Zeep en papier van spruitjes
Reststromen hergebruiken voor andere doeleinden, het idee past volledig in het begrip ‘circulaire economie’. Bij spruitkool bestaat het gewas uit 60% reststromen. In plaats van die te gebruiken als veevoer in te werken in de bodem, zouden ook andere toepassingen mogelijk zijn. In het Vlaanderen Circulair project ‘Ontspruitende spruitkoolstokken’ onderzoekt onder andere Inagro of het maken van papier en producten voor de oleochemie haalbare en rendabele eindproducten zijn. Het project is eind december gestart, en zal twee jaar duren.

A
Spruitpapier op grote schaal?
Nog veel vragen
De keten verder uitbouwen
Naast de mogelijkheden als eindproduct, moet bekeken worden of de keten voor die producten kan worden uitgerold. Veel werk voor slechts één instituut. Daarom doen verschillende partners mee die elk hun steentje bijdragen. StoraEnso werd aangeschreven als papierproducent. Die heeft interesse als de stroom restmateriaal voldoende groot is , als de vezel kwalitatief genoeg en niet te duur is. “Het kan ook naar andere toepassingen, zoals composieten, maar daar zijn we nu niet mee bezig”, aldus Veronique.
Een andere partner is Tectero, die in de oleochemische industrie werkzaam is en naar waardevolle componenten in het sap zoekt. De UGent is dan weer betrokken voor de globale analyses, zowel van de vezels als het sap. Inagro uiteindelijk zal de logistiek, de rendabiliteit en de mogelijke opschaling onderzoeken en hoe de keten kan uitgebouwd worden.
Voorwaarden voor de landbouwer
Het oogsten met stokken lukt niet met alle machines. Tumoba heeft wel een 4 en 2-rijige machine. Om een oogstmachine om te bouwen voor de stokken betaal je tussen de 25.000 en 30.000 euro: er komt een extra transportband voor de stokken en een deel van de bunker wordt opgeofferd voor opslag van de stokken. Enig nadeel is het trager werken. Daar zijn meerkosten aan verbonden. De oogst duurt 1 à 1,5 uur langer per ha en je verbruikt 1,5 l extra per uur. De extra karren voor de stokken zorgen trouwens ook voor een meerkost bij transport.
Omdat er slechts 1 project loopt, is contact met één boer voldoende om de partners van materiaal te voorzien. Enige voorwaarde is dat de landbouwer een oogstmachine heeft die de stokken apart opvangt. “We willen in het project wel meerdere landbouwers bereiken en hen de mogelijkheden tonen van de nevenstromen. We hopen dat we op het einde van het project een positief verhaal kunnen koppelen voor de landbouwer, dat die er ook beter van wordt”, vertelt Veronique. Landbouwers die interesse hebben in het project kunnen dat wel laten weten aan Inagro, waardoor ze op de hoogte worden gehouden van de vorderingen.