de andere instellingen zoals de Commissie en het Parlement hebben een vaste voorzitter die normaal gezien voor een volledige legislatuur aangeduid wordt. Het grote verschil tussen de Raad en de 2 instellingen is het feit dat de leden van de Raad hun lidstaat en bijhorende belangen vertegenwoordigen. De eurocommissarissen en parlementsleden werken in principe voor het algemene Europese belang en staan los van nationale prioriteiten. Bij de oprichting van de Raad in 1958 werd gekozen voor een roterend voorzitterschap, waarbij landen elkaar automatisch na een half jaar opvolgen. Er waren toen nog maar 6 lidstaten en het takenpakket was relatief beperkt. Bovendien werd zo vermeden dat de belangen van een bepaalde lidstaat te veel kunnen doorwegen. België was toevallig in 1958 de eerste voorzitter van de Raad, omdat we eerst kwamen in het alfabet. De situatie is nu natuurlijk helemaal anders: de Europese Unie is intussen uitgebreid van 6 naar 27 landen.

Taken voor België

Wat zijn precies de taken van de voorzittende lidstaat?

Eerst en vooral is dat het voorbereiden en voorzitten van de raden en raadswerkgroepen. Daar hangt een hele planning aan vast, want we moeten voor elke vergadering een voorzitter vastleggen. Voor de landbouwraad is dat bijvoorbeeld federaal minister David Clarinval. Daarnaast komen er heel wat attachés en ambtenaren aan het hoofd van een werkgroep te staan. We overleggen nauw tussen de federale, Vlaamse en Waalse administraties om alle taken optimaal te verdelen. Vanaf 1 januari is het dan onze taak om in al deze overlegstructuren de gesprekken in goede banen te leiden en om ervoor te zorgen dat alle lidstaten gehoord worden. Als voorzitter vertegenwoordig je de Raad van de Europese Unie ook bij de Europese Commissie en het Europees Parlement, maar ook bij externe organisaties zoals de Verenigde Naties.

Hoever reikt de invloed van het voorzittende land? Is dit een kans voor België om een stempel te drukken op Europees beleid?

Heel wat organisaties denken inderdaad dat het voorzitterschap een opportuniteit is om een eigen ‘verlanglijstje’ naar voor te schuiven, maar zo werkt het jammer genoeg niet, integendeel zelfs. Als voorzitter moet je vooral compromissen sluiten en het evenwicht in de gesprekken bewaren. Het is slechts zeer uitzonderlijk dat het zitje van het voorzittende land, dat natuurlijk wel blijft bestaan tijdens het voorzitterschap, nog gebruikt wordt om een eigen standpunt mee te geven. Je werkt echt in functie van de andere lidstaten. Wat wel kan, is accenten leggen bij de bepaling van de agenda of de vragen die tijdens een overleg gesteld worden, want die worden voorbereid door de voorzitter. Uiteraard kan je moeilijk anders dan een wetsvoorstel van de Commissie te agenderen en kan je ook het verloop van de discussies niet volledig sturen, maar je kan wel bepaalde topics op de agenda zetten die ook voor ons land belangrijk zijn, zonder onze visie op te dringen. Het kan natuurlijk ook zijn dat de actualiteit je inhaalt, zoals dat is gebeurd bij de covid-crisis of de oorlog in Oekraïne. In zo’n periodes is er niet veel ruimte voor accenten van het voorzittende land en moet je vooral aan crisismanagement doen.

Is zo’n voorzitterschap dan overroepen?

Dat nu ook weer niet, want er is wel degelijk wat manoeuvreerruimte. Zeker in rustigere periodes kan je als voorzittend land een onderwerp agenderen dat je onder de aandacht wil brengen. Daarnaast is het ook de gewoonte dat het voorzitterschap conferenties organiseert die de andere lidstaten kunnen inspireren. En dat gaan we ook doen. Wat vrij uniek is, is bijvoorbeeld het feit dat we niet enkel een informele Raad voor landbouw zullen organiseren, maar ook een voor visserij. Dit is een kans om Europese beleidsmakers op een informele manier te laten kennismaken met de sector en om te tonen wat de sterktes en noden zijn van onze Belgische landbouw- en visserijsector.

