De initiatiefnemers van de residuvrije peer stellen dat ze gaan voor een volledig residuvrije peer, waar - uitgenomen een technische marge - absoluut geen sporen van in terug te vinden zijn. “Residuvrij is echter een risicovol begrip. Om de tien jaar is men door de technologische evolutie erin geslaagd om met een factor tien lagere residuën waar te nemen”, legt Peter Jaeken uit.
Maar los van de technische discussie ziet Phytofar een fundamenteler probleem. En dat gaat over de relevantie van nog strengere normen. “Het promoten van een residuvrije peer suggereert dat er met het ander iets mis zou zijn, maar dat is niet zo. Conventionele peren zijn volgens de principes van de geïntegreerde teelt duurzaam geteeld, en die peren zijn even gezond. De residunormen laten maar een dosis toe die 100 keer kleiner is dan het gehalte waarop iets schadelijk zou kunnen beginnen worden en voor babyvoeding zelfs 1.000 keer. 98 % van staalnames zit onder de norm. Je moét meten, en het is goed om te streven naar minder, maar je moet de relevantie durven afzetten tegen wat je vindt. Het huidige systeem is zeer degelijk, wetenschappelijk onderbouwd en biedt voldoende resultaten. Weinig landen meten bovendien op zo’n grote waaier aan producten dan ons land.”
Breder bekeken is het streven naar geen of minder gewasbeschermingsmiddelen gedurende de hele teelt een trend. Het gegeven dat de residuvrije peer zonder residuën in het eindproduct kan, laat de vraag rijzen of het dan nog moet mèt gewasbeschermingsmiddelen. Volgens Phytofar moeten voor- en nadelen goed tegen elkaar afgewogen worden. “Uiteraard streven we er als sector ook naar om residuën zo laag mogelijk te houden, maar je moet het bredere plaatje bekijken. Hoe gaat men om met groter wordende oogstverliezen, met risico’s op resistentie tegen bepaalde plagen, met mycotoxines, met het effect op de prijs. Dat zijn randzaken die complexer uit te leggen zijn. Het marketingverhaal van residuvrij is makkelijk uit te leggen, de omkadering van het verhaal is iets complexer. We moeten ervoor zorgen dat we met het residuvrije verhaal mensen niet afkeren van groente en fruit; het tegenovergestelde van wat iedereen beoogt.”