
Einde Scheldewindeke
Ter gelegenheid van die nieuwe kantoorlocatie gaf Chris Dhondt een update over de VPF-fokkerij. Twee jaar geleden rijpten de ideeën over hoe het verder moest met de nieuwe Piétrainfokkerij en wat de prioriteiten zouden moeten zijn. De testwerking van de beren werd aan het onafhankelijke Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) toevertrouwd. Men wilde meer betrouwbare fokwaardes voor beren, afgenomen van meer dieren.
De huidige locatie in Scheldewindeke bleek niet meer geschikt voor de toekomst en ook niet meer te renoveren. Eind februari werden er de laatste varkens geladen en kwam er een einde aan een stuk fokkerijgeschiedenis. Voor het nakomelingenonderzoek wordt er nu samengewerkt met de familie Broeckx in Neeroeteren en de familie Aerts in Dilzen-Stokkem.
Snelle feedback
De nieuwe locaties, in combinatie met het behoud van de locatie in Rumbeke-Beitem (naast Inagro), laten toe om fors meer beren te testen. “Waar we vroeger 1.300 vleesvarkens konden aftesten, is dit nu gestegen naar 2.900 dieren”, maakte de heer Dhondt de vergelijking.
De eerste varkens volgens de nieuwe methode werden in januari geslacht. Later deze maand zullen die gegevens bekendgemaakt worden. “Dat duurt zo lang omdat we eerst voldoende basisgegevens moeten verzameld hebben om uitspraken te kunnen doen. Vanaf september willen we echter streven naar maandelijkse fokwaarden. Tussen het slachten en het bekendmaken van de fokwaarden zal dan maar 1 maand meer liggen.” Tot nu toe zat er soms 1 tot 2 maanden méér tussen.
Het verzamelen van de gegevens gebeurt zoals gezegd zoveel mogelijk digitaal. Voederconversie, groei en slachtkwaliteit van de nakomelingen bepalen de waardering. Daar zullen ook nieuwe fokwaarden aan toegevoegd worden, zoals uniformiteit, jeugdgroei en erfelijke gebreken. Vooral van die laatste waarden verwachten de 32 leden-fokkers veel.