Startpagina Korte Keten

Startschot zevende editie Week van de Korte Keten bij Bilzense aspergehoeve

Het startschot van de zevende editie van de Week van de Korte Keten (18-26 mei) werd donderdag 16 mei gegeven op de Bilzense Aspergehoeve Hertenveld. In het bijzijn van de minister van Landbouw en de gedeputeerde voor Landbouw en Platteland van de provincie Limburg werd een overzicht gegeven van de meest recente stand van zaken in de korte keten in Vlaanderen.

Leestijd : 6 min

Voor de zevende keer al organiseren de Vlaamse provincies, het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, het Steunpunt Korte Keten en het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) de Week van de Korte Keten. Hiermee willen ze het brede publiek uitnodigen om de korte keten van dichtbij te ontdekken. Landbouwers die aan thuisverkoop doen zetten hun deuren open voor het publiek en tal van activiteiten, gaande van een spaarkaartactie tot een fietstocht langs boerderijen, worden georganiseerd in heel Vlaanderen.

Startschot van deze week werd gegeven op Asperges Hertenveld in de Limburgse gemeente Bilzen door minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) en gedeputeerde van Landbouw en Platteland Inge Moors (cd&v). In een eigen hoevewinkel biedt Hertenveld een aanbod van eigen producten, waaronder asperges en winterkolen, en producten van lokale telers aan.

“De Week van de Korte Keten is een begrip in Vlaanderen. Ongeveer de helft van de Vlamingen (48%), kent het (n.v.d.r. bon cijfers: iVox).We willen daar aan verder bouwen en de frequentie van aankopen in de korte keten verhogen”, zei minister Brouns. “Er is immers niets zo duurzaam als lokaal geproduceerd en geconsumeerd voedsel.”

“Het initiatief ‘De Week van de Korte Keten’ zorgt ervoor dat producenten in de korte keten zichtbaarder worden en dat de drempels voor consumenten verlagen”, stelt gedeputeerde Moors. “In de provincie Limburg zetten we al jaren in op de promotie van hoeve- en streekproducten. ”

Bekendheid korte keten neemt toe

Niet alle korte keten-verkoop bestaat uit een hoevewinkel waar een landbouwer zijn of haar eigen producten verkoopt. Korte keten kent tal van vormen met elk hun eigen karakteristieken: hoevewinkel, boerenmarkt, automaat, zelfplukboerderij, afhaalpunt, webwinkel, groenteabonnement, buurderij, voedselteams en CSA-boerderij.

“Het hele korte keten-gebeuren moeten we redelijk ruim bekijken, van een automaat tot een plaatselijke slager die producten van lokale boeren in de kijker zet”, zegt Fillip Fontaine, algemeen directeur van VLAM. “In die samenwerkingen vindt de korte keten haar kracht.”

De bekendheid van de verschillende vormen neemt toe, blijkt uit een bevraging bij 600 Vlamingen ouder dan 18 jaar uitgevoerd door iVox. Meest bekend blijven de hoevewinkel en de boerenmarkt. Sinds 2018 nam de automaat de derde plaats van de zelfplukboerderij in. Meest voorkomende verkooppunten geregistreerd op www.rechtvanbijdeboer.be, zijn hoevewinkels (746), afhaalpunten (297) en automaten (271).

De hoevewinkel van Aspergehoeve Hertenveld in Bilzen verkoopt ook producten van omliggende boeren.
De hoevewinkel van Aspergehoeve Hertenveld in Bilzen verkoopt ook producten van omliggende boeren. - Foto: ThD

Ongeveer 1 op 7 Vlamingen koopt al eens op de hoeve en hij doet dit gemiddeld 10 keer per jaar. Het aantal kopers op de boerenmarkten schommelt rond de 5 à 6 op 100 en ze gaan zo’n 8 keer per jaar langs.

“Tijdens de coronaperiode zagen we een serieuze piek van consumenteninteresse in korte keten. Daarna viel dat voor een stuk terug”, zegt Filip Fontaine, algemeen directeur van VLAM. “Nu is er terug een gestage groei. Uiteindelijk zal dat wel stabiliseren, maar de grenzen van de korte keten zijn nog niet in zicht.”

Uit dezelfde iVox-bevraging blijkt ook dat Vlamingen vooral rechtstreeks bij de producent kopen omdat men dan weet waar de producten vandaan komen en dat ze er een eerlijke prijs voor betalen. 56% is van plan in de toekomst vaker te zullen kopen in de korte keten.

Hoeveverkoop en boerenmarkten vertegenwoordigen samen op basis van bestedingen ongeveer 1,1% van de totale verkoop van verse voeding in Vlaanderen.

Drijfveren korten keten-landbouwers

Uit een nieuwe bevraging van Agentschap Landbouw bij 3.271 Vlaamse landbouwers blijkt dat ze aan korte keten doen om het verhaal van hun bedrijf tot bij de consument te brengen. Verder willen ze zo meer voldoening en waardering van de consument krijgen, contact hebben met consumenten, en de burger informeren over het belang van landbouw in de voedselketen.

“Korte keten kan de band tussen landbouwer en boer terug aanhalen, wat ik persoonlijk belangrijk vind”, zegt Hendrik Vandamme, voorzitter van landbouworganisatie ABS. Hij was aanwezig in Bilzen. “De boer kan zijn verhaal brengen en de manier waarop hij werkt uitleggen.”

