Startpagina Korte Keten

Groentegeweld: smaakvolle biogroenten uit Weelde

Groentegeweld is een kleinschalig bio-ecologisch tuinbouwbedrijf in volle groei in Weelde, een deelgemeente van Ravels. Met veel passie en liefde telen Dirk Hendrix en Willem Van Pelt er het hele jaar rond zo’n 60 soorten seizoensgroenten en -fruit. Net als 41 andere Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven zet Groentegeweld op zondag 14 september zijn deuren open voor het grote publiek op de Dag van de Landbouw.

Leestijd : 8 min

De Dag van de Landbouw is een traditie voor iedereen die de landbouw een warm hart toedraagt of die wil kennismaken met de sector. Bezoekers krijgen de kans om te zien hoe gewassen groeien en hoe dieren met zorg worden grootgebracht. Dit jaar draait het event rond lokale voeding.

Dat thema vinden Dirk Hendrix (41) en Willem Van Pelt (35) zeer belangrijk. Ze leerden elkaar kennen in het jeugdhuis in Merksplas. Op een dag vroeg Willem aan Dirk om samen een plukboerderij te starten. Ze kwamen al snel uit bij een CSA-bedrijf – Community Supported Agriculture of gemeenschapslandbouw. “Het was een laagdrempelige instap, met beperkte investeringen. Ik had hier een huis gekocht en op een lapje grond van slechts 1500 m² van mijn schoonvader konden we met ‘onze speeltuin’ starten”, lacht Willem.

Kleinschalig gestart

Willem deed inspiratie op bij Tom Troonbeeckx, de godfather van de Vlaamse CSA-bedrijven, die in de Abdij van Park in Heverlee BoerEnCompagnie runt. Dirk en Willem volgden geen opleiding bij Landwijzer, het gespecialiseerd vormingscentrum voor biologische landbouw in Vlaanderen. Willem was softwareontwikkelaar, maar was het pendelen naar Antwerpen en Brussel beu. Dirk gaf 15 jaar les aan jongeren met autisme. Zijn school groeide alsmaar en werd voor hem te groot. In 2016 startten de 2 vrienden heel kleinschalig met hun eigen CSA-bedrijf. Ze werkten er een tijd halftijds zonder inkomen, maar dat bleek moeilijk te combineren met hun andere job. Uiteindelijk startte Willem in maart 2020 en Dirk in september 2021 voltijds in het bedrijf.

Netten zorgen op het veld voor afscherming van schadelijke insecten, bloemenranden voor aantrekking van nuttige insecten.
Netten zorgen op het veld voor afscherming van schadelijke insecten, bloemenranden voor aantrekking van nuttige insecten. - Foto: JVB

Spotgoedkoop ongezond voedsel

‘Weld’ is dialect voor Weelde, wat de naam van het bedrijf verklaart. “‘Groentegeweld’ bekt beter dan ‘Groenteweelde’”, zegt Willem. “De switch betekende voor ons een hele aanpassing aan een andere levensstijl. Zowel financieel gezien als op het vlak van arbeidsvoorwaarden en vrije tijd hebben we serieus ingeboet, maar je moet niet alleen rijk in je portefeuille zijn. Het is ons heel veel waard dat we hier de vrijheid hebben en achter ons verhaal staan.” Dirk vult nog aan. “Ik wil evenveel kunnen verdienen als in mijn vorige job, leerkracht. Beide zijn toch evenwaardig: voedsel voor het lichaam of voedsel voor de geest…”

Hij stelt ook dat voedsel spotgoedkoop is. “Zo’n 70 à 80% van de voeding in supermarkten is ongezond en veel te goedkoop. Gezonde voeding moet er meer plaats krijgen. Rond scholen worden salad bars weggeconcurreerd door kebabzaken en fastfoodketens. Zolang de overheid daar niet ingrijpt, zijn alle andere maatregelen een doekje voor het bloeden. Eigenlijk is het absurd dat voeding, het allerbelangrijkste in ons leven, alleen maar kan dankzij subsidies.”

“We hebben hier ook enkele appel- en perenbomen en wat zachtfruit en willen daar op termijn wat in uitbreiden”, aldus Willem. “Verder dachten we na over mobiele kippenstallen, maar we vragen ons af hoe we dat economisch rendabel zouden kunnen krijgen. Bij groenten zijn de prijzen die telers krijgen niet geweldig, maar de drempel om in de sector te stappen, ligt veel lager: met een veld en planten kan je starten.” Volgens Dirk merk je dat ook bij de 80 à 85 CSA-bedrijven in Vlaanderen. “Zowat 90% daarvan zijn actief in de plantaardige productie.”

