Startpagina Korte Keten

Groenteteler Ivan Vlamynck: “Contact met de consument, daar doen we het voor”

Ivan Vlamynck uit Meulebeke reed als kleine jongen mee met de ‘groentekar’ van zijn moeder Martha. Later nam hij die rol van zijn moeder over. In 2000 stopte Ivan met de groentekar en ging hij met zijn gezin – naast hun wekelijkse afzet bij REO – hun groenten op boerenmarkten verkopen. “In al die jaren heb ik maar weinig marktdagen geskipt. Ik kan het contact met onze klanten niet missen”, zegt hij.

Leestijd : 9 min

In Desselgem – een deelgemeente van Waregem – was ‘Martha van de groenselkar’ jarenlang een graag gezien gezicht. Ze reed met de groentekar rond en doorkruiste alle omliggende gemeenten, zoals Wielsbeke, Ooigem en Oostrozebeke. Ivan (62) ging van kleins af aan met haar mee. Hij hielp Martha met het in- en uitladen en gaf het wisselgeld aan de klanten. “Dat was de korte keten avant la lettre”, mijmert hij.

Ivan is al de vijfde generatie Vlamynck die in Meulebeke – in de regio bekend als ‘de preigemeente’ – boert. “We zijn nooit ‘grote boeren’ geweest, eerder de kleinste van de streek”, lacht hij. “Mijn ouders hebben hier ook geboerd. Ze hadden een gemengd bedrijf met enkele varkens en koeien, maar de veehouderijtak hebben ze vrij snel afgestoten. Ze hebben zich dan toegelegd op vollegrondsgroenten, zoals prei en spruitkool, die ze aan de veiling (REO) leverden. In West-Vlaanderen waren ze een van de eersten die schorseneren kweekten, dat was toen een hype. We hadden ook aardappelen en voerden de wintervoorraad uit, die de mensen in de kelders van hun huizen bewaarden.”

Groenten en fruit aan huis

Ivans moeder – 89 intussen – is vrij sociaal inge-steld. “In de jaren 70 verkochten we onze prei aan bodemprijzen, omdat het aanbod groter was dan de vraag”, vervolgt Ivan. “Toen kwam ze op het idee om met een bestelwagen onze groenten aan de mensen in de nabije wijken te verkopen. Later werd dat een echte ‘groente- en fruitkar’. Als kleine jongen van 8 jaar reed ik tijdens de week na schooltijd en op zaterdag mee met mijn moeder. We verkochten onze groenten ook aan een slager en aan restaurants en OCMW’s. Mijn moeder heeft 32 jaar met de groentekar rondgereden. Na het overlijden van mijn vader Roger trok ze bij ons in, in een kangoeroewoning.”

In 1991 nam Ivan het ouderlijke bedrijf over en 2 jaar later trouwde hij met Kathleen Van Wonterghem, een boerendochter uit Deerlijk. Het koppel heeft 3 kinderen: Ruben (28), Elise (24) en Thimo (21). “Samen met Kathleen heb ik ook nog enkele jaren met de groentekar rondgereden, maar zij deed het niet zo graag en, mede door de opkomst van de supermarkten, raakte het ‘leuren’ van deur tot deur uit de mode. We zijn daar dan mee gestopt.” Ivans dochter Elise lacht. “Daarna reden mijn broer Ruben en ik in de zomervakanties rond met een gocart. We hadden daar een rek op geplaatst waarop we 6 bloemkolen en wat wortelen legden en belden aan bij de mensen om groenten te verkopen. Grootmoeder reed ons dan achterna met de auto om bij te vullen. Daar heb ik mooie herinneringen aan.”

Naar de boerenmarkt

Na enkele jaren alleen aan REO geleverd te hebben, kregen Ivan en Kathleen in 2008 de vraag of ze hun producten op de boerenmarkt van Tielt, 1 van de eerste boerenmarkten die in de jaren 1980 ontstonden, wilden verkopen. “We hadden eerder al aan een marktkramer die daar verkocht laten weten dat we daarin geïnteresseerd waren”, vertelt Ivan. “Een collega-groenteteler ging met pensioen en het marktbestuur zocht iemand die zijn rol kon overnemen. We hebben zijn vaste plaats overgenomen en zo zijn we in het marktwereldje gerold. Sindsdien staan we elke zaterdagnamiddag op de markt in Tielt. Een tijdje later kwam er ook een plaats vrij om op zondagvoormiddag op de voedingsmarkt op het Charles de L'Epéeplein in de Gentse wijk Brugsepoort-Rooigem te gaan verkopen. We hebben niet getwijfeld en het aanbod meteen aangenomen. We hebben ook een tijdje op de boerenmarkt van Amougies (provincie Henegouwen) gestaan, maar dat sloeg niet echt aan en we zijn daar mee gestopt. In 2016 kwamen dan nog de boerenmarkten in Aalter (ook op zaterdagnamiddag) en Landegem (op vrijdagnamiddag) erbij.” Ruben heeft ook nog 5 jaar op de markt in Heule, een deelgemeente van Kortrijk, gestaan. “Dat was op zaterdagvoormiddag. Als hij dan ’s middags thuiskwam, moest hij snel overladen zodat we naar de markten in Tielt en Aalter konden vertrekken. Dat was altijd heel hectisch”, lacht Elise.