 

Als voorzitter van de Raad moet je vooral compromissen sluiten en het evenwicht in de gesprekken bewaren.
Als voorzitter van de Raad moet je vooral compromissen sluiten en het evenwicht in de gesprekken bewaren. - Foto: Belga

Prioriteiten voor landbouw

Wat zijn dan de prioriteiten die ons land met betrekking tot landbouw naar voor wil schuiven?

We zijn al geruime tijd bezig met de uitwerking van een inhoudelijk programma dat per beleidsdomein de prioriteiten bepaalt. Hiervoor was er een nauwe samenwerking met Wallonië en het federale niveau. De voedsel- en eiwitstrategie die Vlaanderen in 2022 uitrolde, is een van onze speerpunten, want we willen de andere lidstaten en de Commissie tonen dat we hierin koploper zijn en we willen hen ook inspireren om zelf hiermee aan de slag te gaan. We koppelen hier een Open Food-conferentie aan in maart in Leuven, waar er plaats is voor workshops, lezingen, debatten en excursies rond een brede waaier aan thema’s. Daarnaast willen we tijdens het voorzitterschap ook focussen op duurzaamheid, zowel op ecologisch, sociaal als economisch vlak. Het symposium dat we in februari in Gent organiseren, zal experten bij elkaar brengen die samen kunnen zoeken naar een wetenschappelijke kijk op een duurzame toekomst voor landbouw. En ten derde denk ik aan de voorbereidingen die we treffen voor het nieuwe GLB dat van start zal gaan in 2028. In februari brengen we experten van de lidstaten en de Commissie samen om aanbevelingen te doen naar het nieuwe GLB toe, vooral met betrekking tot het voorbereidingsproces van de strategische plannen.

Is er ook ruimte voor andere landbouwdossiers, zoals de gevolgen van een mogelijke uitbreiding van het aantal lidstaten in Europa?

De uitbreiding van de Europese Unie behoort niet tot de bevoegdheid van de Raad Landbouw, maar dat wil niet zeggen dat het niet aan bod kan komen tijdens besprekingen die we daar voeren. Een mogelijke uitbreiding met landen als Oekraïne zou het landbouwbudget voor de lidstaten sterk kunnen beïnvloeden, want het is een land met een enorm landbouwareaal en het zou, volgens de huidige regels, een groot deel van het budget naar zich toe trekken. Het valt nog te bekijken hoe er daarmee moet worden omgegaan (mocht het zover komen). We zouden daar bij de toekomstige GLB-hervorming op kunnen inspelen en de regels aanpassen en ook de nieuwe meerjarenbegroting van de EU (MFK) zal daar rekening mee moeten houden. Een toetreding kan daarnaast ook een impact hebben op het Europese landbouwmodel, gezien ze dan volledige toegang krijgen tot de interne markt. Langs de andere kant zullen ze dan ook wel aan alle regels moeten voldoen op het vlak van milieu, dierenwelzijn of arbeid. Dat zorgt voor een gelijker speelveld ten opzichte van nu, waar we merken dat de versoepelde markttoegang (naar aanleiding van de oorlog) impact heeft op de prijzen van landbouwproducten in de buurlanden.

We zijn er klaar voor

Is het zo dat er gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijk aantal afgesloten akkoorden tijdens een voorzitterschapsperiode?

Elk voorzitterschap streeft er uiteraard naar om zo succesvol mogelijk te zijn, en dat kan je proberen te meten in het aantal afgehandelde trilogen. Op dat vlak heeft ons land misschien wat pech, want ons voorzitterschap valt helemaal op het einde van de Europese legislatuur. Op 9 juni zijn het Europese verkiezingen en vanaf april gaat het Europees Parlement met reces. Dat betekent dat we in de praktijk maar tot midden februari hebben om onderhandelingen tussen de Commissie, het Parlement en de Raad af te ronden, want daarna moeten de teksten nog worden gestemd, vertaald en gepubliceerd. In plaats van 6 maanden hebben we er dus maar anderhalve maand. Bovendien is heel wat wetgeving ondertussen al afgerond door voorgaande voorzitterschappen. Records breken qua aantal afgeklopte akkoorden zullen we dus waarschijnlijk niet doen, maar dat betekent niet dat we geen verschil kunnen maken in Europa. We hebben een sterke ploeg en zijn klaar om erin te vliegen!

Nele Kempeneers

 

intances européennes (3)

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken