De cijfers

Bemefa verenigt 159 producenten, die samen 94  % van de veevoederproductie in België vertegenwoordigen. Hun cijfers geven dus een goed beeld van de sector. “We tellen nog altijd heel wat kleinere fabrikanten onder onze leden. In België is er ook consolidatie, maar die is minder uitgesproken dan in onze buurlanden”, weet directeur-generaal Yvan Dejaegher. De voederproducenten sloten 2016 af met een omzet van 4.871 miljoen EUR. Vorig jaar bedroeg de totale productie 7,2 miljoen ton. Dat is een lichte stijging vergeleken met de 6,8 miljoen ton van 2015. De helft daarvan ging vorig jaar naar de varkens, terwijl dat in 2015 nog 54  % was. De braadkippenvoeders vertonen een lichte stijging ten opzichte van 2015 (0,82 miljoen ton tegenover 0,78 miljoen ton). “Voor de mengvoederproductie kan 2016 bestempeld worden als een vrij normaal jaar, ondanks de ongunstige situatie in de varkenssector, vooral in de eerste jaarhelft”, vindt de heer Dejaegher.

Meer cijfers

Voor het jaar 2015 zijn meer cijfers en analyses beschikbaar. Toen bleken de export (1,37 miljoen ton) en import (1,36 miljoen ton) van diervoeders uit en in België elkaar zowat op te heffen. Nederland en Frankrijk zijn in beide gevallen de hoofdspelers. België verloor in datzelfde jaar zijn zevende plaats wat betreft mengvoederproductie in Europa aan Polen, dat aan een geweldige opmars bezig is.

Voor statistieken in verband met het gebruik van grondstoffen moeten we nog een jaar terug. In 2014 verwerkten de leden van Bemefa 7,4 miljoen ton grondstoffen tot mengvoeder. 42  % waren granen, terwijl iets minder dan de helft uit bijproducten van de voedings- en biobrandstoffenindustrie bestond. “Het aandeel nevenproducten stijgt. Valorisatie van nevenproducten, dat is onze core business”, beklemtoont de heer Dejaegher.

Wat eiwitrijke stoffen betreft blijft de organisatie weliswaar afhankelijk van buitenlandse bronnen. Nu voeren de leden zo’n 700.000 ton sojaschroot in, uit Brazilië (50  %), Argentinië (40  %), de Verenigde Staten (VS) en Canada. “Er wordt gekeken naar zogenaamde Donau-soja uit Oost-Europa, maar dat zijn kleine volumes”, legt de heer Dejaegher uit.