De interesse voor verse groenten op de boerenmarkten blijft groot. “Bijna elke maand krijgen we de vraag om nog op een andere markt te gaan staan”, zegt Ivan. “Zo is er een 70-jarige collega-marktkramer die zou willen stoppen, maar dan alleen als hij een opvolger op de markt heeft, omdat hij zijn klanten niet in de steek wilt laten. We zouden hem wel uit de nood willen helpen, maar dat is op een weekdag, en er zijn natuurlijk ook nog onze veldwerkzaamheden. Veel mensen staan daar niet bij stil; ze vragen soms wat we tijdens de week eigenlijk doen… Naar de markt gaan is ‘het minste werk’, de groenten telen en klaarmaken het grootste.”

Wortelen als eyecatcher

Ivan en Kathleen telen een uitgebreid assortiment van groenten. Het najaar is de topperiode qua productie. Prei is met een areaal van 2,5 à 3 ha hun hoofdteelt. “Prei wordt machinaal geoogst met een preirooier. We hebben ook een pelmachine op ons bedrijf, zodat we snel gekuiste prei kunnen leveren. Naast REO leveren we ook aan een versnijderij, waarmee we een contract voor een vaste prijs en een vaste wekelijkse hoeveelheid hebben. Daar telen we industrierassen voor: groeizame prei met lange schacht, die snel kan worden versneden.”

Daarnaast teelt het koppel op 1 ha kolen (rode, witte, savooi-, spruit- en boerenkool) en op een kleine ha vroege en late aardappelen (rassen Amora en Jelly). “Spruiten oogsten we in 3 à 4 keer, met de hand. We volgen daarbij de bladval en de natuurlijke groei van de spruiten. We telen 2 rassen; het vroege ras plukken we van september tot Nieuwjaar, het late van Nieuwjaar tot april. We zetten de planten op 50 cm afstand van elkaar in de rij, omdat we grote spruiten moeten hebben; voor de diepvriesindustrie worden ze op 30 cm afstand van elkaar geteeld, omdat ze daar kleinere spruiten willen.”

Verder is busselwortelen (met loof) een topproduct dat veel gevraagd wordt. “Sowieso is wortelen onze best verkopende groente: losse wortelen, verpakte wortelen (1 en 2 kg) en busselwortelen, die we het meest verkopen. Wortelen zijn het hele jaar door beschikbaar, ze zijn altijd betaalbaar en ze worden het meest van alle groenten gegeten. Dat komt ook door hun zoete smaak. Je kan ze bovendien zowel koud als warm eten. We stallen onze wortelen daar-om altijd goed zichtbaar uit; het is voor ons een echte eyecatcher. Naar aanleiding van de Dag van de Klant geven we soms wat busselwortelen gratis weg. Dat zet Ruben dan op Facebook. Een loonwerker probeert onze busselwortelen via ruggenteelt zo vroeg mogelijk in maart te zaaien, de laatste in augustus. Voor de klanten moet het loof mooi groen zien, maar de meesten vragen om dat eraf te snijden als ze het kopen”, lacht Ivan. “Busselwortelen zijn geen waswortelen, want als je ze wast, breken ze te gauw. Soms verkopen we ook ongewassen wortelen of prei in een plastic zak, per 10 stalen of 5 kg wortelen. Vooral oudere mensen zijn daar fan van. Naast wortelen telen we ook nog spinazie, peterselie (ook voor REO), spruitkool en knolselder.”

Ivan en Kathleen telen onder meer peterselie op zwarte plastic met T-tape.
Ivan en Kathleen telen onder meer peterselie op zwarte plastic met T-tape. - Foto: JVB

Water bufferen

Ivan gaat op een duurzame manier om met water. “Staat er in de winter te veel water in de beek of waterloop en dreigt die te overstromen, dan onttrekken we er water uit om onze waterput te vullen. In de zomer gebruiken we onze waterput als spaarbekken om onze groenten indien nodig te beregenen”, legt hij uit.

Andere groenten inkopen

Andere groenten die Ivan en Kathleen niet telen – zoals bloemkool, broccoli, uien, pastinaak, witloof, champignons, tomaten en sla – kopen ze bij collega-telers. “Zo kopen we bij 1 teler uit de streek winterbloemkool – die in augustus wordt geplant, overwintert en die eind maart - begin april wordt geoogst – en daarna bij een andere teler bloemkool die de hele zomer beschikbaar is. In totaal verkopen we 37 verschillende soorten groenten, volgens het seizoen. Maar bij bijvoorbeeld paprika heb je met de rode, gele, groene en puntpaprika’s al 4 soorten. Prei verkopen we per kilo, per bussel, los en gekuist. In de winter is een pakket van hutsepotgroenten (zoals savooikool, wortelen, spruiten, prei, rapen) een topper. Een aantal groenten die in een bepaalde periode van het jaar niet beschikbaar zijn op de Belgische markt, kopen we bij bij een lokale groothandel. Dat zijn steevast groenten uit Europa. Uit principe weiger ik bijvoorbeeld om bonen uit Kenia te kopen, want dat vind ik niet duurzaam.”