“Dankzij de korte keten leert de gemiddelde consument terug dat een landbouwer in de eerste plaats voedsel produceert”, meent Fontaine. “Voor de boeren is het rechtstreeks verkopen aan de consument een mooie aanvulling op hun inkomen.”

De complexe voedselwetgeving, grote hoeveelheid administratie, de hoge kosten voor extra arbeid, arbeids- en andere wetgeving, de opbrengsten die niet opwegen tegen de hoge kosten, en problemen rond vergunning en ruimtelijke ordening houden landbouwers tegen om te starten met korte keten. De bevraging klopte ook aan bij landbouwers die bewust niet aan korte keten doen.

“Er zijn veel landbouwers die zich geroepen voelen, maar de weg van de korte keten inslaan is niet voor iedereen weggelegd”, aldus Vandamme. “Landbouwtechnisch moet alles op punt staan, maar je moet ook een goede boekhouder en marketeer worden.” Volgens Fontaine is korte keten-verkoop ook niet voor iedere boer even interessant: “De kost van korte keten kan bij bijvoorbeeld grote serrebedrijven groter zijn dan de opbrengst door het strakke productieschema. Of er is al veel concurrentie voor dezelfde soort producten in de streek.”

Korteketenbedrijven doen vaker aan biologische dan aan gangbare landbouw, in vergelijking met andere landbouwbedrijven. Zo is bijna een derde van de producten biologisch van aard. Vooral tuinbouwbedrijven zijn actief in korte keten en korteketenbedrijven doen vaak nog andere verbredende activiteiten, zoals hoevebezoeken, landbouweducatie of een zorgboerderij. De belangrijkste productcategorieën van korte keten-verkoop zijn aardappelen, groenten en fruit.

Rendabiliteit van korte keten

Het merendeel van landbouwers in de bevraging van het Agentschap Landbouw is tevreden over de winstgevendheid van de korte keten. De energie- en koopkrachtcrisis heeft wel een negeatieve economische impact op de korteketentak.

Dat winstgevendheid niet vanzelfsprekend is, bewijst een andere studie van het Agentschap Landbouw op basis van bedrijfseconomische gegevens van bedrijven uit het Landbouw Monitoringsnetwerk. Zowel voor bedrijven met rechtstreekse verkoop als die met zuivel- of vleesverwerking wordt de rendabiliteit van deze korteketenbedrijven uitgespit.

Hoewel er zeer grote verschillen zijn tussen bedrijven, is het netto-bedrijfsresultaat positief voor deze bedrijven. Dat positieve resultaat is echter niet evident. Korteketenactiviteiten gaan gepaard met heel wat inzet van arbeid (wat ook bevestigd werd in de bevraging van 3.271 landbouwers). Dit is vaak eigen arbeid van de landbouwer en zijn naaste familie, maar ook deels betaalde arbeid, zeker bij de zuivelverwerking. Het aantal uren dat naar de korteketentak gaat op een bedrijf (zowel betaald als eigen arbeid,) is volgens deze studie bijna 2 voltijdse equivalenten (VTE’s) per jaar voor zuivelverwerking, 1 VTE voor vleesverwerking terwijl voor rechtstreekse verkoop maar 0,1 VTE per jaar nodig zou zijn.

Producten in korte keten worden aan een gemiddeld hogere prijs verkocht. De landbouwer is immers zelf prijszetter bij producten die die rechtstreeks verkoopt aan de consument. Maar er zit wel grote variatie wat betreft product. Het verschil in prijs tussen regulier en verkocht via de korte keten is het laagst voor verse melk en aardbeien, maar wel 2 maal zo hoog voor verwerkte melkproducten als kaas of yoghurt en tot 4 keer zo hoog voor aardappelen.

Samenwerking in de korte keten

De recente bevraging bij 3.271 landbouwers in Vlaanderen, toonde ook aan dat 53% van de korteketenproducenten samenwerkt met anderen, voornamelijk rond de verkoop of marketing van producten. Maar VLAM geeft aan dat er nog steeds heel wat behoefte aan samenwerking in de korte keten is, zowel naar marketing, verkoop van producten of logistiek. “De gemiddelde consument heeft niet de tijd om verschillende boeren af te gaan om zijn inkopen te doen. Concepten zoals een boerenmarkt waar producten van verschillende landbouwers te vinden zijn, zijn dan ook interessant”, geeft Fontaine als voorbeeld mee.

In 2023 werd een EIP-oproep gelanceerd rond samenwerking binnen de thema’s “Samen werken aan eerlijke prijsvorming en echte prijzen” en “Gezonde, duurzame en betaalbare voedselpatronen aanmoedigen via diverse catering-settings”. Die oproep moet samenwerking in de korte keten bevorderen door korteketenproducenten met elkaar of andere spelers in de waardeketen te verbinden. Voorbeelden van goedgekeurde projecten zijn een project dat nagaat of het concept van franchisenemers zou werken voor winkels met korteketenproducten, en de ondersteuning van de rechtstreekse afzet van groenten uit een CSA-boerderij in de keuken van een zorginstelling.

Thor Deyaert

Lees ook in Korte Keten

Meer artikelen bekijken