Seizoensgebonden groenten

Dirk en Willem telen doorheen het jaar zo’n 60 groenten op hun bedrijf, behalve asperges, witloof, bewaaraardappelen en -uien. “We hebben een heel divers seizoensgebonden aanbod”, zegt Willem. “Onze klanten zijn dolenthousiast als ze vanaf april-mei onze eerste verse bussel wortelen uit de serre kunnen eten; anderhalve maand vroeger dan uit openlucht. Onze uien uit de serre, zoals je ze kent op de versmarkt in Frankrijk, zijn megazoet. Prinsessenbonen vind je hier, afhankelijk van het weer, vanaf eind juni. Het is elk jaar afwegen tot wanneer we bepaalde groenten kunnen blijven telen. Soms brengen we bepaalde gewassen vroeger op de markt. Dat is ook het voordeel van ons uitgebreide aanbod.” Vanaf juli kijkt iedereen reikhalzend uit naar de eerste tomaten. “We hebben geen verwarmde serre, maar onze 15 tomatensoorten hebben een specifieke smaak waar onze klanten van houden. Verder krijgen we ook veel lof voor de smaak van onze vollegrondsaardbeien en pastinaken.”

Dirk bij de biopaksoi, die kan worden afgeschermd met een vliesdoek.
Dirk bij de biopaksoi, die kan worden afgeschermd met een vliesdoek. - Foto: JVB

Groenten die ze zelf niet telen, kopen Dirk en Willem in bij bevriende bioboeren uit de buurt. “Door seizoensgebonden te werken, hebben we enkele pieken in het jaar”, verduidelijkt Willem. “In de zomer is er een echte tomatenpiek, waar je dan soep of passata van kan maken. Op piekmomenten geven we onze klanten mee dat ze mogen komen oogsten om er hun diepvriezer of kelder mee te vullen. Zo heb je als klant toch nog een divers aanbod in de winter. In het voorjaar hebben we een dipje, dat we proberen op te vangen door bijvoorbeeld bioasperges van lokale telers aan te bieden.”

Bodem in topconditie brengen

Dirk en Willem gebruiken zo weinig mogelijk middelen om hun gewassen te beschermen. “Enkel tegen de aardappelkever zetten we 1 keer op het seizoen een middel in dat je zonder fytolicentie kan gebruiken”, zegt Dirk. “We bestrijden de larven ook op het moment dat ze uitkomen. We hebben al enkele jaren last van knolvoet op 1 van onze percelen, maar toch ploegen we de bodem niet. We hebben zelfs geen tractor. Met een stevig wortelgestel kan bijvoorbeeld een koolplant toch nog een mooie kool produceren. Koper is een echte regenwormkiller en maakt je bodem kapot, dus dat zetten we ook niet meer in. We proberen onze bodem in topconditie te brengen. Soms moeten we ook leren leven met een plaag. Stilaan beginnen we te experimenteren met biostimulanten. Verder verstuiven we lavameel. Dat maakt de bladeren harder en weerbaarder tegen schimmels.”

“We gebruiken geen tractor op ons bedrijf, maar wel biologisch verantwoorde hulpmiddelen zoals een woelvork”, toont Willem.
“We gebruiken geen tractor op ons bedrijf, maar wel biologisch verantwoorde hulpmiddelen zoals een woelvork”, toont Willem. - Foto: JVB

Marketingstrategie zonder voedingswaarde

Volgens Willem wordt de smaak van groenten bepaald door wat erin zit: de voedingsstoffen. Dirk knikt. “De voedingswaarde van het product ontbreekt nog compleet in de marketingstrategie van de (bio)landbouw. Als dat onomstotelijk duidelijk zou zijn in de winkel, kan dat voor een hele gedragsverandering zorgen. In de toekomst zal de technologie daarbij heel veel kunnen helpen.”

Naast smaak is ook versheid een superbelangrijke troef in de korte keten. “Mijn moeder stuurde me onlangs een foto van een krop sla van ons die al 2 weken in haar koelkast lag”, zegt Willem. “Hij zag er nog perfect uit. Hoe dat komt? Onze planten krijgen de tijd om volledig uit te groeien, zodat je de groenten vrij lang kan bewaren. Er gebeuren ook niet veel manipulaties met onze geoogste groenten: de consument haalt ze af en legt ze bij hem thuis in zijn ijskast of kelder.”

Geen obesitas in Japan

Dirk stelt dat de kennisoverdracht rond groenten in de scholen veel beter kan. “Soms leiden we hier leerlingen uit de lagere school rond. Die zijn vaak heel geïnteresseerd, maar in het middelbaar onderwijs verslapt die aandacht sterk, terwijl net daar de kiem voor het starten van een toekomstig landbouwbedrijf wordt gelegd.” Willem verwijst naar Japan, een land dat het helemaal anders aanpakt. “Elke school heeft er een nutritioniste. Alle lunchmaaltijden worden er met uitgebalanceerde verse voeding klaargemaakt en kinderen krijgen het belang ervan aangeleerd. Mensen hebben er dan ook geen last van obesitas. We hoeven dat idee niet te kopiëren, maar het stemt wel tot nadenken.”

