De aanleiding voor de ontmoeting was de uitnodiging van Willy Borsus aan de Premier om zich op de hoogte te stellen van de situatie in de landbouw door middel van een terreinbezoek. Premier Michel kent bovendien de regio van Waals-Brabant, waar we te gast waren, zeer goed. Hij woont immers in de buurt.
Melk, vlees en akkerbouw
Het bezochte landbouwbedrijf in Waals-Brabant wordt uitgebaat door Philippe en zijn broer Bernard. Het is een typisch familiebedrijf voor de regio waar plantaardige en dierlijke productie hand in hand gaan. Naast de akkerbouw worden er vleesrunderen van het Belgisch Witblauwe ras gekweekt en zijn er zwartebonte Holstein melkkoeien.
Naast de akkerbouwpoot en de veehouderij, staat er nog een derde poot onder het bedrijf van de familie Janssens, deze van het loonwerk. In 2005 deed zich de opportuniteit voor om een loonbedrijf over te nemen. Dit boodt aan de zonen van Philippe en Bernard, respectievelijk Sébastien en Cédric de mogelijkheid om hun vaders te vergezellen op de boerderij. “Zonder deze kans zou het niet mogelijk zijn om vier personen voltijds tewerk te stellen op het landbouwbedrijf”, geeft Philippe Janssens aan.
De akkerbouwteelten zijn suikerbieten, cichorei, granen. Soms wordt het bouwplan nog afgewisseld met aardappelen. De veestapel bestaat voor 2/3de uit Belgisch Witblauwe runderen voor het vlees. De rest van de kudde wordt opgevuld met zwartbonte Holstein koeien voor de melk.
Gesloten BWB-circuit
Voor de kweek van de Belgisch witblauwe runderen wordt er volgens het gesloten circuit gewerkt: van geboorte over opfok tot het afmestklaar maken van de runderen. Zowel de stieren als de koeien worden aangehouden voor de kweek in functie van hun eigenschappen. De oudste vleeskoeien van de kudde zijn 7 à 7,5 jaar oud. De broers Janssens vinden dat de markt van het BWB-vlees er zich niet toe leent om dieren tien jaar en langer aan te houden. “In ieder geval bevalt ons onze werkwijze”, klinkt het.
De kalveren worden niet bij de moeder gezoogd maar met de melk van de zwartbonte koeien grootgebracht. Dit doet de landbouwer om meerdere redenen. Zo laat de infrastructuur van de boerderij het niet toe om de kalfjes te laten drinken bij de moeder. Andere ervaringen leerden dat ze conflicten kregen tussen de kalfjes en de moeders als ze deze bij elkaar lieten zogen.
Na het kalven worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke dieren aangehouden. Praktisch alle vrouwelijke kalveren gaan verder voor de opfok, behalve deze die slechte karakteristieken hebben volgens de selectiecriteria van de gebroeders Janssens.
Het fokken van BWB wordt verzorgd door de eigen stieren die ze op de boerderij hebben, maar ook door kunstmatige inseminatie. “Onze dieren gaan relatief laat naar de weide, zodat het mogelijk is om alle vaarzen te insemineren met eigen keuze van de stier. Na de winterperiode is het de kunstmatige inseminatie die het werk dominieert. In de zomerperiode vergemakkelijken de stieren ons werk. Zij zorgen voor de voortplanting op de weide op een moment waar de boer andere talrijke zaken op het bedrijf moet verzorgen”.
Het fokken met de zwartbonte melkkoeien wordt enkel gedaan via kunstmatige inseminatie. De selectie gebeurt mede op basis van advies van het AWE (Waalse fokkerijvereniging).
Er wordt zo’n 275.000 liter melk aan de melkerij geleverd. Bemerkt moet worden dat de kalfjes op de boerderij ook een grote melkconsument zijn.
Verzuchtingen
Tijdens dit bezoek konden de landbouwers de Belgische premier inlichten over de zorgen en problemen die ze ondervinden. Dit zijn ondermeer de verwijten die ze ontvangen omwille van het gebruik van neonicotinoïden en glyfosaat, maar bij uitbeiding eigenlijk fytoproducten in het algemeen.
Het is vooral de desinformatie hieromtrent, net als de houding van sommige politiekers, die de landbouwers stoort. De regionale, politieke campagne in Wallonië ‘zéro phyto’ was desastreus voor het imago van de landbouw. De miscommunicatie zorgde bij een groot deel van de bevolking voor wanorde in hun opinievorming, ervaarden de landbouwers.
Philippe Janssens heeft het gevoel zich dagelijks te moeten verdedigen ten opzichte van de bevolking. Dit ervaart hij zeker wanneer hij met zijn spuitmachine buiten komt. Meermaals gaat er bij de bevolking vlot de middenvinger omhoog of maken ze andere misprijzende gebaren. Boer Philippe gaat echter graag met de mensen de dialoog aan om de handelingen die hij doet te duiden.
Stabiel, langetermijn en regiospecifiek
De boeren gaven ook aan dat ze een nieuw gemeenschappelijk politiek landbouwbeleid nodig hebben, dat samenhangend en stabiel is. En liefst ook een beleid dat rekening houd met de karakteristieken van de regio én een langetermijnsvisie heeft. Hierop kunnen de boeren dan hun bedrijfsvoering en investeringen afstemmen. Dit kunnen ze niet met een beleid dat te vaak verandert, gaven ze te kennen.
Vangnet voor de speelbal
Een andere bezorgdheid die de landbouwers uitten naar de ministers toe is deze van de prijsvolatiliteit. Dit is een gegeven dat ze nu meer dan vroeger kennen. De prijzen fluctueren meer en ze zakken dieper. De landbouwers zijn bang dat we in de suikerbietensector éénzelfde senario gaan zien als we kennen bij de melk.
Hierom vroegen ze de ministers om een vangnet te voorzien of een middel om de prijs van de landbouwproducten te reguleren. Volgens hen kan het niet zijn dat de boer de ‘variabele’ wordt in het agro-economisch systeem. De boer ondervindt immers enkel maar een gestegen productiekost bij een verkoopsprijs die op dertig jaar amper toenam. Dit heeft de boer weten overbruggen door betere bedrijfsresultaten. Maar hier zit een limiet aan, zeker op het socio-economische vlak.
Andere bezorgdheden die de landbouwers uitten is het gebrek aan waardering voor en valorisatie van ons Belgische Witblauw rundsvlees. “Wereldwijd wordt het geprezen om zijn smaak, maar een degelijke verloning ervoor krijgt de boer niet”. Bij uitbreiding geldt ditzelfde scenario voor meerdere landbouwproducten. Zo moet de boer duurzaam produceren volgens een uitgebreid lastenboek, zonder dat hij er veel meer voor vangt in de portefeuille.
De boeren zijn er zich van bewust dat de politiek niet kant-en-klaar een oplossing heeft. Maar de politiek heeft op zijn minst de teugels in handen. De ministers toonden een luisterend oor voor de landbouwers die hun zaak goed hadden voorbereid en aangenaam wisten te presenteren.
M.de.N. en T.D.