REO en hoevewinkel

Het merendeel van hun groenten leveren Ivan en Kathleen minimum 2 keer per week (dinsdag en donderdag) aan REO. “Van oktober tot maart leveren we ingekorte prei via een vast contract, en verder ook spinazie, peterselie en bussel- en gewone wortelen. Witte en rode kool telen we voor het segment kleine kolen (7 en 8 stuks) voor de supermarkten. We zijn Global Gap-gecertificeerd en we werken volgens de methode van de geïntegreerde bestrijding (IPM). Dat betekent dat we enkel behandelen als het echt nodig is. Zaai- en plantgegevens registreren we via het Care for Growing-systeem. Een medewerker van hoevewinkel Lambrecht-Baart uit Sint-Eloois-Vijve haalt hier vrijwel wekelijks ook groenten op. Dat is nog een mooi voorbeeld van de korte keten. Verder leveren we ook elke maand aan 2 voedselbanken. Vroeger leverden we ook aan 2 traiteurs-restaurants in Gent en aan een rustoord.”

Ivan beschikt over een waterput om zijn groenten te beregenen. Dat is geen onnodige luxe met de huidige droogte.
Ivan beschikt over een waterput om zijn groenten te beregenen. Dat is geen onnodige luxe met de huidige droogte. - Foto: JVB

Goede prijs-kwaliteitsverhouding

Ivan en Kathleen vinden vooral het contact met de consument op de boerenmarkten superfijn. “Als gewone boer hoor of zie je soms dagenlang geen andere mensen. We genieten van het heel andere leven als we onder de mensen zijn”, stelt Kathleen. Ivan knikt. “Ik kan geen 8 uur aan de preipelmachine staan, dan word ik gek. Het marktbestaan heeft echter ook zijn minder leuke kanten. Zo is opstaan om 7 uur op zondagmorgen soms lastig. Als ik dan op zondagnamiddag naar een wielerwedstrijd op tv wil kijken, zie ik de renners wel rijden, maar nooit aankomen. Buiten Gent staan we ook altijd in de namiddag op de boerenmarkt, dus in de zomer vaak in de warmste periode van de dag. We proberen onze groenten dan met een parasol tegen de zon te beschermen. We hebben een kraam van 8 m lang, met 5 tafels. We plaatsen 2 blauwe veilingbakken ondersteboven, die de klanten gebruiken om hun boodschappentas op te zetten. Met veel vaste klanten hebben we intussen een goede band opgebouwd. Voor veel mensen is het een vaste wekelijkse uitstap. Onze klanten waarderen de versheid van onze producten en de goede prijs-kwaliteitsverhouding.”

Klimaatbewuste klanten

Zeker in Gent hebben Ivan en Kathleen veel klimaatbewuste klanten, die met de fiets langskomen. “Ons oudste publiek vind je in Tielt, zij betalen meestal cash. In Aalter en Gent komen ook veel jonge mensen naar de markt, die vaak met de betaalapp Payconiq afrekenen. Zeker in Gent zien we vaak nieuwe klanten. Klanten verwachten ons wel elke week op de markt. Enkel op kerst- en nieuwjaarsdag hoef je ons niet te verwachten. Vorig jaar konden we 1 keer niet naar Gent rijden omdat we – na 32 jaar – eens een week met vakantie in Kreta waren. Daarna zei de andere groentecollega-marktkramer die op de markt staat mij dat ik hem dat nooit meer mocht aandoen. Wij hebben als grote troef dat we uien, wortelen, spruiten en witloof al voorverpakt hebben klaarliggen. Daar winnen we heel veel tijd mee. Dat is bij hem niet zo, met als gevolg dat het bij hem razenddruk was geweest.”

Ivan en Kathleen willen nog op de boerenmarkten blijven verkopen zolang ze gezond blijven, zolang ze het graag doen en zolang ze geapprecieerd worden door de klanten. “Veel hangt ook af van wat de kinderen zullen doen. Als er 2 van de 3 niet mee kunnen helpen, zijn we verplicht om keuzes te maken”, besluit Ivan.

Jan Van Bavel

Van 17 tot 25 mei worden lokale producten recht van bij de boer in de kijker geplaatst. Ontdek ze via deze link.

Lees ook in Korte Keten

Sarah en Benny willen omslag maken naar bio en starten bij de varkens

Veeteelt Sarah D’hooge en Benny De Meyer hebben een eigen visie op de landbouw voor hun boerderij in Kaprijke. Die heeft hun tot dusver geen windeieren gelegd, maar de omslag naar de korte keten heeft hen soms wel voor uitdagende keuzes gesteld. De volgende stap is die naar de biologische landbouw. De varkens komen daarbij als eersten aan de beurt.
Meer artikelen bekijken