Direct contact met consument

Het directe contact met de consument vormt voor Willem en Dirk een enorme meerwaarde. “Deelnemers sluiten bij ons een abonnement af, waarvoor ze een deel van de oogst ontvangen. Je kan bij ons zelfoogster worden of een groentepakket afnemen”, legt Dirk uit. “Zelfoogster word je voor minimum 1 jaar, pakketten kan je per 30 of 40 weken bestellen. Dat laatste is dus meer dan een half jaar, omdat we mensen bewust mee willen betrekken in ons seizoensgebonden verhaal én omdat het ons als landbouwers zekerheid geeft. Zo wordt onze arbeid al op voorhand betaald. De intussen 80 zelfoogsters kunnen de groenten met hun eigen handen op ons veld komen plukken. We zorgen ervoor dat de smalle paadjes van 40 cm er zo netjes mogelijk bij liggen, zodat onze klanten hier ontspannen kunnen rondlopen.”

“Je kan bij ons zelfoogster voor minimum 1 jaar worden (zie foto) of groentepakketten per 30 of 40 weken afnemen”, zegt Dirk.
“Je kan bij ons zelfoogster voor minimum 1 jaar worden (zie foto) of groentepakketten per 30 of 40 weken afnemen”, zegt Dirk. - Foto: JVB

Een nieuwsbrief en kleurcodes op het veld informeren je over wat je mag oogsten. “Een 100-tal mensen kiezen voor wekelijkse of tweewekelijkse groentepakketten. Ze kunnen kiezen tussen een mini-, klein of groot groentepakket. Willems ervaring als softwareontwikkelaar kwam van pas om een onlineplatform te bouwen waarmee klanten hun abonnement kunnen beheren. Aan het begin van de week krijg je via mail een pakketvoorstel. Via ons online platform kan je als deelnemer de grootte én de samenstelling van je pakket eenvoudig aanpassen. Je kan de pakketten hier oppikken of op een van de 7 afhaalpunten in onze buurgemeenten. Je kan hier ook een eieren-, uien-, of aardappelabonnement nemen. En in de nabije toekomst zullen we in samenwerking met biodubbeldoelbedrijf De Witte Lierman uit Oud-Turnhout zuivel, ijs en vlees aanbieden.”

Dirk en Willem verkopen ook op beperkte schaal aan de horeca (vooral restaurants), maar ook aan kindercrèche Toverbos in Arendonk. “We noemen dat bio met de paplepel in de mond geven”, lacht Willem.

Zorggasten

Zorggast Arne werkt 1,5 dag per week op het bedrijf. Elke vrijdag helpt hij bij het klaarmaken van de pakketten. “We oogsten vaak op donderdag en hij weegt de groenten dan af”, zegt Willem. “Hij voelt zich hier al 6 jaar thuis en wij worden zo wat ontlast bij het werk. Op woensdag- en donderdagvoormiddag komen er ook nog 2 andere zorggasten. Op ons bedrijf kunnen ze tot rust komen. Ze halen voldoening uit hun werk, voelen zich gewaardeerd en nuttig.”

Verenigde bioboeren

“Met ons CSA-bedrijf kunnen we ons eigen verhaal vertellen”, stelt Willem. “We vinden het een mooie manier om ervoor te zorgen dat boer en burger van elkaar kunnen leren welke problemen er bij voedselproductie komen kijken. Zo hopen we het respect voor de landbouwers te vergroten.”

Dirk en Willem namen zo’n 3 jaar geleden het initiatief om de bioboeren uit de Noorderkempen te verenigen. “We voelen ons boer-ondernemer. Zo proberen we elkaar te versterken en sterker naar de consument te gaan met een zo breed mogelijk en eenvoudig aanbod”, zegt Willem. Via de Koning Boudewijnstichting startten Dirk en Willem ook een ander project waarin hun producten worden verwerkt. “Samen met chef-kok Sara Colin van restaurant Rimbaud uit Oud-Turnhout willen we met onze bioproducten gezonde lunchmaaltijden aanbieden op bedrijventerreinen in de buurt. Zo hopen we onze afzet te vergroten en als biosector te kunnen groeien. Het past ook in het project ‘Veerkrachtige Kempen’, waarmee een groep bedrijfsleiders de Kempen weer aantrekkelijk willen maken.”

“Tijdens de Dag van de Landbouw organiseren we ook een try out van deze lunchmaaltijden in herbruikbare verpakkingen. Met al deze projecten willen we het ondernemerschap weer in eigen handen nemen, want vrijwel elke boer wilt zijn autonomie”, besluit Willem.

Meer informatie over Groentegeweld vind je hier.

Jan Van Bavel

Lees ook in Korte Keten

Korte keten herstelt na moeilijke jaren

Korte Keten Volgens marktonderzoek in opdracht van VLAM was 2024 een sterk jaar voor aankopen in de korte keten in Vlaanderen. Consumenten gaven gemiddeld 4 euro meer uit per bezoek aan een hoevewinkel, en de totale omzet van hoeveverkoop steeg met 32%. Ook de boerenmarkten presteerden beter dan de voorbije jaren, met een omzetstijging van 14%.
Meer artikelen bekijken